dinsdag 28 juni 2016

Rustdag

In de badkamer stond mijn vriendin ineens naast me.
"Wat is er aan de hand?", vroeg ze geschrokken.
Ik stapte uit de douchebak. Water druppelde in slierten op de tegelvloer.
"Hoezo?"
"Ik hoor je steeds hard roepen. Een diep gegrom, of zo." Uit het wastafelkastje greep mijn vriendin een handdoek. Geen idee waar ze het over had.
"En waarom houd je je armen gestrekt?"
Ik draaide een kwartslag naar de spiegel. Ik zag mezelf als het Christusbeeld op een heuvel boven Rio de Janeiro, maar dan in mijn blote kont in de eigen badkamer. Ik wilde de handdoek aanpakken, maar op dat moment klapten mijn armen als een berenklem dicht en stootte ik een diep oergeluid uit, alsof vulkanische energie via mijn mond een weg naar buiten zocht.
"HOEOEOE!"
"Ja, dat bedoel ik!" zei mijn vriendin, met haar zie-je-wel-blik.
En toen herhaalde het zich. En nog eens. En nog eens. Maar met steeds kortere tussenpozen. Ik trok er ook een vreemd gezicht bij. Mijn vriendin keek me aan alsof ze voor de trollenkoning in de Efteling stond.
"Ik geloof dat dat hele EK voetbal je nogal aangrijpt," zei ze, terwijl ze zorgzaam mijn rug afdroogde. Daarna verdween ze naar beneden. Een nieuwe aflevering van Bed and breakfast wachtte.
Het EK? Dat viel toch wel mee? Okay, vanmorgen aan het ontbijt zei ik vanuit het niets "Die knal van Payet mag nu wel uit de top vijf, Youri," maar iedereen is toch wel eens verstrooid? Opnieuw keek ik in de spiegel. Mijn armen bewogen de handdoek over borst en schouders. Zie je wel, niets aan de hand. Snel trok ik iets luchtigs uit de kast in de slaapkamer en kroop beneden op de bank naast mijn vriendin. Ze staarde naar mijn benen. In haar ogen stond pure paniek.
"Een grijze XXL joggingbroek?"

zaterdag 25 juni 2016

Koekoek

De zaterdag bracht drie achtste finales en de seizoensafsluitingsdag van het F-team van jongste. In een laat middaguur, tussen alle vaders, overzag ik de situatie. In het prieel spraken de moeders met elkaar over het belang van gehaakte bedspreien en Coldplay, de kinderen sprongen eensgezind als de bende Von Trapp op de trampoline, rechts voor me sidderden de speklapjes op een tafelrooster en aan mijn linkerkant toonde een platte beeldbuis de strijd tussen Zwitserland en Polen. Met mijn ellebogen rustend op een hangtafel, wist ik: veel mooier wordt het niet.
Maar toen scoorde Blaszczykowski.
Naast matchfixing, hooligans en corrupte bestuurders wordt voetbal bedreigd door spelers met te veel medeklinkers. De goal van Blaszczykowski verpestte de dag. Zijn goal deed me denken aan een zomer in Wales, ergens vorige eeuw, waar ik verbleef voor een jacht op everzwijnen. De avond voordat we de zwijnen zouden gaan opdrijven, overnachtte ik in een herberg in het plaatsje Glenfrlwjrtfdenwich. Toen voelde ik het ook: totale ontregeling. De start van de jacht maakte ik nog wel mee, met de collies en de luchthoorns, maar daarna staarde ik wezenloos naar de lucht boven de bossen in Noord-Wales. Geen everzwijn gezien.
Maar goed, Blaszczykowski dus. Opnieuw staarde ik radeloos in de verte, nu boven een rododendron en het vrouwenprieeltje. Te veel medeklinkers, dat is hetzelfde als drie ochtenden op één dag of een elftal met twee keepers. Een Touretappe met meerdere eindsprints. Doe normaal. Vroeger heetten Poolse voetballers toch ook gewoon Lato of Boniek?
De bicycle-kick van Shaqiri, de geschoren lijnen in het hoofd van van Cristiano Ronaldo, het zingen van de Noord-Ierse fans, het ging allemaal volledig langs me heen door Jakub Blaszczykowski, die doodleuk medeklinkers had gestapeld als bouwpakketten in een Ikea-magazijn.
"Wat zit je te dubben?" vroeg mijn vriendin, laat op de avond. Tja, hoe leg je dat uit, dat je je zorgen maakt? Als de Polen, naast keukens en tussenwandjes, nu ook lukraak nodeloze letters achter namen gingen plaatsen? De nieuwe trainer van Ajax gebruikte al zo'n aanstellerige 'zet'. Hoe heette hij na een goed seizoen van Milik? Peter Boszsz?
"Laten we maar gaan," zei ik, net zo verslagen als de Kroatische trots. Bij het halen van de jassen zag ik bij Schut en Borst een vrouw op de bank zitten. Ze vertelde iets over cultvoetballers en heette Cécile Koekoek. Een hoop haar en vooral veel klinkers. Mooi, ik had dat net even nodig.

zondag 19 juni 2016

Vaderdag

Vaderdag brengt altijd veel creativiteit. Oudste knutselde een papieren brillenkoker en een supermanpoppetje uit een kurk. Die Superman was ik, zei hij erbij. Jongste had in het midden van een vel mijn naam geschreven en daaromheen voorwerpen getekend die zijn vader karaktiseerden. Ik zag een koffiezetapparaat en een voetbal.
"Goh, leuk!" lachte ik.
Na het ontbijt meldden de heren zich samen met de buurtvrienden op het veld voor het huis. Maar nog vóór het partijtje klonterden ze met zijn allen samen in het struikgewas, de catacomben, waar ze zich in twee rijen van vier spelers opstelden. Tijdens deze voorbereidingen voor een grootse opkomst in hun stadion, was de volgende dialoog hoorbaar:
"Wie zijn wij eigenlijk?"
"Frankrijk? Of toch Oostenrijk?"
"Nee, geen Oostenrijk. Die hebben Arnautovic."
"Die is toch goed?"
"Ja, maar hij heeft zo'n knotje."
"Okay, Frankrijk dan. En jullie?"
"Wij zijn IJsland."
"IJsland? Jullie hebben helemaal geen baarden."
"Nee, maar we gaan wel heel ver ingooien."
Nadat ook de beide aanvoerders waren aangewezen, werd er met kaarsrechte ruggen naar de middenstip gewandeld, waar de twee parallelle rijen opgingen in één lange lijn. Alles was nu gereed voor de volksliederen. Eén spelertje zwaaide naar de tribunes, maar naast een Toyota Starlet die passeerde en de buurvrouw van nummer 33 die met verwilderd haar de gordijnen van de slaapkamer opensloeg, was ik de enige die de voorbereidingen op deze EK-wedstrijd gadesloeg. Juichend bovenop de tafeltennistafel, dat dan weer wel.
Doordat er verder weinig voorzieningen op de tafeltennistafel aanwezig waren, verhuisde ik in de rust naar de keuken van onze woning. Daar, met een verse kop koffie in de hand, zag ik IJsland scoren. Jongste verzond een voorzet die oudste via de Amerikaanse eik binnenschoot. Op de keukentafel lag de tekening met de bal en het koffiezetapparaat. Verrassend hoe een kinderziel de zaken soms terug kan brengen tot de kern.

donderdag 16 juni 2016

Je suis Joachim Löw

Ooit volgde ik een cursus schilderen. Iets met kwasten en veel tubes aquarelverf. Om onze creatieve grenzen te prikkelen, legde de leraar zijn Rubensvrouw poedelnaakt op een bankje. Daar lag ze, op haar zij, in ons midden. Vanaf haar oksel trok haar lichaam een rechte lijn die ter hoogte van haar heup spannend in een ronding verdween. Achter de schildersezel brak het zweet me uit. Woensdag, bij de wedstrijd van de Fransen tegen Albanië, moest ik terugdenken aan de les in het schildersateliertje. Het dak van het stadion in Marseille trok vanaf de hoek een rechte lijn, om ter hoogte van de middellijn in een spannende heupronding te verdwijnen. Voetbal en sex hebben soms verrassend veel met elkaar te maken.
De camera's van de NOS zijn minder geïnteresseerd in stadiondaken met wulpse welvingen. Die richten ze liever op Joachim Löw. Tijdens de wedstrijd Duitsland-Polen loerden we met zijn allen vol verwachting naar de Duitse bondscoach. Zou hij weer een vinger in één of ander lichaamsgat laten verdwijnen?
Joachim Löw, die voor de dug-out gedachteloos zijn hand in zijn broek laat zakken en vervolgens aan zijn vingers ruikt om te bepalen of zijn Herr von Heesen nog een douche behoeft, ik vond het eigenlijk wel verfrissend. Oprecht ook. Tussen al het machogeweld op dit EK, het verre ingooien van Gunnarsson, Zlatan Ibrahimovic die in een commercial tegen een boksbal schopt en de gespierde bovenarmen van Henry Schut, vond ik het gedrag van de Duitse keuzeheer het mannelijkst van allemaal.
"Is dat die viezerik met dat ruiken?" vroeg mijn vriendin, toen na afloop van de wedstrijd Löw weer in beeld werd genomen. Ze lag languit op de bank. Ik zag het meteen: de lijn van haar lichaam begon ter hoogte van haar heup aan een spannende bocht. In de liesstreek meldde mijn meneer Damstra zich direct voor wat rek- en strekoefeningen. Alsof Pavlov hoogstpersoonlijk aanwezig was, gleed mijn hand onder de broekriem. De wilde frisheid van limoenen, stelde mijn neus twee tellen later vast. Terwijl mijn vriendin nietsvermoedend de glazen naar de keuken bracht, drong de waarheid over alle mannen tot me door: Joachim Löw, dat zijn we allemaal.

vrijdag 10 juni 2016

Wegduiken

In aanloop naar het EK voetbal dacht ik vaak terug aan een buurtbarbecue van enkele jaren geleden. Er was geen vlees. Daar stond ik, met een lege maag voor een buffet met verantwoorde fruitspiezen, linksgedraaide yoghurtsausjes en biologisch vis. Inmiddels hebben een rooster met sissende garnaaltjes en een eindtoernooi zonder het Nederlands elftal opvallend veel overeenkomst: waarom zou je eraan beginnen als het hoofdingrediënt ontbreekt?
Arjen Robben wist wel raad met de Oranjeloze zomer: hij boekte een vakantie naar de Verenigde Staten, ver verwijderd van de EK-kakofonie. Een prachtig beeld, Robben in een lange rij bij een hamburgergigant, mijmerend over een Big Mac of toch maar een McFlurry, maar werkverplichtingen en een minder gevulde portemonnee noopten me tot andere maatregelen om het EK te mijden. In goed overleg met het thuisfront werden daarom alle juni-avonden volgeboekt met ontsnappingsmogelijkheden, om te beginnen met een cursus creatief koken met aubergines tijdens de openingswedstrijd van het toernooi. In het weekend zou ik met scrabbletoernooien mijn kop in het zand steken, gevolgd door punniken met Afrikaans wol, tuinieren op zijn Fins, stuntvliegeren zonder touw, origami met karton en ik overwoog zelfs een les tangodansen op lakschoenen. Alles leek geoorloofd om dat ene beeld te verdringen: de Duitsers in een felgekleurde confettiregen met de beker boven het hoofd.
"Je kunt toch ook gewoon voor de Belgen juichen," zei mijn vriendin lollig.
Daarmee was de spanning in huis groter dan ooit. Juichen voor de Belgen, dat is raar. Dat is met de hond van de buren gaan wandelen als de bouvier is overleden. Als je zo graag een rondje maakt, regel een nieuwe puppy, richt hem af en zorg dat ie over twee jaar de beker apporteert.
Gisterenavond stond mijn vriendin, met in haar handen een tas vol aubergines, in de starthouding. Terwijl ik mijn jas aandeed, zapte één van onze zonen nietsvermoedend langs allerlei kanalen. Hij bleef hangen bij de klanken van de Marseillaise. Een camera gleed langs de spelers van het Franse elftal. Mijn vriendin schrok. Ze zag het gebeuren.
"Kom! Het is beter dat we nu...," probeerde ze nog.
Toen de Roemenen op de Franse keeper schoten heb ik mijn jas uitgedaan. Bij de kopbal van Griezmann op de paal pakte ik een bakje borrelnootjes en na de goal van Giroud heb ik mijn hele agenda schoongeveegd. En na de poeier van Payet wist ik het zeker: sissende garnaaltjes smaken verrassend lekker.