zondag 22 februari 2015

Balletjes

Doordat zijn wedstrijd wederom werd uitgesteld, mocht jongste meedoen met een ander F-team. Met opgezette kragen en warme schoenen keken mijn vriendin en ik schuin achter één van de doelen naar de wedstrijd. De lucht hing zwaar boven het speelveld, maar het zevental speelde opvallend fris. De bal ging soepel rond als een dorpsroddel op het marktplein. Een metertje verder stonden de ouders van het F-team samengeklit. Ze hadden duidelijk andere zaken aan hun hoofd dan de tactische varianten die hun zonen op de mat legden.
"Ik heb 'm gezien," zei een moeder geheimzinnig. Het kortgeknipte haar piekte vrolijk vanonder een wollen haarband.
"Wat?" vroeg een vrouw. Ze had haar krullen verstopt onder zo'n Peruaanse wintermuts met touwtjes aan de zijkanten.
"Fifty shades of grey! In de bioscoop!"
Er rolde weer een aanval onze kant op, maar de Peruaanse boog samenzweerderig naar haar buurvrouw:"Vertel! Hoe was het!"
"Ja leuk!" zei de haarband, "maar je moet wel eerst het boek lezen!"
De F'jes tikten behendig een corner binnen, maar het ontging de vrouwen. Ze giechelden als twee meiden tussen de lessen Duits en geschiedenis in. De woorden 'ring' en 'plug' waaide mijn kant op en de Peruaanse vroeg hoe dat nou ging, 'die truc met de ijsklontjes'. De lucht leek ineens verdeeld in allerlei tinten grijs.
Het F-team scoorde opnieuw na een vloeiende combinatie. Het schot sloeg een gat in het dak van het doel. De stand was inmiddels opgetild naar 4-0, maar de moeders hadden het hoofdstuk 'balletjes' aangesneden. De haarband liet met haar vingers allerlei formaten zien. Ze hadden vele mogelijkheden, de balletjes. Het zweet stond in zakken op het voorhoofd, toen mijn vriendin me plotseling aantikte.
"Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar die film met die, eh... balletjes," zei ze. Op haar wangen stonden opvallend rode blosjes. Ik moest even slikken, voordat ik antwoordde.
"Ik houd het liever bij een balletje breed, schat," fluisterde ik.

maandag 16 februari 2015

Trucje

Omdat we samen naar de carnavalsoptocht gingen kijken, verzamelden we bij vriend L.. Oudste had wel zin in een middag met vreemde uitdossingen, geinige woordgrappen en grote wagens in schreeuwende kleuren en pompende carnavalsmuziek. In opperbeste stemming trad ie de woning van L. binnen. Jongste was minder enthousiast. Hij droeg zijn dagelijkse trainingsbroek en voor de momenten dat de optocht even stil viel, had ie zijn bal meegenomen.
"Kun jij eigenlijk al een trucje met die bal," vroeg L. nietsvermoedend.
Ik ging er eens goed voor zitten. Ik wist wat er nu ging gebeuren, vriend L. duidelijk niet. Als een stoere voorstopper, in het volle vertrouwen dat er in zo'n duel met een F'je niets mis kan gaan, nam hij een uitdagende houding aan. Hij keek op jongste neer als Louis van Gaal op het journaille: minmin.
Jongste wist er wel raad mee. Op routine startte hij een aantal snelle bewegingen, waaronder een schaar en een overstap. L. knikte bewonderend, maar de blik in zijn ogen gaf aan dat de overtuiging dat alleen hij hier als winnaar uit de strijd ging komen, nog steeds als een tentharing in zijn hoofd zat verankerd. Op het moment dat L.'s lichaam licht overhelde om de bal te veroveren, sloeg jongste echter toe. Met een snelle beweging achter zijn standbeen door, tikte hij de bal tussen L.'s benen om hem, twee meter verderop, weer onder zijn voetzool te controleren.
Daar stond L.
Hij keek over zijn schouder naar jongste als iemand die op een dorpsbraderie naar zijn kontzak grijpt. Zijn portemonnee is ontfutseld, maar hij heeft geen idee hóé.
"Dat doet ie bij mij ook altijd, hoor," zei oudste om de pijn bij L. te verzachten.
De lach stond nog op mijn gezicht gebeiteld toen ik vijf minuten later tussen L. en jongste in, aan de straatrand stond. De optocht moest toen nog beginnen.

donderdag 5 februari 2015

Achteruitkijkspiegel

Het mooiste moment van de avondtraining met jongste vindt achteraf plaats, het terugrijden naar huis. In mijn autospiegel zie ik hem zitten. Met natte haren staart hij door het zijraampje. Ik weet welke gedachten nu door dat nog rode hoofdje gaan: het doelpunt via de binnenkant van de paal, de passeerbeweging die ineens lukte, de wedstrijd van komende zaterdag.
"Vind je dat ik goed getraind heb, pap?"
De vraag wordt vaak gesteld, eigenlijk altijd. Soms al voordat we in de auto zitten, soms pas de volgende dag, maar jongste vindt het prettig als zijn vader tevreden is.
"Mmm," antwoord ik, terwijl de auto afremt voor het stoplicht. Ik wil tijd winnen. Jongste vond ik vandaag wat dromerig, hij liet zich enkele keren makkelijk aftroeven. Een vader wil dat zijn zoon succes heeft: dat ie de rest met speels gemak passeert en de bal achteloos in de kruising peert. Hem belásten met deze wensdroom is weer een ander punt. Ik besluit om de bal terug te kaatsen.
"Wat vond je er zelf van?" vraag ik.
"Het ging goed. Denk ik. Ik vond het wel goed gaan, hoor."
Als ik de auto voor het huis parkeer is jongste meteen gevlogen. Over de inrit sprint ie naar de achterdeur. "Mama, ik kan nu de Christiano Ronaldo!" roept ie bij binnenkomst. Zijn moeder weet gelukkig dat ie hiermee een actie bedoelt waarbij hij de bal achter zijn standbeen tikt. Met zijn voetbaltas in de hand loop ik achter hem aan.
"Hier, zelf je spullen opruimen," zeg ik. Een beetje streng, op exact dezelfde toon als mijn moeder, lang geleden. Zuchtend pakt jongste de voetbaltas op voor de gang naar de wasmand. Ik kijk hem na en vind het prachtig. Akelig precies zie ik mezelf de trap op gaan.