dinsdag 21 april 2020

Dag 37

Mensen zijn flexibel. Dat is de conclusie na ruim vijf weken thuiszitten. Daginvullingen schikken zich toch wel naar de omstandigheden en we ploegen voort. Een nieuwe uitdaging is de meivakantie, zónder het ritme van online-lessen. De samenleving herschikt zich ook steeds. We desinfecteren ons bij de ingang van de Albert Heijn en een klant met een mondkapje die aan een camembert snuffelt; we denken al lang niet meer aan carnaval. Familie en vrienden spreken we op skype. Kennissen praten we op straat op afstand bij, als nootjes in een zuinig gevulde mueslireep.
Werken doen we thuis. Elke dag breng ik vele uren door in de kamer van oudste. In afzondering bereid ik mijn lessen voor en voer ze uit. Ik leer er hard voor mijn Fontys-tentamens. Ik heb talent voor die solo-expedities. Dat is een tweede conclusie na vijf weken quarantaine: als ‘leven in afzondering’ ooit een Olympische discipline wordt, ben ik kanshebber voor eremetaal.
Tijdens die eenzame uren krijg ik alleen visite van een dikke dakduif. Elke dag meldt ie zich in de dakgoot voor het raam van de dakkapel. Keurig op anderhalve meter kijkt ie steeds schuchter om het hoekje van het kozijn met een blik van ‘Wat dóe jij daar nu allemaal?!’ Prima vraag voor een duif met overgewicht. Verrassend filosofisch ook. In reactie haal ik mijn schouders op. Ik heb eigenlijk ook geen flauw idee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten