donderdag 2 april 2020

Dag 19

Normaal houd ik niet van wandelen. Dat gedoe met de ene voet voor de andere. Maar het thuisverblijf kweekt stilstand. De laatste dagen voelen de wandelingen anders. Ze lijken meer op, nou ja, glorietochten. Fietsers steken hun duim op (“mooie columns!”), vreemden spreken me aan en laten weten dat ze door mijn stukjes vrolijk aan de dag beginnen. Het voelt als Asterix die door de Galliërs op het schild wordt gehesen. Ook in de supermarkt. Bij de sperziebonen laten mensen me op anderhalve meter afstand weten dat ‘ik rondga in de groepsapp’.
Zo’n lauwerkrans op je hoofd, het doet wat met je. De rug gaat recht, de pas wordt ferm. Het vertrouwen groeit, zeg maar. Net als het ego dat uit het jasje barst. Bij Veronica Inside zouden ze er rap mee afwerken.
Kieft: “Ik vind het eigenlijk wel irritant worden.”
Genee: “Hoezo?”
Kieft: “Nou, hij gaat nogal in zichzelf geloven.”
Op de terugweg naar huis ziet mijn vriendin het ook. Nuchter als Bonnie St. Claire op maandagmorgen zet ze bij thuiskomst met één opmerking mijn voetjes weer terug in de boerenklei.
“Zeg schrijvert, zet jij het oud papier even aan de straat?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten