zondag 12 november 2017

#MeToo

De golf van bekentenissen van vrouwen en mannen die zich aangerand voelen door machtswellustige personen trekt diepe sporen in de samenleving. Ook bij mij thuis. Zaterdagmorgen poetste ik in de badkamer mijn tanden. Mijn vriendin droogde zich, na een lange douche, naast me af. Normaal weet ik wel raad met zo’n situatie. Een liefdevol klapje op een vlezige bil, vergezeld van een paar complimenterende woorden (“Je ziet er nog goed uit, mop!”), waarna ik me blijmoedig op de dagtaken stort. Maar opgeschrikt door de publieke opinie bleef mijn ene hand rusten op de wastafel en vervulde mijn andere klauw ritmisch de mondverschoningstaak.
Schraalhans bleek zaterdag sowieso keukenmeester, want ook de invulling van de televisieavond bleek aan inflatie onderhevig.
“Wie voetbalt er vanavond?” vroeg oudste.
“Niemand,” zei ik, ”alleen de play off-wedstrijden voor het WK 2018.”
Jongste zapte voor de zekerheid langs alle Fox Sports-kanalen, maar kwam niet verder dan een documentaire over het betonnen leven van Ron Vlaar.
“Dus ook geen Match of the Day?” vroeg hij, met de intonatie van de persoon die bij Monopoly hoopvol een kanskaart pakt, maar plotseling naar de gevangenis moet (“en dus ook niet langs start!”).
Lichtjes aangeslagen zakten we verder onderuit op de bank. De chips bleef onaangeroerd. Oudste maakte een rondje langs de kanalen en bleef hangen bij Linda de Mol die ouderwets stond te schateren achter een deskje. Het bleek een lach-of-ik-schiet-programma-over-die-goeie-ouwe-tijd te zijn. In dit geval 1989. Waarschijnlijk was dát de reden dat John de Wolf ook aanwezig was, compleet met schreeuwende blouse en Rotterdamse mat in de nek. Nadat we nietszeggende feitjes hoorden over de Lambada en Yvonne Kroonenbergs bestseller ‘Alles went, behalve een vent’ (oudste: “Een Fendt?”), zapten we mismoedig door.
Ziggo Sport.
Denemarken streed daar met Ierland om het laatste WK-ticket. De malaise rondom Oranje sloeg ineens als een natte doek in het gezicht.
“Echt stom. Dat Nederlands Elftal,” verzuchtte oudste.
“Ja, zonde,” zei jongste.
Mijn vriendin vond echter de juiste woorden.
“Na jaren denk je dat er een basis van wederzijds vertrouwen is, maar er is nu alleen maar leegte. Ik voel me eigenlijk belazerd.”
Even bleef het stil in de huiskamer. Op tv probeerde Eriksen een steekbal op Jörgensen.
“Me too,” kreunde ik.

woensdag 1 november 2017

Trip down memory lane

AC/DC zit bij mij in hetzelfde hokje als Thin Lizzy en Rainbow. Rockbands uit mijn jeugd, toen de SRV-man nog door de straat reed en je duim en wijsvinger paraat hield bij de Play- en Recordknop om ‘Thunderstruck’ op een cassettebandje te krijgen.
Dit luikje in mijn geheugen werd zondagmiddag prettig door oudste geopend. Maandenlang oefende hij de riffjes op zijn gitaar en nu was het moment daar: in een muziekcafé ging zijn band een oude rockklassieker ten gehore brengen. AC/DC. Highway to hell.
Daar stond ik. Naast mijn vriendin met mijn elleboog ontspannen aan de bar, onze gezichten richting het podium. Om me heen andere vaders en moeders, gespannen afwachtend wanneer hun kroost plaats nam achter het drumstel of de microfoon pakte voor een liedje van Bon Jovi of Kiss, I was made for loving you, compleet met schmink en pruiken.
Ook oudste was zenuwachtig. Driftig pendelde hij op en neer van onze plek aan de bar naar de verzamelplek backstage, waar zijn maten van de band Nö (“Hebben jullie al een bandnaam jongens?” “Neuh...”) de gitaren stemden.
“Paprika of gewoon?” vroeg het meisje van de bediening aan het jochie dat naast me aan de bar een zakje chips bestelde. Niks geen bolognese, cheese-onion of patatje joppie: paprika of gewoon. Een middag in balans.
En toen was het moment daar. Het geroezemoes op de cafévloer verstomde. Alle aandacht balde zich naar het podium, waar oudste zijn AC/DC-akkoorden inzette. Een paar tellen later zette een bak elektronische herrie de tent in lichterlaaie, versterkt door de muziekstagiaire achter de lichtknoppen. Drie volle minuten werd alle ouderlijke verantwoordelijkheid terzijde geschoven. Even geen ingevulde belastingpapieren, geen APK-keuring voor de auto. Even geen bijles wiskunde, maar met het hoofd meeknikken op het logge ritme van drummer en bassist.
Opgelucht voegde oudste zich na het optreden weer bij ons. Zijn gitaar in een rugzak om zijn schouders, de zweetdruppels nog op zijn voorhoofd. Hij had genoten.
Op het moment dat we onze jassen pakten, zoemde mijn telefoon. Een bericht van jongste: ‘Het eerste heeft met 3-0 gewonnen. Is het leuk daar?’
Ik keek naar zijn moeder die haar jas dichtritste. Een paar uurtjes waren we weer achttien geweest.
Ja, het was leuk.