woensdag 22 juni 2011

Verkoeling

De druppels vielen in een onregelmatig ritme. Op de schouder van mijn vriend Knoet spatten ze als minibommetjes uit elkaar. We zaten in het Griffin Park voor de wedstrijd van Brentford FC tegen Preston North End. Prachtige plaatsen, ik had een stoeltje op de derde rij ter hoogte van de middellijn. Knoet zat voor me, precies waar de overkapping van de Bill Axbey tribune eindigde. Het gekantelde stuk van het dak aan de lange zijde dat schuin naar het speelveld wees, zuchtte onder het gewicht van een witte deken van zeker vijftien centimeter. Het gure januariweer had een dik pak sneeuw achtergelaten en de intredende dooi zorgde laat op de middag voor waterspetters. Met een zorgelijke blik keek ik nog eens omhoog. Het stadionnetje liep gestaag vol. De temperatuur steeg. Zaten we daar wel veilig?
Knoet werd in het geheel niet opgeslokt door mogelijke sneeuwverschuivingen. Hij genoot van de sfeer. Tijdens de warming-up schreeuwde hij vrolijk naar de reservespelers die aan de zijlijn een rondo speelden en hij luisterde aandachtig naar beide supporterskampen die verwikkeld waren in een battle. Liederen kaatsten over het speelveld. Knoet zong uit volle borst mee. Daarnaast werd zijn aandacht getrokken door twee vrouwen. Ze zaten schuin voor ons, in de eerste rij direct achter de reclameborden. Beiden begin twintig, één was blond met een paardenstaart, de ander een brunette met wulpse krullen. Ze droegen XXL Brentford-shirts over hun wintercoats. Voetbal en vrouwen, Knoet beleefde een mooie middag.
Wat het andere geslacht betrof, kende mijn vriend weinig remmingen. Of hij nu in de supermarkt stond of in de kroeg, een gespreksopening had hij altijd paraat en daarna was het voor hem een sport om te kijken hoe ver hij kon gaan. Vaak liep hij een blauwtje, maar die enkele keren dat hij succes had, maakten alles goed. Iedereen die het horen wilde vertelde hij over zijn veroveringen. Knoet, de charmeur. Als hij een womanizer is, ben ik recordinternational van Oranje.
In het stadion van Brentford FC, raakten de hormonen van mijn vriend nog vóór de aftrap van de wedstrijd oververhit. Hij tikte de brunette op de schouder.
“Hello dear, how are you doing? I like your curly hair very much.”
Haar ontwapenende glimlach zorgde er waarschijnlijk voor dat Knoet meteen uit de bocht vloog.
“Fancy a fuck?!”
Haar antwoord was duidelijk. De rechterhand van de brunette zwaaide hard op Knoets gezicht. Hij stond erbij als een terechtgewezen kleuter. Twee seconden wreef hij over zijn pijnlijke wang. Het laaiend vuur in zijn lichaam leek aardig gedoofd.
“Afgekoeld?”, vroeg ik schijtlollig.
Precies op dat moment kwam vanaf acht meter hoogte het dikke pak sneeuw erachteraan.

vrijdag 17 juni 2011

Zomeravondvoetbal

De pinksterdagen vierden we op de camping. Na de middag in de speeltuin, de salto’s in het zwembad en de derde barbecue, besloten we dat de bal weer moest rollen. Met de buren van ons tourcaravanveldje daagden we mijn zwager uit, die een eindje verderop in een hoekje met stacaravans verbleef. De inzet was een taart.
Op zondag verzamelden we ons op het voetbalveld. De olympische gedachte was zichtbaar; in beide basisopstellingen stonden jongens en meisjes in leeftijd variërend van 8 tot diep veteraan. Sommigen droegen een paarse joggingbroek of teenslippers. Ik mocht op doel.
Mijn zwager had een Bayern-speler opgetrommeld. Althans, de jongen van een jaar of elf droeg een Bayern München-shirt met de naam Ribéry achterop. “Een gezin uit Oberhausen. Ze huren deze week hier een stacaravan,” zei mijn zwager met een knipoog.
Diep in de tweede helft bij een 2-1 stand in ons voordeel, passeerde Gerrit achter het doel dat ik verdedigde. De grappenmaker van de camping, iedereen kent hem. Hij liep scheef door het gewicht van het chemisch cassettetoilet dat hij in zijn rechterhand droeg. Net op dat moment dook Ribéry alleen voor me op. Hij haalde hard uit, maar zijn schuiver ging voorlangs.
“Scheisse!” riep hij hard.
De bal rolde voor Gerrit door. Hij keek naar het draagbare toilet in zijn hand waarin de darminhoud van het gehele gezin klotste.
“Ja, de cake van deze week,” lachte hij. Vervolgens liep hij door naar het toiletgebouw.

woensdag 15 juni 2011

Balboaplein

“Maar hoe kwam dat dan?”
De vraag van de zakenman naast hem is helder en direct. Hij deed iets in mobiele telefoons. Tsjetsjenië was voor hem geen voetbalavontuur, maar een mogelijke afzetmarkt.
“Een eigen doelpunt. In de laatste minuut. Tja, je verzint het niet. Ik moest meteen aan de woorden van Michels denken, in de rust van die uitwedstrijd tegen Oostenrijk toen Valke onhandig in eigen doel schoot.”
Door de bussiness-class galmt het staccato stemgeluid van de trainer die wel successen kende.
“Tja, als we dan ook nog in eigen doel gaan schieten.”
Ruud Gullit gniffelt om zijn eigen grap. Het verzacht de pijn. Hij slikt een paar keer om de druk op zijn oren te verlichten. Het vliegtuig heeft de daling ingezet.
“Vanaf het begin werkte het niet. Ik had er wel zin in. Er zit veel geld, er waren volop mogelijkheden. Maar het land is nog te onrustig. Dat werkt door. Met al die kalashnikovs langs de lijn wordt het voetbal nooit sexy.”
De zakenman knikt. Hij vindt het een vreemd gezegde, voetbal dat sexy is.
“Op het laatst werd het erg vervelend,” Gullit nipt nog eens van zijn glas, “die eigenaar van Grozny waar ik al over vertelde, Kadirov, gooide in de pers dat ik meer in het nachtleven gesignaleerd werd dan op het trainingsveld. Ben er zelden geweest, in de disco. Ik zong het al toen ik bij Feyenoord voetbalde: ‘Not the dancing kind.’”
Opnieuw probeert Gullit de bittere pil weg te lachen. Door het raampje ziet hij de landingsbanen van Schiphol. De zakenman grist zijn spullen bij elkaar. Voordat zijn koffertje dicht gaat, houdt hij Gullit een pen met een boekje voor.
“Mag ik je handtekening? Voor mijn zoon.”
Gullit pakt het boekje aan. In de verte ziet hij de lichtjes van de Amsterdams woonwijken. Het Balboapleintje moet er ergens liggen. Jarenlang pielde hij daar met Rijkaard en de jongens uit de buurt. Prachtige tijd. Een appel pikken op de markt. Stiekem over het meisjestoilet kijken op school. Gullit zet zijn handtekening in het boekje, hij kijkt naar de krabbel die hij al jaren zet. Dan geeft hij het boekje terug.
“Dank je,” zegt de zakenman.
Het landingsgestel maakt contact met het beton. Gullit schudt licht in zijn lederen stoel. Meer dan ooit verlangt de weggestuurde trainer van Terek Grozny naar die onbezorgde jongen uit een ver verleden. Rudi Dil.

zaterdag 11 juni 2011

Vakantie in Kameroen

Het is heet in Douala. Zelfs laat in de middag legt de zon een warme deken op het veldje in een buitenwijk van de stad. Tussen twee goaltjes, gemaakt van in de grond geslagen stokken, wordt een partij gespeeld. Vijf tegen vijf. Een jongen speelt in een HSV-shirt van Barbarez, de rest voetbalt zoals bijna iedereen in Kameroen, in blote bast.
Bij een huisje aan de overkant, op de onderste treden van een trap naar de veranda, nipt Thimothée Atouba van een beker kokosmelk. Hij kijkt naar het voetbalpotje. De balaannames en de handige manier van passeren doen hem denken aan de beloften van Ajax. Twee seizoenen lang trainde hij met hen op De Toekomst. Een grote Afrikaan tussen magere jongetjes. Haastig stapten ze na een training in Armani-shirt in hun bolides.
Hij mist Nederland niet. 
Twee wedstrijden slechts in het eerste van Ajax. Hij is er niet meer nodig. Wat moet hij verder in een land waar het vaak koud en nat is, waar mensen elkaar overdag niet groeten en 's avonds op tv eindeloos naar talentenshows kijken? 
Vanaf het veldje wenken een paar jongens. Ze willen dat hij meedoet. Atouba slaat de kokosmelk in één teug achterover en rent naar het oneffen veld. Als een ontembare leeuw springt hij over pollen en verraderlijke kuilen. Hij geniet van het beroeren van de bal.
Op blote voeten.

woensdag 8 juni 2011

Het jongensboek van Kees

“Drink je melk eens op!”
In een huiskamer van een Haagse volkswijk zit een jongen met zijn oor tegen de radio geplakt. De woorden van zijn moeder worden verdrongen door de donkere stem van de verslaggever. Het Nederlands elftal speelt. Kees zit in zijn eigen wereld. Frans de Munck trapt de bal uit, een harde tackle van Cor van der Hart, een dribbel van Faas Wilkes. Het geluid van de Kuip zuigt hem naar de strafschopgebieden. Hij hoopt dat de eerste helft eeuwig duurt, maar het rustsignaal klinkt. Het betekent bedtijd voor de zoon des huizes. Gehoorzaam drinkt Kees zijn melk en poetst zijn tanden. Boven, in zijn bed is hij de redder des vaderlands. Kees speelt de tweede helft voor Oranje. Na een passje van Wilkes tikt hij de winnende goal binnen. Een volle Kuip scandeert zijn naam. Bij het verlaten van het veld schudt hij handen en wordt hij geknuffeld. Iedereen wil hem aanraken.

Zesenvijftig jaar later is de selectie van het Nederlands elftal neergestreken in Uruguay. In de lobby van het spelershotel in Montevideo verstuurt perschef Jansma een ‘tweet’ via zijn Iphone. Zinvolle informatie voor het thuisfront.
‘Aswolk Argentinië vertraagt mogelijk terugreis Oranje’.
Aan een tafel in een hoekje kaarten Robben, Pieters, Cocu en Faber. In een comfortabele zitbank hangen Afellay en Kuijt onderuit. Klaas-Jan Huntelaar stapt uit de lift en passeert de perschef. “Kees, heeft het speelveld vandaag ook, eh, kale plekken?” Mathijsen en Nigel de Jong lachen hard.
De uitgelaten sfeer wordt onderbroken door het seintje van bondscoach Van Marwijk. De spelersbus is gearriveerd. Via de draaideur van het hotel glijdt het gezelschap door een haag van uitzinnige Uruguyanen naar de touringcar. Kees Jansma schuifelt tussen Van Persie en Krul naar de bus. Hij schudt handen, geeft high fives en wordt geknuffeld. Iedereen wil hem aanraken.
Kees speelt voor Oranje. Fier kijkt hij omhoog. Boven de hoofden van de hysterische fans ziet hij de blauwe lucht. Aswolken mogen de terugreis van Oranje nog lang vertragen.

zondag 5 juni 2011

Slechte timing

Het heeft even geduurd, maar inmiddels heb ik het een plek kunnen geven. Mijn nichtje werd 18 jaar en ze besloot haar volwassen status in een gehuurde zaaltje te vieren, precies op de avond dat Barcelona en Manchester United de finale van de Champions League gingen spelen. Daar sta je dan, met je colaatje in de hand. De enthousiaste dj speelt 'Lang zal ze leven', maar je kijkt met een schuin oog naar het tv-schermpje in de hoek dat zonder geluid de opkomst van beide elftallen laat zien.
In 1995 overkwam me hetzelfde. Het Ajax van Louis van Gaal veroverde op geweldige wijze Europa, maar op de avond dat de triomftocht tegen AC Milan groots bekroond ging worden, stond ik in een gehuurde zaal te klappen voor een net getrouwd bruidspaar. Met de basgitarist van de feestband vormde ik die avond een verbond. Terwijl het gelukkige paar en alle gasten om ons heen toostten op het huwelijksgeluk, gingen onze gedachten dwangmatig uit naar de aftrap in Wenen. De gitarist had op mij  een voorsprong: een klein tv-setje, verdekt opgesteld achter de boxen, hield hem op de hoogte. In de loop van die avond gingen de bruid en bruidegom op de schouders, terwijl de band 'Love is in the air' speelde. Iedereen zong en klapte voor een zonnige toekomst voor het verse paar, halverwege het lied ineens óók de basgitarist die op het podium hoger sprong dan een kikker met paringsdrang. In twee tellen stond ik naast hem.
Kluivert had gescoord.

vrijdag 3 juni 2011

De eksters en de pauw

Het gerucht gaat dat het plaatsvond in het seizoen 2006-2007. The Newcastle Arms, de pub op loopafstand van St. James' Park, vulde zich met voetbalsupporters. Foto's van Jackie Milburn, Malcolm MacDonald en Alan Shearer sierden de muur. De lucht in de kroeg vulde zich met voorbeschouwingen op de wedstrijd van die middag tegen Watford FC, walmen 'fish and chips' en de muziek van schnabbelstudent Jeff, die in een ver hoekje vanachter zijn synthesizer evergreens stond te zingen.
Ogenschijnlijk keek niemand op toen een oudere man met een cap van de New York Yankees diep over de ogen de pub binnenkwam, met in zijn kielzog een magere man in pak. Ze nestelden zich aan de bar naast een supporter met 'Duff' op zijn rug. In eerste opzicht niets aan de hand, twee vreemde snoeshanen tussen zwart-wit gestreepte shirts. Maar het plan van Elton John om incognito de uitwedstrijd van zijn ploeg te bezoeken, viel in duigen toen Jeff de beginakkoorden van een zeer bekend liedje liet horen.
'I guess that's why they call it the blues'
Alle ogen in the Newcastle Arms bundelden zich prompt naar de man aan de bar met de baseballcap. Volgens de overlevering draaide Elton John zich om, smeet zijn pet door de pub, wurmde zich een weg naar het hoekje van Jeff, nam plaats achter de synthesizer en sprak de legendarische woorden "Now it 's my turn!". De zanger hief zijn handen en wachtte nog drie spannende seconden alvorens hij counterde met een zeer bekend nummer. Het dak ging eraf toen hij Fats Domino's bekendste liedje in Newcastle's voordeel aanpaste:
'I found my thrill on Newcastle Hill'
Als ware hij Jackie Milburn zelf, met high fives en klappen op de schouder, verliet de erevoorzitter van de Londense club de pub en startte zijn wandeling naar het stadion van de Magpies.
Newcastle United won met 2-1.