donderdag 27 november 2014

Slaapproblemen

Op het moment dat de jongens in de badkamer stonden, scoorde Feyenoord tegen Sevilla. "1-0?!" riep jongste met een mond vol tandpasta naar beneden.
"Ja! Een mooie goal van Toornstra," antwoordde ik. Misschien had ik de informatie beter voor mezelf kunnen houden, want jongste voelde in bed De Kuip zinderen. 
Stiekem zette ik het geluid van de televisie zachter, zodat de 2-0 van El Ahmadi op de bovenverdieping niet te horen was, maar jongste liet zich niet afstoppen. Met nog enkele minuten op de klok, meldde hij zich halverwege de trap.
"Mama, ik heb keelpijn," zei jongste. Hij trok er een gezicht bij alsof een egel door zijn slokdarm kroop. Over de schouder van zijn toeschietende moeder gluurde hij naar de televisie. El Ahmadi kwam opnieuw in kansrijke positie. Zijn moeder besloot het spelletje mee te spelen.
"Kom, dan drink maar een glaasje."
In de keuken hoorde ik het geluid van stromend water. Jongste verdreef traag de prikkel in zijn keel, want zijn glaasje was pas leeg toen de wedstrijd in Rotterdam beëindigd werd. "Heeft Feyenoord gewonnen, pap," vroeg ie,  toen hij langzaam naar de trap stiefelde.
"Met 2-0. Heb je nog pijn, jongen?"
"Nee, nu niet meer. Is PSV al begonnen?" vroeg ie er direct achteraan.
"Waarom? Komt de keelpijn terug als Depay scoort?"
"Misschien wel," zei jongste, terwijl hij achter zijn moeder de trap opliep. Hij deed niet eens moeite zijn lach in te houden.

maandag 24 november 2014

Roelof

Voetbal is een mooie sport, die je op vele manieren kunt beleven. Lang geleden, toen Rita Corita de Nederlandse tv veroverde en iedereen verwachtte dat de tijden van Ard Schenk nooit meer verbeterd zouden worden, begon ik als schril voetballertje in een pupillenteam. Daarna stond ik jaren in het doel en vulde ik opengevallen baantjes in als leider, knipper en plakker van het clubblad, coach, shirtjeswasser en assistent-trainer. Eigenlijk dacht ik dat alles afgevinkt was; de bal kende voor mij geen geheimen meer.
Tot afgelopen zaterdag.
Het team van jongste was al lang klaar met de warming-up, er werd al angstvallig over de schouders naar de kleedlokalen gekeken, toen leider L. naar me toekwam en me diep in de ogen keek.
"De scheidsrechter is er niet. Wil jij fluiten?"
Een lange rij beelden, die begon met woedende ouders en die eindigde met een politie-escorte waarmee ik het sportpark verliet, flitste door mijn hoofd.
"Eh,..., ja, .... eh, ... nee, ik?Hoezo?" stamelde ik als een debutant.
"Ik denk dat jij dat heel goed kunt." 
Doordat L. genadeloos mijn weakspot wist te vinden, stond ik een ogenblik later op de middenstip met een fluit in mijn mond. Daar holde ik, tussen een kudde 7- en 8-jarigen op mijn zondagse schoenen de bal achterna. Ik zat meteen in mijn rol. Resoluut besloot ik wie er mocht ingooien en waar de voordeelregel toegepast moest worden. Terwijl ik onderwijl snotneuzen schoonveegde, links en rechts schoenen strikte en een backje bemoedigend toesprak nadat hij in eigen doel mikte, voelde ik de Luinge in mij omhoog borrelen. Zo stapte ik na afloop ook van het veld, als een verwaande mastodont die de complimentjes van de ouders ontving als kaarsjes op een bruidstaart.
Mijn euforie was van korte duur.
"Je hebt de was verknald," zei mijn vriendin toen ik thuiskwam. Boos hield ze het rode bloesje voor mijn neus dat ik bij de witte was had gestopt. Toen ik daarna aan tafel haar glas melk omstootte, kon ik meteen vertrekken.
Twee keer geel is rood, vond ze.



zondag 23 november 2014

Verdoofd

Hoewel het mooi weer was, zaten we zondagmiddag binnen. Oudste leerde zijn huiswerk over zandgronden, jongste keek met zijn moeder geboeid naar de wedstrijd van FC Groningen tegen PSV. De club van jongste had moeite om te scoren in de Euroborg.
"Goh, die Padt keept echt wel goed," verzuchtte ie.
"Pad? Ik heb wel zin in een bospad," antwoordde mijn vriendin. Ze had een herfstwandeling in het vizier.
"Padt schrijf je met déétéé, net als Nordfeldt," zei oudste zonder op te kijken van zijn huiswerk. Naast de zandgrond löss weet hij ook de namen van elke eredivisiekeeper moeiteloos te spellen. De naam van de Groningen-goalie galmde met regelmaat door de huiskamer, Sergio Padt verijdelde doelpogingen van Maher, Depay en Narsingh.
"Een pad is ook een ander woord voor een bruine kikker," zei oudste, die graag met nieuwtjes uit de natuur strooit en inmiddels bij vragen over stuwwallen en zwerfkeien was aanbeland. 
Ook in de tweede helft leek het erop dat de PSV-aanvallers vergeefs op Padt afliepen. Heldhaftig wierp hij zich voor elk schot, totdat ook hij na een uur moest buigen voor een scherpe kopbal.
"Luuk de Jong scoort!" riep jongste. Opgelucht sprong ie van zijn stoel.
"Scoort met déétéé?" vroeg mijn vriendin toen jongste weer was geland. Ze stuurde er een knipoog achteraan. Vol verwachting keek ik naar oudste, maar hij stelde me niet teleur. Foutloos kopte hij deze voorzet binnen. Doordat De Leeuw dat enkele minuten later ook voor Groningen deed, daalde de stemming bij jongste. Het springen was hem vergaan. Hij hing verdoofd in zijn stoel als een aangereden kikker. Een bruine.

maandag 17 november 2014

Glansparade

Doordat de leider van het F-team van jongste verhinderd was en zijn collega-coach voor het werk in Australië zat, werd ik gebeld: of ik de derde leider wilde assisteren tijdens de training. Boven vond ik in een kast een geschikte joggingbroek en in een verre hoek mijn oude voetbalschoenen, zodat ik me monter met jongste op de donderdagavondtraining meldde. Gretig sjouwde ik met doeltjes, pionnen en het ballennet. Ik voelde me net Jan Salie uit het Sinterklaasjournaal, hoofd Bijzaken van de gemeente Gouda.
De warming-up, de techniekoefeningen, het afwerken op doel: aan de zijlijn, met mijn handen over elkaar, doorstond ik de vuurproef met glans. De training groeide geleidelijk naar het hoogtepunt toen de trainer met een partijspel wilde eindigen en aan mij vroeg of ik het grote doel wilde verdedigen.
Och ja, dat wilde ik wel.
Er ontstond een verbeten strijd tussen mijn ploegje en de tegenpartij, waarvan jongste de grote aanjager was. Met 2-2 op het bord en nog enkele seconden te gaan, passeerde jongste twee tegenstanders. Met de bal aan zijn voet taxeerde hij de afstand tot het doel, waarna hij (zoals dat heet) verwoestend uithaalde. De tijd verstilde. Het been van jongste zwaaide ver door, alle ogen volgden geboeid de baan het schot, sommige armen namen een voorsprong op de afloop en gingen juichend de lucht in. Op de reflex uit mijn oude lichaam werd niet gerekend, maar met de daadkracht van een minister van Financiën in crisistijd vertrok ik naar de rechterbenedenhoek, waar ik het winnende doelpunt van jongste voor de doellijn weggriste.
Later in het kleedlokaal, waar het douchewater weldadig kletterde, was algehele bewondering mijn deel. Vele F-vingertjes wezen in mijn richting. Niet langer was ik slechts de vader van jongste, vanaf nu was ik de vader die redde in tijden van nood. Ik verliet het sportpark als hoofd Hoofdzaken.
Jongste was minder enthousiast. Hij sprak twee dagen niet met me. 

zaterdag 15 november 2014

Boek

Jongste verveelde zich stierlijk. Buiten viel de schemer in rood en oranje, binnen was het nog te vroeg voor de tv. Zijn broer las in Geronimo Stilton en toverde allerlei popliedjes uit zijn gitaar, maar jongste hing als een gewisselde spits in een keukenstoel. 
"Ik heb niets te doen, pap." Op het fornuis kookte ik de asperges.
"Je mag de tafel wel vast dekken," zei ik.
"Mmm, ....neuh."
Dat schoot niet op. Op de keukentafel graaide zijn hand naar een stapeltje met post en reclamefolders. Onderop vond ie een verdwaald exemplaar van De hoeken van Luigi Ferraris. Hij legde het boek voorzichtig op schoot en las de titel.
"De....hoeken.....van.....Lui....," begon ie.
"Loewiedjie Ferraris." Zijn broer kwam erbij staan en maakte de zin af. 
Jongste ging rechtop zitten en bladerde door de verhalenbundel.
"Gaan deze verhalen over mij?" vroeg ie.
Ik schudde mijn hoofd.
"En ik?" Ook oudste informeerde nieuwsgierig.
"Nee, jongens. Misschien in een volgend verhalenboek," zei ik sluw.
Jongste was nu volledig wakker. Hij zat gespitst aan de keukentafel, alsof de meester in de rekenles de kans berekende van een strafschop op Jasper Cillissen.
"Echt? Wat moeten we dan doen?" vroeg ie.
"In ieder geval niet in een stoel gaan hangen." In een pan liet ik de slavinken sudderen. Twintig seconden later stond ik alleen in de keuken. Het ritmische gebonk van de bal tegen de zijgevel klonk vertrouwd in de oren.
"Waar zijn de jongens?" vroeg mijn vriendin die door de achterdeur binnenstapte.
"Ze werken aan een nieuw boek," antwoordde ik voldaan.

zondag 9 november 2014

Natuurlijk overwicht

De jongens hadden ruzie.
Met een toewijding waar het Oranje onder Guus Hiddink een puntje aan kan zuigen spelen ze sinds enkele weken het computerspel Online Soccer Manager. Een vaag spel waarbij elke deelnemer een club kiest, een budget heeft en aan een competitie deelneemt die door de computer bepaald wordt. Oudste beheert Hamburger SV, terwijl jongste Hertha BSC voor degradatie moet zien te behoeden. Met regelmaat waaien de Bundesliga-perikelen door de huiskamer.
"Yes, HSV heeft gewonnen van Bayern!"
"Je moet Dost kopen van Wolfsburg!"
"Van der Vaart moet nu écht naar de bank!"
Gisterenavond, op het moment dat ik de uien sneed voor een stamppot, ging het mis. Oudste opende goedbedoeld het account van jongste op OSM en kocht Manuel Neuer voor Hertha, het team van zijn broer. Jongste reageerde furieus. Voor mijn neus probeerden beide kemphanen schreeuwend en met wilde gebaren hun gelijk te halen. Ineens wist ik hoe Eric Braamhaar zich moet voelen na een gemiste handsbal in het strafschopgebied. Ik reageerde ook als Braamhaar. Met de autoriteit van een toerist in een zwarte Amerikaanse buitenwijk legde ik een wijsvinger op mijn lippen en gaf beide spelers geel:
"Jij ruimt voor straf de vaatwasser leeg, jij dekt alvast de tafel."
Hoewel er nog niets op het gas stond, waren de rapen toen helemáál gaar. Het volume naderde de grens van burengerucht en lokte hun moeder die boven de was stond te strijken. Vrouwe Justitia zette zich aan de keukentafel en hoorde in alle rust de schermutselingen aan. Haar vonnis was even eenvoudig als briljant.
"Dan verkoop je die Neuer toch meteen dóór aan het team van oudste."
Broederlijk hervatten de jongens hun coachtaken aan de computer, terwijl Braamhaar de aardappels, wortels en uien door elkaar mocht prakken. Gelukkig is er ook een Björn Kuipers in huis.

vrijdag 7 november 2014

Doutzen

Mijn vriendin stond voor de spiegel. Met een nieuwe broek, kuithoge laarsjes, een vreemd vestje en een zijden sjaal bekeek ze zichzelf vanuit alle windrichtingen. Ze deed me denken aan een buurvrouw uit de jaren zeventig. Met een hoog, luidruchtig stemmetje verstierde ze alle verjaardagsfeestjes.
"Wat vind je ervan?" was de onvermijdelijke vraag.
"Hmmm, even wennen, maar het staat je best goed, schat." Eerlijkheid is als rookworst in de erwtensoep: je moet kunnen doseren.
Tussen alle lege winkeltassen speelde jongste met FIFA 13. Manchester United in een fel duel met Real. De make-over van zijn moeder, die nu met het zelfvertrouwen van Doutzen Kroes door de kamer paradeerde, bracht hem op een idee. Hij legde de wedstrijd stil en schakelde naar instellingen. Op het beeldscherm zag ik Abrahams, de speler die op FIFA 13 Manchester United wél laat winnen. Met een paar drukken op zijn afstandsbediening veranderde jongste het bruine haar in wilde blonde lokken. Ineens leek Abrahams op die ene van LA The Voices. Jongste schakelde meteen door naar 'donker'. Nu keek Jan Joost van Gangelen de huiskamer in. Dat kon nog, maar uiteindelijk koos jongste voor een modern kort kapsel, waardoor Abrahams als een platte volkszanger de strijd tegen Real hervatte. 
Met open mond keek ik om me heen. 
Mijn vriendin bracht als Holland's Next Top Model een vergeten vrouwenstem uit een ver verleden tot leven, terwijl op televisie Abrahams met het gezicht van Gerard Joling de wedstrijd in het voordeel van United besliste. Als een bokser die twee opstoten moet verwerken, schudde ik even met mijn hoofd. Meteen daalde het inzicht neer: mode is niet mijn ding.

donderdag 6 november 2014

Rimpels

Aan de keukentafel las ik vanmorgen in de Voetbal International een interview met de grootste Nederlandse voetballer ooit. Er stond een grote foto bij.
"Wie is dat?" vroeg oudste, op weg naar een beschuitje.
"Johan Cruijff."
Mijn antwoord deed oudste weinig. In zijn hoofd gingen geen luikjes open met beelden van de onmogelijke boogbal tegen Piot, het lobje over Metgod of slow-motionbeelden vanaf de zijlijn in Nou Camp met op de achtergrond een melancholiek strijkkwartet van Strawinsky. Plichtmatig, als een oude treinconducteur op het perron, smeerde hij boter op zijn beschuit.
Het was tijd voor onderricht. 
Ik legde oudste uit dat Johan Cruijff vroeger enorm goed kon voetballen bij Ajax, Barcelona en het Nederlands elftal, dat hij de Messi van zijn tijd was en dat hij het nu als zijn levenswerk beschouwde om Ajax via eigen talenten weer terug te laten keren naar de top.
"Hé, dat is Cruijff!" zei mijn vriendin. Ze meldde zich met jongste aan de ontbijttafel. Geïnteresseerd keek ze over mijn schouder.
"Goh, hij heeft wel veel rimpels."
De ouderdomsverschijnselen van Cruijff hielden jongste niet zo bezig. Terwijl hij de peperkoek uit de kast pakte, informeerde hij wat Ajax gisterenavond gedaan had tegen Barcelona. De agenda van de Champions League zit scherper in zijn hoofd dan de tafel van 4.
"0-2 verloren. Twee goals van Messi."
Met in zijn mondhoek een hap beschuit, koppelde oudste de uitslag van de wedstrijd in de Arena naadloos aan mijn verhandeling over de Grootse Nederlandse Voetballer Ooit.
"0-2? Dat levert die Kruif weer een rimpel op," zei ie droog.

zondag 2 november 2014

De veter van Teunisse

Een kwartier is in het geheel van de geschiedenis der mensheid een druppel in het IJsselmeer, bekeken door kinderogen zijn vijftien minuten een cadeau. Op zaterdagavond begon PSV-ADO om kwart voor negen en doordat negen uur bedtijd is voor oudste en jongste gingen ze er eens goed voor zitten. Een kom met bolognese chips op tafel. Een fles sinas ernaast. Een schot van Wijnaldum, wat gekkigheid van Willems, een lob van Depay: het feest van de openingsminuten in Eindhoven mocht beginnen.
En toen was er het gat.
De camera zoomde in op het doel aan linkerzijde waar een levenloos touwtje de functie van het net ontkrachtte. Twee paar jongensogen schakelden op de bank in twee seconden van verwachting naar ongeloof. In enkele woorden duidde ik voor de jongens de ernst van de situatie.
"Tja, een schot van Jozefzoon glipt daar zo doorheen."
De redding leek nabij toen Sjaak Teunisse, diep in de catacomben verantwoordelijk voor de loonadministratie van de terreinknechten en 'onvoorziene gebeurtenissen', met in zijn hand de veter uit zijn zondagse schoen het veld opstapte voor zijn moment of fame. Debiteren, belastingschijven, kleiduifschieten met het Gilde in Oss; de lijst met vaardigheden van Sjaak Teunisse is best lang, maar de platte knoop zit er niet tussen. Met een schuin oog op de klok keek oudste wanhopig toe hoe de veter steeds weer als een kansloze sliert uit de reparatiehandelingen  tevoorschijn kwam. Freek van de Walik, dienstdoend grensrechter, moest er aan te pas komen om de impasse te doorbreken. Met een strik, opgedaan in een lesje van mevrouw Ferwerda van groep twéé, werd het gat gedicht. De grote wijzer naderde de twaalf toen er uiteindelijk werd afgetrapt. Wat geschuif achterin en de gele kaart van Hendrix, na het gehannes van Teunisse bleef er weinig over voor de jongens. 
"Rotvent," mompelde jongste, toen hij ontgoocheld de trap op liep.