maandag 31 juli 2017

De familie Kraai

Op de camping staan we tussen twee echtparen uit Nederland. Aan de linkerkant een lange, grijze man met een Ted de Braak-snor die de dagen vult met het oplossen van woordzoekers, en een vrouw die het vegen van de voortent afwisselt met het lezen van boekjes uit de bouquetreeks. Rechts woont een norse, dikke vrouw met meer plooien op haar arm dan Sissi op haar baljurk, en een man die op Rinus Israel lijkt.
Beide stelletjes huizen in een Fendt Bianco 465 met voortent, met precies dezelfde spullen erin: een kastje met zo'n George Clooney koffiezetapparaat, een Ikea-schemerlampje en een vaas met nepgladiolen.
"We staan hier al dertig jaar," vertelde Rinus, op onze eerste dag. Het leek hem een grotere prestatie dan de Europa Cup omhoog tillen in San Siro.
's Avonds kruipen de stellen bij elkaar rondom een bak borrelnootjes en de schemerlamp. Dan spelen ze yahtzee of bespreken ze de voordelen van volkstuintjes, de aanbiedingen van de Gamma en de kunstknieën van De Braak.
Wij hebben weer andere beslommeringen. Het voetbalseizoen dient zich aan en Ajax speelt een voorronde voor de Champions League in Nice. In de kantine is het echter bingoavond en op internet vind ik geen betrouwbare alternatieven. Ik heb me net verzoend met teletekstpagina 810, als de jongens een appje sturen:
'WE HEBBEN HET LIVE'
In sneltempo wandelen mijn vriendin en ik naar de wandelpromenade langs het meer. Naast de gesloten strandingang, hebben de jongens inderdaad het laatste straaltje WiFi gevangen, want ik zie Onana de bal uitrollen naar De Ligt. Op het muurtje dat de afscheiding vormt van de voortuin van Frau Schmeizelhüber (overdag koopvrouw in 'Obst und Gemüse') staren we anderhalf uur met zijn vieren naar het mini-telefoonschermpje van oudste.
"Ik heb jeuk op mijn rug," zeg ik halverwege de eerste helft. Mijn vriendin verjaagt de kriebel en onderzoekt mijn rug langdurig op bultjes en andere oneffenheden. Na de goal van Balotelli, maar nog vóór de gelijkmaker van Van de Beek, komen De Braak en Rinus voorbij gewandeld, waarschijnlijk om de kunstknieën soepel te houden.
"Wat dóen jullie?" vraagt Rinus.
"We vlooien elkaar en kijken naar Ajax op de telefoon," antwoord ik.
In verwarring wandelen de mannen verder. De Braak kijkt nog over zijn schouder alsof de kraaien alle bonen uit zijn volkstuin hebben gepikt. Nee, ik geloof niet dat we in het kampeerstraatje van Buurman en Buurman passen.

maandag 24 juli 2017

Creatief met kurk

Op de ochtend vóór de verjaardag van mijn vriendin sloeg het weer om. Sluierwolken hingen als zware dekens aan de bergtoppen. De regenbuien die volgden waren geen verrassing.
Omdat in de caravan de dvd van Pippi Langkous snel op de zenuwen werkte (tante Pastella: "Nee! Píp-pi!), koersten we vroeg in de middag naar het nabijgelegen Porsche-museum, een verzoek van jongste. Deze wending kondigde zich op de heenreis al aan, want als een veilingmeester becommentarieerde hij de bolides die om ons heen in de file stonden.
"Kijk, een Tesla! Met dubbele knalpijp!"
"Dáár! Een Audi Q7!"
"Fordje Mustang. 1968. Schitterend."
Het Porsche-museum bleek gerund te worden door een Nederlander, een blonde oude zeebonk met ogenschijnlijk veel wereldreizen op de teller. Toen hij merkte dat ie te maken had met landrotten uit het vaderland, stak hij direct van wal over de pronkstukken die op ons stonden te wachten. Trots wees hij naar een poster boven de balie.
"Porsche Carrera GL uit 2007. Staat hier op de eerste etage!"
Vervolgens legde hij uit hoeveel zuigers, kleppen en spierballen dit meesterwerk bezat. Zijn enthousiasme raakte me nauwelijks, een auto moet het gewoon dóén. Een Porsche staat bij mij in het hoekje met bungyjumpen, Startrek, kaasfondue en Aad de Mos: het bestáát, maar ik heb er verder niets mee.
We vonden de Porsche uit 2007 inderdaad op de eerste etage, naast een lange rij met exemplaren uit vervlogen tijdperken. Jongste vond het teleurstellend dat ie nergens ín mocht zitten en omdat we de auto's passeerden als een postbode die vóór het donker zijn zak leeg wil hebben, stonden we na tien minuten weer in de receptie.
"En? Heb je 'm gezien?!" vroeg de zeeman.
Om de vrede te bewaren, reageerde ik als een laffe scheids die de thuisclub een penalty gunt.
"Goh, eh, ja...., echt een prachtbeest!"
Meteen stopte Popeye een catalogus met oneindig veel Porsche-foto's in mijn handen, die voor veel euro's in de etalage lag. Op de terugrit schuurde een schuldgevoel onaangenaam tegen mijn gemoed, want ik vreesde dat het protserige album met een sierlijke boog in de oudpapierbak zou eindigen. Op de camping vond oudste de oplossing. Met een schaar, touw en de hulp van zijn broer veranderde hij de folder in een slinger met vlaggen en wimpels waarmee de luifel feestelijk oplichtte. De verjaardag van zijn moeder kon beginnen.

zondag 23 juli 2017

Waardevol

Na de barbecue helpen oudste en jongste hun moeder met de afwas. Ze worden afgeleid van het dagelijkse klusje met de borden en het bestek door de miljoenen euro's die in hun broekzak branden. Door zich aan te melden bij Scorito, een managementspel op internet, staan ze beiden voor de gewichtige taak een eredivisieteam samen te stellen met het budget van vijftig miljoen euro.
"Ik zet Kortsmit op doel," zegt oudste, "die kost maar anderhalf miljoen."
"Nee, man. Onana! Die houdt vaker de nul," antwoordde jongste met een druipend bord in zijn handen. Terwijl hun moeder stoïcijns doorsopt, worden gewichtige zaken doorgenomen om zo veel mogelijk punten te scoren. 4-3-3 of 3-5-2 spelen? Dolberg in de spits, of toch Jörgensen? Haps als linksback?
"Ik heb Van Ginkel," zegt jongste, als het middenveld wordt doorgenomen. "En jij?"
"Ramselaar, Van Overeem en Lasse Schöne," antwoordt oudste met vier vorken in zijn hand. "Maar ik zou altijd gekozen hebben voor Nouri."
Aan de afwastafel valt het stil. Het is zo'n stilte die de lucht ineens zwaarder maakt.
De jongens drogen zwijgend het wijnglas van hun moeder en mijn koffiemok. Ook zij hebben de filmpjes gezien. De vlog van Abdelhak Nouri zélf, op de dag dat hij zijn debuut in Ajax één mocht maken, de fratsen met Ziyech in Tikkie Takkie Touzani en uiteindelijk de beelden van de oefenwedstrijd in Oostenrijk met Nouri naast de ambulance op het veld, verscholen achter doeken en hulpverleners. Ook toen voelde de lucht ineens zwaar. Genadeloos werd een streep gezet door een veelbelovend leven. Nouri. Hartstilstand. Hersenschade.
Pas als hun moeder het afwaswater in het putje spoelt, hervatten de jongens hun vakantie.
"Okay, dan kies ik ook voor Onana."
"En Kortsmit dan?"
"Die wordt reservekeeper."
"Maar hoe kom je aan die tweeëneenhalf miljoen euro?"
"Goochannejad wissel ik voor Ayepong van NAC."
"Dan houd je 750.000 over. Zullen we naar het meer gaan?"
In twee seconden hebben de jongens hun zwembroek aangetrokken. Vijftig miljoen euro wordt ingewisseld voor een onbezorgde plons in het water. De waarde daarvan zal vast nog wel eens doordringen.

zondag 16 juli 2017

Van Gend en Loos

Na de zomervakantie krijgt oudste op school het vak Duits erbij. Een kwestie van tijd dat we hem aan de keukentafel het rijtje voor één of andere naamval horen prevelen:"Mitt, nach, bei, seit, von, zu, aus, ausser, entgegen, gegenüber und entlang!"
De heenreis naar onze vakantiebestemming levert sowieso zijn eerste Duitse woordje op: Stau. Als we Venlo passeren, lopen de Autobahnen vol als een bierbuik tijdens het Oktoberfest. Van Köln tot München, het is een lang lint van vrachtwagens, campers en auto's met caravans. We hebben het gevoel dat we de camping in Oostenrijk wandelend naderen. Het plotse gebrek aan Ordnung und Disziplin kruipt onder de huid van jongste.
"Ik ben op een WK nóóit meer voor de Duitsers!" klaagt hij op de achterbank.
"Nou, zo'n 'Stau' houdt ook wel een keer op," verzacht zijn moeder.
Oudste kijkt op van zijn kruiswoordraadsel. "Wat mama? Stew?" Hij maakt vooralsnog van de file een Engelse stoofschotel.
Doordat jongste uit pure verveling zijn schoenen uitdoet en daarmee een lucht bevrijdt die het midden laat tussen bedorven lasagne en de adem van een verwaarloosde bouvier met een mondabces, stuur ik naar de eerste de beste Gaststätte. Ook daar heerst chaos.
Nadat ik de auto parkeer op de allerlaatste vrije vierkante meter, sluit ik met oudste aan in de wachtrijen, eerst bij de toiletten en later ook bij de broodjeszaak. Achter ons staat een beer in een Feyenoord-shirt. De kolos draagt het tricot met de borst vooruit, zodat zijn hangtietjes met de letters 'Opel' trots de ruimte vullen, maar de verkeershektiek heeft ook aan zijn kampioenenroes geknabbeld.
"Doe mij maar een keizerbroodje met kaas en salami," bromt hij met Kralingse tongval tegen zijn vrouw, "ik heb even genoeg van de Steu." Oudste kijkt over zijn schouder.
"Het is Stau," corrigeert hij.
Het komt bij de Feyenoord-supporter aan als een tegendoelpunt in blessuretijd, want zijn borstjes gaan weer hangen en in zijn ogen lees ik 23 verloren seizoenen in de Kuip. De trots is verhuisd naar het gezicht van Oudste, die in de vitrine een pannini aanwijst.
"Mitt käse und Schinken, bitte!" zegt ie tegen de Fräulein achter de balie.
Nee, met die Duitse les komt het wel goed.

zaterdag 8 juli 2017

Hulde

Voor het podium stonden jeugdige voetballers, basketballers, handboogschutters en dansers ongeduldig bij elkaar, maar de kampioenenhuldiging op de Markt begon met een ode aan Tijn, de dappere nagellakker uit onze gemeente die die morgen was bezweken aan hersenstamkanker. In de minuut stilte die na de speech van de burgemeester volgde, werd geen woord gezegd, maar liet de zesjarige, na de miljoenen voor onderzoek en het college over hoe je van iets kleins iets groots kunt maken, een laatste les na: wees blij met elke dag dat je onbezorgd tegen een bal kunt schoppen of slaan.
De burgemeester trok de kampioenenhuldiging sowieso in een breed perspectief, want The Black Swords, jongens uit het dorp die met hun optredens bij Holland's Got Talent óók een gevoelige snaar bij het volk raakten, werden ook naar voren geroepen.
En toen moest het moment van opa Theo nog beginnen.
Opa Theo is de grootvader van J., één van de ploegmaten van jongste en de trouwste supporter van het team. Niet alleen alle thuis- en uitwedstrijden van het team bezoekt hij trouw, ook doordeweeks bij alle trainingen staat hij langs de lijn. De manier waarop is opvallend. Rustig, bescheiden, altijd ondersteunend.
"Kom op jongens, dadelijk lukt het wel!"
En als een combinatie lukt of als er door zijn jongens een goal wordt gemaakt, in stilte genieten. Licht gespannen drentelen op de verzamelplaats voor een uitwedstrijd. Pretoogjes na de wedstrijd in de kantine. Dat is opa Theo.
Opa Theo is oprecht verbaasd als hij, na de huldiging van het pupillenteam van jongste, óók op het podium wordt geroepen. Van de burgemeester ontvangt hij mooie woorden, een oorkonde ('Supporter van het jaar') en een grote bos bloemen.
Na afloop, als jongste met enkele voetbalmaten en The Black Swords op het plein een partijtje vier-tegen-vier zijn gestart, verwerkt hij op een terrasje de eerste emotie. Zo komt er op een zonnige vrijdagavond op het marktplein veel bij elkaar: leven, dood, talent, inspiratie, sport, muziek, vreugde, verdriet. En het geluk van opa Theo.

zaterdag 1 juli 2017

Roesje

Ik houd van zaterdagmiddagen. Lome uurtjes met fris gemaaid gras en een vers stuk brie in de koelkast. Als prettige briesjes ritselen ze door het struikgewas van een komende werkweek. Zeker als de jongens in de buitenlucht hun groeiende zelfstandigheid uitbouwen en hun moeder zich in een andere ruimte buigt over de strijk of het avondeten, streel ik mezelf graag met een derby uit de Premier League of een vleugje Bundesliga. Het vacuüm tussen een afgesloten seizoen en de herstart van de competitie maakt dit lastig, maar grote krantenkoppen lokten me vandaag naar een andere verwennerij: de start van de Tour de France.
Aangewakkerd door de Dumoulin-glorie ging ik er, met een vers glas sinas en de afstandsbediening binnen handbereik, eens goed voor zitten. In hun jacht op de gele trui zag ik de renners één voor één starten met strakke kuiten en helmen uit de collectie van Darth Vader. En meteen was er weer de stem. Het stemgeluid dat in eerdere jaargangen demarrages door een zonnebloemveld begeleidde. De klanken van commentator Herbert Dijkstra doen mij denken aan het keelgeluid van meneer Gerritsen, mijn wiskundedocent op de middelbare school. Elke les begon hij enthousiast aan een kwadraatstelling of Pythagoras, maar doordat hij klonk als de beheerder van een crematorium, was hij mij na drie zinnen al weer kwijt. Ook nu trachtte Herbert mij de geheimen van het wielrennen bij te brengen. Waarom Dylan Groenewegen over het natte asfalt gleed bijvoorbeeld, en waarom Peter Sagan aan de Ronde begon met het uiterlijk van de drummer in een Finse rockband.
Wie de proloog won? Geen flauw idee. De lezingen van Herbert brachten me spoedig in een slaaproesje, waar ik uit werd getrokken door de binnenkomst van de jongens en de kreet van mijn vriendin die meldde dat het eten klaar was.
"Wat is er, pap? Je kijkt zo vrolijk," vroeg oudste, boven een bord dampende risotto.
"Ajax en Feyenoord," geeuwde ik, "ze zijn al weer in training."