zaterdag 11 april 2020

Dag 28

Okay, dit jaar dus geen Matthäuspassion. Waarschijnlijk wordt het een brunch met zelfgemaakte eiersalade en de geur van versgebakken broodjes. Maar wel zónder mijn zus en haar gezin, zonder onze ouders. Dit jaar tikken we in gedáchten samen een eitje.
Omdat de jongens uit bescherming hun opa en oma al een maand niet hadden gezien, videobelde ik gisteren vanuit hun zorgappartement naar Oudste en Jongste, die thuis op de bank zaten. In de jaren zeventig was de oude telefoon met draaischijf al een grote sprong in de toekomst, dus de aanblik van hun kleinzonen op het kleine schermpje: voor mijn ouders leken het marsmannetjes die van ‘out of space’ in hun huiskamertje neerdaalden.
Oma streelde met haar vinger over het scherm, in een poging alsnog een knuffel te krijgen. Opnieuw haalde ze de namen door elkaar, haar dementie heeft onomkeerbaar de Van de Kerkhof-fase bereikt: ze weet niet meer wie wie is.
Ook opa keek geboeid naar het wonder van techniek. Hij wees naar Jongste.
“Kijk, hij heeft een paasei op zijn hoofd!”
Paasei? Mij was niets verteld over een vouwhoedje. Ik keek nog eens goed. Het ronde bel-icoontje om de verbinding te verbreken lag op het schermpje inderdaad precies op het hoofd van Jongste. Opa vond het erg grappig.
“Ja, leuk hè!”, zei ik. Soms moet je de dingen gewoon laten zoals ze zijn.


Voor alle lezers, mede namens Oudste, Jongste en hun moeder: vrolijk Pasen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten