donderdag 31 oktober 2013

Langzaam

Het was alsof hij ter plekke werd gestraft voor alle zonden. Fernando Ricksen, die tijdens zijn voetbalcarrière niet vies was van een vechtpartij, een glas bier, stoeien met een hoer en een snuif cocaïne, verlamde aan tafel bij DWDD na de vraag van Matthijs waarom hij zo langzaam praatte. Het hoge woord kwam eruit: Ricksen heeft de spierziekte ALS.
Je kon er ook op wachten, de biografie van Ricksen. Na de recordverkoop van GIJP en de hilarische anekdotes van Andy van der Meyde ligt daar een nieuwe markt. De niet-lezer is naar de boekhandel gelokt, er is geen houden aan. Ik kijk uit naar de boeken van Ruud Heus en Juul Ellerman. Of de memoires van Frank Demouge. Iets met eenzame avonden op een hotelkamer in Bournemouth en andere onthullingen. In het geval van Demouge hoop ik op een schoenenfetisj.
Ik kon natuurlijk niet achterblijven: druk werk ik aan mijn eigen biografie. Mijn flamboyante leven, opgesplitst in veertien smeuïge hoofdstukken. Die toestand met die gele onderbroek in het fietsenhok achter de jongensschool, wat er gebeurde in Ohé en Laak en het voetbalkamp met de A-junioren in het jeugdhonk van Maarheeze, waar ook Johanna en haar hockeyteam logeerde; u kunt het allemaal lezen in De stick van Johanna en andere avonturen, mijn biografie die in 2017 verschijnt bij uitgeverij De wufte kaft.
Maar Fernando Ricksen dus. Hij is nu 37 jaar. Het is niet zeker dat hij de 40 haalt. De biografie van de oud-voetballer, die speelde voor AZ, Glasgow Rangers en het Nederlands elftal, heeft als titel Vechtlust. 
Hij zal het nodig hebben.

maandag 28 oktober 2013

Kiezen

Ik vond de tijd rijp. Er moesten knopen worden doorgehakt. 
"Ben je er al uit?" vroeg ik aan jongste. Op de achtergrond klonk de begintune van Studio Sport. Jongste zat in pyjama op de bank.
"Waaruit pap?" 
Hij is nu zes. Oud genoeg om kleur te bekennen. Ik keek hem indringend aan. "Van welk team gaat je hart sneller kloppen?"
Hij keek bedenkelijk. Op de achtergrond speelde PSV tegen Roda. Toivonen stond in een groen shirt op doel.
"Ik denk PSV. Maar Ajax vind ik net zo leuk." 
Daar schoten we weinig mee op. Wat besluitvorming betreft, kwam ie niet verder dan het gemiddelde Tweede Kamerlid.
"En Feyenoord dan?" Ik wees naar zijn Feyenoord-pyjama. "Je vindt Pellè toch goed?" Jongste kwam er niet uit. Hij had meer informatie nodig.
"Wie staat er nu bovenaan, pap?" 
"Welke club niet, jongen. Twente, AZ, Ajax, PSV, Groningen en PEC. Die clubs staan eigenlijk alle aan kop." Jongste liet moedeloos de schouders hangen. Het werd hem te veel. Op televisie scoorde Havenaar met het hoofd.
"Wie is dat, pap?"
"Dat is Vitesse, jongen. Maar die spelen in de verkeerde kleuren."
"FC Groningen dan?"
"Vier uur rijden, te ver weg."
Studio Sport was aanbeland bij de herhalingen van gisteren. Het beeldscherm toonde de goal van Mike van Duinen.
"Waar speelt Mike van Duinen?"
"Bij ADO, maar daar hebben ze kunstgras."
Jongste kwam er niet uit. Op de achtergrond breide Tom Egbers een einde aan de uitzending. De eindtune klonk.
"Nou, jongeman, wat gaat het worden?" Het klonk als meneer Aart die Tommie dwingt te kiezen tussen Pino en Ieniemini.
"Mag ik echt kiezen uit alle teams? Allemaal?" Jongste wipte nu ongedurig van zijn ene bil op de andere. 
Ik knikte. 
Toen rechtte ie zijn schouders. Het hoge woord kwam eruit. 
"Nou, dan kies ik voor F9."  
Ik was verbijsterd. Zes jaar en nu al iedereen te snel af.



zondag 27 oktober 2013

Zee

De slaapkamer is donker als ik mijn ogen open. Buiten het geluid van regendruppels die slap tegen de ramen kletsen. Het waait, een druilerige herfstdag. Vanuit de kamer aan de andere kant van de gang klinkt gestommel, daarna voetstappen: de jongens melden zich.
"Wat heeft Ajax gedaan?" vraagt jongste nieuwsgierig als hij naast mijn bed staat. Gisterenavond mocht ie de eerste helft zien. Hij vond Siem de Jong goed spelen.
"Nul-nul," zeg ik met een zucht. De teleurstelling over het vertoonde spel klinkt erin door.
Oudste klimt over zijn moeder in bed. "Nul-nul? Maar ze speelden natuurlijk wel weer veel beter dan de tegenstander," zegt ie droog. Hij heeft meer met humor dan met voetbal.
Ook jongste laat zichzelf in het middenschip vallen. Hij kruipt tegen mijn rug. Een tijdje is het doodstil. Plots denk ik aan de wasmachine. In een zwak moment heb ik beloofd de nachtelijke was te zullen ophangen. Langzaam richt ik me rechtop. "Het is half negen, ik ga de was ophangen," geeuw ik.
"Half acht," hoor ik aan de andere kant van het bed, "de klok is verzet."
Verheugd kruip ik terug onder de dekens. Samen met de rest in een warm bootje. Een uurtje extra voortdobberen op een donkere zee van regendruppels, ruisende wind en vallende bladeren. Onder de dekens beweegt de hand van mijn vriendin. Ze klopt drie keer zachtjes op mijn heup.
"Lekker hè," zegt ze.
"Heerlijk," antwoord ik.

vrijdag 25 oktober 2013

Say no to racism

De camera die, vlak voor een belangrijke voetbalwedstrijd, van dichtbij de spelers langs gaat, daar mag ik graag naar kijken. Aan de gallerij van lachwekkende voetbalkoppen werd deze week een vreemd attribuut toegevoegd: een vaantje. Terwijl de cameraman de twee teams en het arbitrale vijftal passeerde, werd een vlaggetje met een boodschap voor de kijkers doorgegeven.
Dat was erg grappig.
Kijk, voetballers oefenen op een goede kop tijdens zo'n close up. In badkamers wordt hartstochtelijk geschaafd aan de beste overwinnaarsblik. De stand van de schouders, een twee-dagen-baard of glad, de blik op oneindig of een knipoog, wel of geen kauwgom; niets wordt aan het toeval overgelaten. Christiano Ronaldo heeft er in Bernabeu zelfs een begeleidingsteam voor dat naast een haarstylist uit een visagist en een toneelregisseur bestaat. Het kost een paar centen, maar dan heb je ook het beste voetballershoofd.
Deze week werden die seconden van persoonlijke public-relations genadeloos doorbroken. Je zag het gebeuren; de speler die zich focuste op zijn beste blik ("Niet in de camera kijken, niet in de camera kijken"), kreeg ineens van de linksback het vlaggetje in zijn handen geduwd. Het dundoekje werd vervolgens doorgegeven alsof het de gebruikte onderbroek van schoonmoeder betrof. De boodschap van de UEFA, voor eens en altijd een einde maken aan racisme op en rond de velden, kwam dan ook niet helemaal uit de verf.
Het mislukte toneelstukje had voorkomen kunnen worden. Elke vrouw had het de UEFA-commissie vantevoren kunnen influisteren: mannen kunnen maar één ding tegelijk. 

donderdag 24 oktober 2013

De straten van Malmö

Het gaat vooruit met Gregory van der Wiel. Na twee seizoenen dolen in Parijs lijkt hij nu te weten waar de Eiffeltoren staat. In de wedstrijd tegen Anderlecht gaf hij twee puntgave assists op Zlatan, maar een doelpunt vieren in de armen van de Zweed, dat wil nog niet zo lukken. 
Van der Wiel leek nog het meest op een jongeling op de apenrots, die na een speels stoeipartijtje doodsbang om zich heen kijkt; hoe gaat de Zilverrug reageren?
Ik geef het je ook te doen, in de uitgestoken armen lopen van Ibrahimovic. Op het veld maakt hij de ene na de andere club kampioen, daarbuiten gedraagt hij zich als een tbs'er op proefverlof. De koffiejuffrouw op het trainingscomplex van Paris st. Germain krijgt elke ochtend een zoen op haar voorhoofd, maar één bakje slappe latte machiato en ze kan een karatetrap in de rug verwachten.
Ibra leerde het zo vroeger, als zoon van kansarme ouders in een buitenwijk van Malmö. Als je uitgedaagd werd: niet afwachten en zelf de eerste klap uitdelen. Op het veld is Ibrahimovic niets veranderd. Toen in de zesendertigste minuut de bal ergens voor de verdediging van Anderlecht opstuiterde, voelde Zlatan zich weer uitgedaagd. Ineens zag ie Zweedse jochies voor zijn neus, rijkeluiskinderen uit andere wijken die Anders of Sven heetten en hem uitlachten om zijn kleren.
"Kijk daar, die Joego in zijn lappenbroek!" 
Net zoals toen haalde Ibrahimovic hard uit met zijn rechter. De kaakslag eindigde wondermooi in de bovenhoek.

woensdag 16 oktober 2013

Copacabana

Jongste zat vroeg in de morgen in pyjama op de bank. Op zijn schoot lag een opengeslagen atlas. "Waar ligt Brazilië eigenlijk, pap?"
Oudste was me voor. "In Zuid-Amerika, er is veel tropisch regenwoud."
Aan het gezicht van jongste kon ik zien dat die dichtbegroeide bossen hem niet zo veel deden. De dribbels van Robben en de goals van Van Persie, die hadden indruk op hem gemaakt en dat wilde hij van dichtbij meemaken.
"Is dat ver, Zuid-Amerika?" vroeg jongste weer.
"Ja, veel verder dan Frankrijk. Ook verder dan Schiphol," antwoordde oudste. Hij is goed in topografie.
Jongste reageerde niet, pakte zijn spaarrups van de kast en opende het luikje. Hardop begon ie te tellen. Ik droomde met hem mee: glinsterende stranden op de Copacabana, mooie gebronsde lijven met minuscule topjes, lekker voetvolleyen in de branding en in de namiddag naar de wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Bolivia.
"Vierentwintig euro, tachtig," zei jongste. Het muntje van 50 cent dat ie gisteren op de markt vond werd meegerekend.
Zijn moeder kwam nu ook naar beneden, met de kleren en de tandenborstels.
"Waarom is die spaarrups open?" vroeg ze.
"Hij wil in de zomer naar Brazilië. Naar het WK. Om naar Oranje te kijken," zei oudste. Hun moeder lachte het plan weg. Ze is van het nuchtere type.
"Oranje kijken?" vroeg ze. "Gewoon op de camping, in de voortent. Hup, aankleden!" Ze wierp de jongens beiden een setje kleren toe.
Met een zuur gezicht kleedde jongste zich aan. Hij keek naar zijn shirt: een oranje voetbalshirt met Van Persie achterop. Hij wist het. Dichterbij het Nederlands elftal zou hij voorlopig niet komen.

vrijdag 11 oktober 2013

Snor, part II

Hartstikke leuk, die vrolijke aanvalsgolven van Oranje. Naast de lichtvoetige Hollanders leken Dszudszak en zijn vrienden op koeien met mond- en klauwzeer, klaar voor het slachthuis. Erg grappig weer, die toneelstukjes van Van Gaal en Kraay jr. na afloop. Ontroerend, de liefde tussen Van Persie en Kluivert na het nieuwe doelpuntenrecord, maar het meest opmerkelijke uit de interland tegen Hongarije was toch echt de gezichtsbeharing van Nigel de Jong.
Daar heeft die barbier in Milaan veel werk aan gehad, dat gemillimeterde snorretje. Als kokette ruitenwissertjes lagen ze op zijn bovenlip.
Strak gecoiffeerd veegde hij alle goulashvlekken weg. Hij deed dat met haast, Nigel de Jong. Het leek of hij na de interland meteen door moest naar de filmstudio voor de opnames van Old fellas, een speelfilm over georganiseerde misdaad in de vorige eeuw.
Prachtig beeld. Ergens in een arbeiderswijk van Chicago staat een auto met geopende kofferbak. Nonchalant leunt een man tegen de wagen. Het is De Jong, in maatkostuum en een gleufhoed schuin op het hoofd. Dan voetstappen. De bad guy meldt zich. Muziek van Ennio Morricone zwelt aan. Er wordt een koffertje in de auto geschoven. De camera zoomt in op het gezicht van Nigel. Met donkere blik lepelt hij zijn tekst op:
"Don't worry, Enzo will send you the merchandise." 
De bondscoach heeft lang moeten zoeken, maar we kunnen weer rustig gaan slapen. Oranje heeft weer een gangster in de gelederen.

Oktoberfesten

Arjan Robben die aansluit bij Oranje voor de wedstrijd tegen Hongarije, die beelden had ik graag gezien. Het ene moment jezelf op een schlager van Heino ritmisch op de lederhose kletsen en het andere moment met een stalen gezicht door de draaideur van Huis ter Duin wandelen: dat moet je kunnen.       
Maar het geluk van voetballen bij het beste team van Europa, iedereen kan het zien. Je leest het in zijn ogen en je ziet het op de training als Janmaat op spelvreugde gepasseerd wordt. Maar de bondscoach bekijkt het natuurlijk geheel anders: "Robben kiest de verkeerde ruimte als Bayern inschuift over de vrije man."
Van Gaal zal het niet snel zeggen, maar Arjen Robben voetbalt in de stad waar hij graag zou willen terugkeren. Het liefst zat ie dit weekend in lederhose in een grote biertent. Met Truus naast hem in een wulpse dirndle, de borsten strak opgebonden. Aan een lange tafel lekker mijmeren over Lahm op het middenveld, een tactische aanpassing voor Schweinsteiger of een lastige uitwedstrijd naar Nürnberg. Met een team een heel seizoen toewerken naar het kampioenschap. En dan in de Allianz Arena voor een peloton persfotografen net doen of je de glazen laars boven je hoofd niet ziet.
Na de plichtmatige zege van het Nederlands elftal op Hongarije zal Van Gaal op eigenzinnige wijze het spelbeeld analyseren en met nadruk de heilige missie herhalen: met Oranje naar het WK van Brazilië. Intussen weten we allemaal hoe het zit.
De bondscoach hunkert naar een nieuwe bierdouche.

maandag 7 oktober 2013

Kool

Het was mijn kookbeurt. Ik had mijn best gedaan op aardappelen met vlees en bloemkool. Met een papje zelfs, maar de jongens kwamen met weinig trek aan tafel. 
Ze treuzelden boven hun bord als een keeper in blessuretijd. Na twintig minuten en twee waarschuwingen van hun geïrriteerde moeder, gooide jongste het over een andere boeg. 
"Pap, wat is de lekkerste kool die je ooit gemaakt hebt?"
Ik zag zijn twinkelende ogen. In het hoofd van jongste stond Ronald Koeman op een boerenakker met zijn voet op een rode kool.
"Nou, in '97 maakte ik de lekkerste kool. Een omhaal na een strakke voorzet," antwoordde ik met een grijns.
Oudste herkende de samenzwering. Hij pakte mijn lege bord en hield het boven zijn hoofd, alsof hij met de schaal op de Coolsingel stond. De jongens lachten hard om hun vondst, maar de timing was belabberd. Bij hun moeder was een grens bereikt: oudste kon met zijn bord naar het halletje, jongste werd bij de achterdeur geplaatst.
Daar zaten we dan, met zijn tweeën aan de keukentafel. Mijn vriendin begon met een boze blik de tafel af te ruimen, terwijl ik met samengeperste lippen een schaterlach probeerde terug te sturen naar mijn onderbuik. 
Tevergeefs. 
"Wat zit jij nou stom te grinniken," vroeg ze.
"Tja, je bent zojuist door de jongens op de eh, ... hak genomen," vertelde ik naar waarheid. Mijn vriendin vond het woordgrapje minder leuk.
Het toetje werd daarna in stilte naar binnen gelepeld.


donderdag 3 oktober 2013

Snor

Jongste kijkt op van zijn LEGO-bouwwerk als ik de televisie op RTL 7 zet. We vallen in de voorbeschouwing met Derksen en Van der Gijp.
"Wie gaan er voetballen, pap?" vraagt ie.
"AZ," zeg ik, "voor de Europa League tegen Paok, dat is een ploeg uit Griekenland."
Jongste laat zijn steentjes liggen en kruipt naast me op de bank. AZ, dat wil hij wel zien. Dat is de club van Roy Beerens, zijn voetbalheld die een straat verder opgroeide. Roy Beerens, de voetballer die al in Oranje speelde en groot werd op het veldje voor ons huis. Hij zegt het niet, jongste, maar in een partijtje is hij in stilte Beerens.
"Is het stadion al gemaakt?" Jongste herkent het stadion van AZ. De brand en het staken van de wedstrijd, enkele weken geleden, maakte grote indruk op hem. "Ja jongen, dat brandje is inmiddels al geblust."
Intussen richt Johan Derksen op tv zich op de rechtsbuitenpositie van AZ. 
"Die Beerens op rechts, dat is toch ook alleen maar rennen en vliegen," zegt ie met een zuur gezicht, "toen ie begon bij PSV, leek het nog wat, maar die jongen komt niemand meer voorbij. Beerens staat al jaren stil."
Ik kijk naar jongste. Hij geeft geen krimp.
Dan doet Van der Gijp nog een duit in het zakje. "Een buitenspeler die per seizoen maar twee goals maakt, die moet je niet serieus nemen."
Dat is te veel. De wedstrijd van AZ moet nog beginnen, maar zonder een woord staat jongste op van de bank en keert terug naar zijn LEGO-huis.
Op televisie gaat de borrelpraat over de kansen van Paok en de opstelling van Haar gewoon door. 
"Hij heeft er geen verstand van," zegt jongste na een poosje.
"Wie," vraag ik, maar ik weet al welke kant dit op gaat.
"Die man met die gekke snor," zegt jongste, zonder op te kijken.