woensdag 23 juni 2010

Honderd jaar eenzaamheid

Parijs, luchthaven Charles de Gaulle. Na een vlucht vanuit Zuid-Afrika staat een wat oudere man met grijs golvend haar bij de lopende band te wachten op de komst van zijn koffer. Het is Raymond Domenech, de bondscoach van het Franse voetbalelftal dat erin slaagde om de nationale trots in tien dagen om zeep te helpen. Terwijl de spelers en de overige leden van de staf in groepjes samenklonteren, hun gsm’s checken of via grote koptelefoons zich afsluiten voor welke communicatie dan ook, staat Domenech moederziel alleen. Schijnbaar onbewogen, met beide handen in de zakken en licht leunend tegen een pilaar tuurt hij naar het gat in de muur waar zijn koffer tevoorschijn moet komen. Het is precies dezelfde lichaamstaal waarmee hij de 0-2 nederlaag tegen de Mexicanen incasseerde.
Ik heb met hem te doen. De kritiek die hij in Zuid-Afrika ontving vanuit de nationale ploeg was al niet mals, de media deden daar nog een schepje bovenop. Zou hij bestand zijn tegen de kritiek, hoon en verwensingen die de komende dagen in eigen land over hem heen worden gestort? Het Franse nationale voetbalelftal maakte van het WK in Zuid-Afrika een complete wanvertoning. Dagelijks vochten leugens, smaad, bedrog en verraad om voorrang en dan laat ik de lachwekkende vertoningen op het veld nog buiten beschouwing. Het Franse volk voelt zich onthoofd in de guillotine en Domenech krijgt daarvan de schuld. Het lijkt verstandig dat hij de komende weken de luwte van een Alpenhutje verkiest waar geen Fransoos komt en radio en televisie niet te ontvangen zijn.
Terwijl Domenech onveranderd zijn blik gericht houdt op de lopende band, zet tien meter verderop Thierry Henry zijn handtekening op een velletje papier van een medereiziger. Henry doet dat met zijn linkerhand. Met dezelfde linkerhand bracht hij in de beslissingswedstrijd tegen de Ieren zijn elftal onrechtmatig naar Zuid-Afrika. Het maakt het hele verhaal nog schrijnender. De gestolen goal tegen Ierland leidde uiteindelijk naar het WK-debacle, waardoor het Franse stokbrood voorlopig minder smaakt en de Eiffeltoren vijftig meter gekrompen lijkt. Thierry Henry verschrompelde gewoon mee. Het enige beeld dat we van hem vingen in Zuid-Afrika was dat van een verkleumende reserve in de Franse dug-out. Dat lijkt een wel erg triest einde voor de prachtige aanvaller die Henry erg lang was. Seizoenenlang wervelde hij mee met de aanvalsgolven op Highbury, naast Dennis Bergkamp en was hij onderdeel van de levensgevaarlijke as van Les Bleus met Laurent Blanc, Marcel Desailly, Patrick Vieira en Zinedine Zidane. Net als Zidane, die tijdens de WK-finale van 2006 zijn eigen afscheid zwart inkleurde, wordt nu opnieuw een prachtige Franse carrière aartslelijk afgesloten.
Zou Domenech hiervan weet hebben? Tijdens zijn laatste mediaoptreden sprak hij over de trots voor de Franse ploeg, de potentie die de spelers hebben en het leeuwenhart waarmee ze gespeeld hadden. Voetbalcoaches bezwijken onder de immense druk waaraan ze bloot staan. Domenech slaat wartaal uit. Nog niet zo lang geleden werd je voor minder de Bastille ingesmeten.
Naast de lopende band komt Raymond Domenech in beweging. Zijn koffer nadert. Met een snelle beweging zet hij het gevaarte naast zich neer op de rolletjes. Licht gehaast wandelt hij naar de deuren van de aankomsthal. Er is geen mens die hem groet.
Tegelijkertijd zie ik dat ook Thierry Henry zijn reiskoffer gevonden heeft. Vergezeld door enkele teamgenoten passeert hij de deur naar de hal waar familieleden staan te wachten. Henry zet zijn koffer neer en rekt zich om zijn naasten te ontwaren. Of dat lukt is niet meer zien. De deuren schuiven langzaam dicht en sluiten zijn lange, trotse loopbaan.

maandag 21 juni 2010

Kim Jong-Il

Eindelijk was de leider voor de smeekbeden gezwicht,
met rechtstreekse beelden werd de onderdrukking verlicht,
Noord-Korea verweerde zich dapper,
maar na de vernederende zevenklapper,
gaat de deur naar de wereld weer hermetisch dicht.

woensdag 16 juni 2010

Het rovershol

In de kamer is alles in ruste. Alleen een buik gaat op en neer. Een man ligt dwars op een bed, zijn ronde pens reageert ritmisch op de ademstoten die gorgelend in zijn keel verdwijnen. Hij snurkt. Behalve een wijde boxershort is hij naakt. Door de slordig gesloten gordijnen glippen zonnestralen naar binnen. Het warme licht valt op het bolle gelaat. Het plaagt zijn nachtrust. Het keelgeluid stopt, de man knippert een paar keer met zijn oogleden en heft zijn hoofd. Hij monstert de kamer alsof het de eerste keer is dat hij de ruimte ziet. In één beweging richt hij zich op tot zitstand. Een grote geeuw ontsnapt uit zijn mond en hij strijkt een keer door zijn zwartgrijze baard. Het krullende haar staat alle kanten op. Als de man opstaat, stoot zijn teen tegen iets hards. Op de grond ligt een fles rum zonder dop. Het vocht heeft een bruine vlek op het tapijt gemaakt. De man bukt, raapt de fles op en zet hem aan zijn mond. De laatste slokken rum stromen naar binnen. Als de fles geheel leeg is, vult een harde boer de kamer. De man pakt de fles omgekeerd vast bij de hals en zoekt met zijn voeten een goede balans. Dan gooit hij de fles tuimelend op. Na twee salto’s wordt de neergaande beweging gepareerd door de opgeheven knie van de man. Opnieuw wordt de fles op een acrobatische reis gestuurd, nu in de richting van de linkervoet, die even heel snel omhoog gaat en vervolgens de val van de fles remt. Nog voor de voet de grond raakt, staat de fles in een wonderbaarlijke balans erop. Twee tellen blijft de man als een standbeeld staan. Dan in een flits, stuurt hij zijn voet weer omhoog. De fles vliegt met een sierlijk boogje, nu zonder buitelingen, over de verwilderde krullen heen. De man buigt licht voorover en brengt beide handen snel op zijn rug. Met militaire precisie landt het glazen projectiel in zijn rechterhand. De man loopt naar de tafel in het midden van de kamer en zet daar de fles neer. Opnieuw een diepe geeuw. Met zijn hand grijpt hij gul in zijn onderbroek en verlegt zijn lid. Voor de tafel, op de grond, ligt een grijs T-shirt. De man raapt het op, ziet de donkere zweetplekken onder de mouwen en ruikt er even aan. Met het shirt in zijn handen loopt hij naar de deur. Hij opent de deur, steekt zijn hoofd op de gang en roept:
“Carlos, tegen wie moeten we?!”
Vanuit de kamer aan de andere kant van de gang klinkt een doffe stem.
“Que?”
“Tegen wie spelen we vandaag?”
Opnieuw reageert de stem aan de overkant van de gang.
“We gaan de Koreanen te grazen nemen, Diego!”
De man sluit de deur van zijn kamer en loopt terug naar de tafel.
“Korea. Puta!”, mompelt hij.
Dan heft hij zijn rechterbeen, op precies dezelfde wijze zoals hij daarnet de baan van de fles veranderde. Even lijkt het erop dat opnieuw een voorwerp de ruimte in gestuurd gaat worden voor een balanceertruc. Maar dan haalt hij diep adem en brengt hij alle krachten naar zijn onderlijf. De scheet, die hij uit zijn kringspier perst, knalt als een schreeuw door de ruimte.

dinsdag 15 juni 2010

Onmogelijke hoek

Aan de overtuiging waarmee de rechtervoet
de zwabberbal overwon

zag je
dat scoren vanaf de achterlijn volgens Maicon

maandag 14 juni 2010

Afscheid van Ten Napel

Terwijl Snoeks snedig meldde
hoe de Denen werden beroofd,

galmden de clichés van Evert
als afscheidsrede door mijn hoofd:

“De fopduik gezien door de man in het zwart,
het schot van Dirkie Kuijt, kiezelhard.
Van Marwijk tapt uit een ander vaatje,
Wesley Sneijder gaat weer tot het naadje.”

Ten Napel gaat stoppen, hij legt zijn functie neer,
nou vooruit, als vaarwel,
voor de allerlaatste keer:

“De Jong ontsnapt, hij boft,
die dekselse Elia, het stadion in Johannesburg ontploft!”

Huisvredebreuk

“Natuurlijk is het okay dat je naar voetbal kijkt, als we daarnaast ook maar leuke dingen blijven doen. Een avondwandeling of zo.”
Volledig akkoord met bovenstaande balans, uitgesproken door mijn vrouw, zag ik enkele dagen geleden het WK voetbal beginnen. Tja, het was weer een paar jaar geleden en de herinnering hoe zo’n groot voetbaltoernooi op het gemoed werkt, zakt ver weg. De rationele argumenten dat de groepswedstrijden nauwelijks meetellen en dat zo’n potje tussen Algerije en Slovenië niet zou boeien, worden bij mij meteen ingehaald als het toernooi van start gaat. Het duurt weliswaar een dag, maar dan is het ritme weer volledig daar: met de lunch achter de kiezen schuif ik aan voor de voorbeschouwing van de wedstrijd van half twee. Met de WK-special van VI op schoot en mooie sfeerbeelden van de tribunes is het best te hebben, Zuid-Korea tegen Griekenland. Altijd handig om te weten hoe die reservespits van Paok Saloniki ervoor staat en dat Koreaan Kim bij Tom Tomsk in Rusland verzeild is geraakt. De nabeschouwing sluit in ieder geval perfect aan op de wedstrijd van vier uur. Tegen het einde van die match begint de maag weer te knorren, zodat de magnetron vantevoren wordt ingesteld. Als de scheidsrechter de tweede wedstrijd van de dag afblaast, ben ik met het bord op schoot benieuwd naar de nabeschouwing van Wilfred Genee en Johan Derksen met zijn rode schoenen. Vanuit het Kurhaus verzorgen ze een heerlijk keuveluurtje, waarbij de show wordt gestolen door René van der Gijp die smakelijk verborgen invalshoeken weet te melden. De informatie dat je onder de douche met Drogba niet voor je zeepje moet bukken kan zo maar van pas komen. Nadat mijn bordje in de afwasmachine is gezet, richt ik het vizier op de NOS-dialoog tussen Schut en Borst. Altijd opmerkelijk. Ineens worden de Duitsers door Hugo als sambavoetballers naar voren geschoven. En warempel, hun galavoorstelling tegen Australië mocht er wezen! Als de teletekstpagina’s dan doorgenomen zijn, kan het hoofdgerecht worden opgediend; de avondwedstrijd. Met een lekker bakje koffie, een ondergaande zon en het constante geluid van de vuvuzela in het oor laat ik de beelden rustig over me heen komen. Het smetje op een volmaakte WK-dag vindt echter plaats tijdens het toetjesmoment: de praattafel van Jack van Gelder is gelijktijdig geprogrammeerd met het tweede keuvelmoment vanuit het Kurhaus met Wilfred en Johan. Toch lastig, dat op en neer zappen. Volledig op de hoogte van alle ontwikkelingen kruip ik nog voor middernacht in het door mijn vrouw verwarmde bedje.
Tot vanavond althans.
Met de zinnige feitjes over het verrassende talent van het neefje Badstubers kapper in het achterhoofd, meldde ik me in de slaapkamer. Niemand in bed en haar schappen in de klerenkast leeggehaald. Op het nachtkastje een briefje: ‘Ik trek het niet langer. Ik ga naar mijn moeder….’
Ik geeft het toe, zo’n koud bedje laat de WK-dag toch wat kil eindigen, maar uiteindelijk hebben we allebei wat we wilden: zij haar avondwandeling en ik het voetbal.
Morgenmiddag na de lunch, Nieuw-Zeeland tegen Slowakije. Het leven is werkelijk vurrukkelijk!

vrijdag 11 juni 2010

Seba

Net gearriveerd in Zuid-Afrika
toonde Argentinië
op de landingsbaan
meteen zijn kracht:

Juan Sebastian Veron
hield Messi
vaderlijk
uit de wind.

De symboliek is evident:

Maradona’s wartaal
en tactische buikschuivers
worden handig gemaskeerd,
omdat Veron op het veld
de wedstrijd dikteert

Lionel Messi dribbelt
eerlijk en oprecht
zijn land
naar grote hoogte
voor de vlo geen Hand van God
‘Seba’,
cipier van Argentinië,
houdt achter hem
achteloos
de zaak op slot.

Ruggensteun

In Hillbrow, een berucht township met veel criminaliteit in Johannesburg, staat Bert van Marwijk naast het net geopende Cruijff Court. Op een geïmproviseerd staantribunetje kijkt hij tussen buurtbewoners naar het speelse duel van de Oranjespelers met een plaatselijk jeugdteam. Net op het moment dat Nigel de Jong met één beweging vier kinderen op het verkeerde been zet, hoort de bondscoach een bekende stem achter zich.
“Hallo.”
Van Marwijk kijkt loert over zijn schouder en kijkt in het lachende gezicht van de initiatiefnemer voor dit nieuwe speelveldje. Met zonnebril.
“Dag Johan.”
De mooie acties op het speelveldje ontlokken een natuurlijke reactie bij de Afrikaanse fans: ze brengen spontaan hun lange toeters naar de mond. De voorstelling van de spelers, die de trucendoos opengooien, wordt begeleid door een diep monotoon geluid.
De zoem sterft pas weg tegen het einde van het partijtje als de spelers van het Nederlands Elftal en de buurtkinderen elkaar een high five geven. Dan pas dringt het tot Van Marwijk door dat Cruijff druk gebarend tegen hem aan het praten is. Door het wegsterven van het getoeter dringen steeds meer flarden tot de bondscoach door.
“……als je de bal hep……., zodat hun niet terug kunnen knijpen……. kijk, het is heel simpel …… druk op de hemstring…… niet met de grote vier, maar ……, dan kennen zij niet aanvallen…..ofschoon je ook rekening moet houden met de situatie hier in Afrika. Die toeters, wie ze hier dragen, zoemen als een grote mug boven het veld. Je weet wel, die foefoeséla.”
“De vuvuzela, bedoel je Johan?”
“Dat zeg ik, de foefoeséla. Maak er gebruik van. Als de spelers elkaar niet kunnen verstaan, kennen hun ons ook niet horen. Das een voordeel.”
Bert van Marwijk wordt dan naar het court geroepen. Hij is aan de beurt voor een kort toespraakje. Hij draait zich snel om naar Cruijff en geeft hem een stevige hand.
“Okay Johan, tot ziens. Bedankt voor de tips.”
“Geen punt, Bert. Mep de mug voordat ie steekt.”
Met een lichte glimlach om de mond voegt Bert van Marwijk zich bij de spelers op het speelveldje. Het toernooi kan voor Oranje beginnen.

woensdag 9 juni 2010

Paradox

Feest bij de PVV,
applaus voor Wilders, hun baas
laten we samen juichen
een overwinning
voor spruiten en pindakaas!

Toch vreemd dat het electoraat
morgen een rare wending maakt:

verenigd richten we ons op Zuid-Afrika
het gehele volk glijdt in een roes
met zijn allen steunen we Oranje
leve
kouseband en couscous!

dinsdag 8 juni 2010

Hakball'n

Sander Boschker bood weinig troost
toen hij Robbens balletje met de hak
met een reporter uit Hengelo besprak
voor de camera’s van TV-Oost:

“Sober spel’n is wat wij bedoel’n,
nu zit Arj’n krimpend bij Van Toorn
maar ja, wie niet wil hoor’n
moet het nu maar voel’n.”

zondag 6 juni 2010

Verstoord feest

In Zuid-Afrika,

dat een strijdende Mandela
ooit
op Robbeneiland verbande,

zagen we Oranje
met gesmoorde vreugde landen.

Nu Arjen, ónze hoop
eenzaam strijdt
voor een snelle revalidatie
ziet de ganse natie
het WK-goud
al bij voorbaat stranden.

Net zoals toentertijd
met Nelson,
is de wanhoop groot:

stoot een gescheurde spier
de wereldbeker uit onze handen?

donderdag 3 juni 2010

Andere tijden

“Dus daarom wilde ik het volgende voorstellen; als morgen de jongens de wereldbeker winnen lijkt het me een geweldig idee als de spelersvrouwen ook op het bordes staan. U weet wel, waar die beker uitgereikt wordt. Wat vindt u daarvan, Meneer Jorritsma?”
Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. De teammanager van Oranje heeft in de organisatie naar het WK in Zuid-Afrika veel hobbels overwonnen, maar dit telefoongesprek brengt hem toch even uit zijn evenwicht. Even flitst het door hem heen dat hij hier in het ootje genomen wordt. De befaamde voetbalhumor. Maar welke speler uit de selectie kan zo goed een vrouwenstem nadoen?
“Op het bordes? Bij de bekeruitreiking? Maar waarom dan?”
“Nou, na elke wedstrijd van het Nederlands Elftal zijn we vol in beeld geweest. De jongens kwamen dan steeds naar ons tribunevak toe. Ook na de halve finale. In Nederland zijn die beelden erg populair. Ze slaan in als een bom. Ook het bedrijfsleven vindt het interessant, meneer Jorritsma.”
“Het bedrijfsleven?”
“Ja, een directeur van Bavaria vroeg of we morgen na de finale bij de bekeruitreiking in beeld konden komen. Met die oranje Bavaria-jurkjes. Sil vindt het ook een waanzinnig idee.”
“Sil?”
“Silvie. Van Rafael. Ze ziet het helemaal zitten. Het is goed voor haar bekendheid in Duitsland. In Italië kijken ze ook. Dat is natuurlijk goed voor mij. En voor Wes ook. Ik zie ons al helemaal staan daar, dansend naast meneer Blatters!”
“Blatter.”
“Meneer Blatter dan, whatever. Hij zal het toch ook wel leuk vinden, een beetje leven in de brouwerij?”
Hans Jorritsma aait in zijn hotelkamer vol verbazing door zijn grijze krullen. Zijn gedachten worden meegenomen naar het WK van 1974. Het wereldkampioenschap in Duitsland beleefde hij als supporter voor de buis. Hij ziet ineens weer het beeld voor zich. De camera heeft in een tribunevak de spelersvrouwen in beeld. Het is de eerste minuut van de finale tegen de Duitsers. Nederland heeft een penalty gekregen. Truus van Hanegem durft niet te kijken en draait zich om, ze houdt haar handen gevouwen. Ineens springen alle mensen rondom haar op en schreeuwt Maya Suurbier in haar oor dat Johan Neeskens gescoord heeft. Waar zijn ze gebleven, de spelersvrouwen die hun mannen onzichtbaar door dik en dun steunden?
“Luister, Yolanthe, als we morgen de wereldtitel pakken, lijkt het me vooral een feest voor de spelers en hun coaches. De spelersvrouwen hebben toch niets op dat erebordes te maken?”
“Meneer Jorritsma, u zou eens moeten weten wat het voor mij kan betekenen als Wesley die cup omhoog tilt en ik op de achtergrond sta te swingen. En als ze die snippers spuiten, trek ik die Bavaria-jurk uit, dan komt mijn nieuwe ondergoed in beeld. Zal die meneer Blatter ook leuk vinden!”
“….”
“Meneer Jorritsma?”
“Ja, ik ben er nog. Eh, ik denk dat je toch een beetje doordraaft nu. Ik vind het eigenlijk een heel vreemd idee.”
“Dus u wilt geen toegangskaarten voor dat bordes voor me regelen?”
“Nee, dat lijkt me geen goed idee. Dat ga ik niet doen.”
“Toe nou, meneer Jorritsma, als ik dan eens een tattoo laat zetten. Op mijn buik een klein Hollands leeuwtje in een oranje shirt. Is mijn navel de bal.”
“Nee, Yolanthe. Doe dat maar niet. Ik denk dat ik niets voor je kan betekenen. Een fijne a….”
“Op mijn bil dan?”
-klik-
“Meneer Jorritsma? Meneer Jorritsma!?”

De brul van de leeuw

Afellay en Van Persie,
sinds ‘Mexico’
in de ziel verbonden

Een dartele welp,
klaar voor het avontuur,
werd door de leeuwenkoning gewogen

Krachtig brult Van Persie naar Londen:

dáár
wordt Afellay na de zomer
op Wengers rots
door de roedel
in het mooie spel meegezogen

dinsdag 1 juni 2010

Unaniem

“Voor de linksbackpositie kies ik Vernon Anita. Klein van stuk, maar ik mag hem wel.”
“Zou het niet doen. Braafheid kan ook in het centrum spelen. Heeft ook meer internationale ervaring.”
“Klopt.”
“Edson speelt nu voor Celtic. Prachtig shirt, met die groen-witte strepen. Hij vertelde dat hij voor ons shirts zou meenemen.”
“Oh, da’s mooi. Edson dus. En op de vleugel?”
“Ik zou Elia menemen.”
“En Lens dan? Hij traint goed, toch?”
“Ik kan maar niet wennen aan dat brilletje van hem. En hij lispelt. Irriteert me nu al.”
“Ja, dat gaat snel vervelen.”
“Engelaar stuur ik ook weg.”
“Orlando? Zijn vrouw brengt altijd van die lekkere hapjes mee. En hij brengt tenminste wat body op het middenveld.”
“Komt van PSV.”
“Oh ja, tuurlijk.”
“Vernon Anita, Lens en Engelaar. Zijn we er zo?”
“Nee, er moet er nog eentje af.
“Weet je het zeker?”
“Ja.”
“Ron Vlaar dan maar.”
“Vanwege zijn hamstring, natuurlijk.”
“Ook, maar hij kan niet klaverjassen.”
“Okay, we zijn eruit.”
“Ja, we zijn eruit. Ik vertel het vanmiddag wel op de persconferentie.”
“Wel zeggen dat het unaniem besloten is, hè?”
“Ja, unaniem.”