woensdag 1 april 2020

Dag 16

Corona. Zo, dat is eruit. Tot vandaag heb ik dat woord op deze plek nog geen enkele keer gebruikt. Je komt het namelijk overál tegen: bij de ingang van de supermarkt, op de radio, op tv. Het maakt je coronamoe. De ochtendkrant, zelfs de zaterdageditie met de dikte van een half telefoonboek; ik ga erdoorheen als ome Willem door zijn papieren entree.
Twee maanden geleden zochten we een schuilkelder voor een Derde Wereldoorlog (Iran-Trump) en meldden wanhopige vluchtelingen zich aan de grens van Europa. Alles wordt nu onder het kleed geschoven door de pandemie. Graag zie ik bij Jinek ‘het overige wereldleed’ weer aanschuiven. Ik hunker naar grote koppen op de voorpagina over een gestolen Van Gogh.
Door de complete afwezigheid van corona-nieuws is het zorgappartementje van mijn dementerende ouders een oase van rust. Ik kom er graag. Op de boterham pindakaas of Old Amsterdam, verder gaan de problemen niet. Een paar dagen geleden schrok mijn vader (86) echter van mijn binnenkomst.
“Moét jij niet binnen blijven?!”
Ik schrok ook. Hier nu ook al? Verbaasd vroeg ik waarom.
“Ja, vanwege het macaroni-virus!”
Met één woord zette hij dat hele virus op zijn plek. Dan ben je een grote.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten