zondag 29 mei 2011

The day after

Na de door Barcelona gewonnen CL-finale sprak Frank Snoeks mooie woorden. “Lionel Messi is zo’n speler die straks aan de trainer vraagt of hij de cup vannacht op de kamer mag hebben.” Zelden werd de steraanvaller van de Catalaanse kampioen beter getypeerd dan door deze zin van de NOS-commentator.
Ter aanvulling een anekdote. Mijn neef, hij heeft niets met voetbal, bracht drie jaar geleden met zijn toenmalige vriendin een weekend door in Barcelona. Op een zondagochtend beklommen ze de Montjuich, de berg naast de stad met uitzicht over het centrum en de Middellandse Zee. De vriendin studeerde fotografie en wilde vanaf de berg mooie plaatjes schieten. Mijn neef wachtte op een terrasje schuin tegenover het Olympisch stadion en doodde de tijd met een stok kaarten.
“What game are you playing?”, vroeg een jongen aan een ander tafeltje in gebrekkig Engels, terwijl hij aan een pretzel knabbelde. Mijn neef legde het kaartspelletje uit en in no time waren ze in een druk gesprek verwikkeld. De jongen vertelde dat hij uit Zuid-Amerika kwam en een tijdje in de stad was om er te werken. Mijn neef vroeg niet door. Het vrolijke gesprek eindigde met de klik van een camera. De teruggekeerde vriendin had de kaartvrienden vastgelegd.
Bij thuiskomst kreeg de familie trots de fotoreportage te zien. Na de vele plaatjes van de stad en de zee vanaf de Montjuich, volgde de foto met twee jongemannen op een terras, druk verwikkeld in een kaartspel. Mijn oom, minder wereldvreemd dan zijn zoon, wees hem op de bijzondere ontmoeting.
“Wat doe jij daar met Messi?”
Nog steeds haalt mijn neef er zijn schouders over op.
Lionel Messi is de beste voetballer ter wereld, maar hij vindt het leuk om kaartspelletjes te spelen met een toerist, ergens in de stad. Succes maakt je wereld echter kleiner. Op een zondagochtend incognito aan een pretzel knabbelen op de Montjuich zit er voor de Argentijn niet meer in. Het bestaan van een voetbalster is soms wreed. Toch heeft het leven van de kleine voetballiefhebber van Barcelona ook mooie kanten. Wakker worden na een bewogen avond op Wembley met de Champions League beker op je nachtkastje is er één van.

zaterdag 28 mei 2011

Piet begrijpt het niet

In zijn tuin in Alicante, op een verre uittrap van de Middellandse Zee, houdt Piet Velthuizen een balletje hoog. "...vierentwintig, vijfentwintig, zesentwintig,...." Piet telt geconcentreerd mee als de bal van zijn ene op zijn andere voet wipt. Het geeft houvast in deze onzekere dagen. Bij negenendertig gaat het mis. Keepers kunnen niet hooghouden. Met een snelle reflex voorkomt hij dat de bal in de vijver stuitert. Het zou de rust van zijn koikarpers verstoren. Met de bal in de hand loopt hij naar de tuintafel en checkt het display van zijn telefoon. Geen gemiste oproepen. Piet begrijpt het niet. Een subtopper uit de Bundesliga zou hij wel aandurven. Is er in Engeland niemand geblesseerd? Vorm vertrekt deze zomer, FC Utrecht misschien?
Vanuit de huiskamer klinken de stemmen van Pauw en Witteman. De herhaling van de uitzending van gisterenavond, maar het beeld staat op teletekst. Pagina 801. Velthuizen hoopt op de verkoop van een doelman ergens in Europa, zodat de carrousel op gang komt. Met de ogen van de roofvogel die voor de wedstrijd door het Gelredome vliegt, ziet hij dat de pagina ververst wordt.
'Van Marwijk roept Ten Rouwelaar op voor Oranje'
De reservedoelman van Hercules Alicante incasseert opnieuw een tik op de kin. Een jaar geleden had hij de wereld in handen. Nu lijkt het alsof diezelfde wereld als een dwarrelende bal door zijn handen glipt. Vergeefs checkt hij nog eens zijn telefoon en gooit dan de bal weer op. Zacht telt hij het ritme waarmee de bal van de ene op de andere voet wipt.
"Een, twee, drie, vier, vijf ...."

zondag 22 mei 2011

Afscheid

Hoeveel geluk heb ik gehad? Die vraag stelt Edwin van der Sar zichzelf als hij die vroege zondagochtend op de rand van zijn bed zit. Vandaag de laatste keer, Blackpool thuis. Aan een ontelbare rij zondagen met wedstrijden voor Ajax, Juventus, Fulham en Manchester United komt een einde. Het was zijn eigen keuze na dit seizoen te stoppen, maar toch voelt hij een vreemd nerveus gevoel in de buik, alsof hij voor het eerst gaat spelen voor Noordwijk.
Ineens klinken de gedempte tonen van zijn telefoon. Een inkomend sms’je. Van der Sar grijpt naar het jasje aan de stoel naast het bed en haalt de gsm uit de binnenzak. ‘Van Gelder’ leest hij op het display, hij opent het bericht: “Hé ijskonijn! Hoe koel ga je vandaag zijn? Zorg dat je ervan geniet. Groeten, Jack.”
Van der Sar doorziet meteen het plannetje van de journalist, morgen komt er een berichtje overheen met het verzoek om aan te schuiven bij de NOS. Toch doen de woorden hem goed.
Behendig tikt hij het antwoord in: “Dank je, als je zorgt dat je haar een beetje fatsoenlijk zit, schuif ik volgende week bij je aan.” Als hij de boodschap verzendt, draait zijn vrouw zich op haar rug. Van der Sar kijkt over zijn schouder. Daar ligt ze, Annemarie. Al die tijd stond ze onvoorwaardelijk aan zijn zijde. Haar hersenbloeding, anderhalf jaar geleden, was het zwaarste moment uit zijn leven.
Hoeveel geluk heb ik gehad? Van der Sar loopt om het bed en gaat op haar kant zitten. Voorzichtig haalt hij een lok uit haar gezicht. Ze revalideert nog steeds, maar ze is al een heel eind terug.
Langzaam opent ze haar ogen. “Wat doe je?”, vraagt ze slaapdronken.
Van der Sar buigt over zijn vrouw heen en neemt haar in zijn armen. Hij voelt de lokken in zijn gezicht en de warmte van haar lichaam brandt tegen zijn borst. De gezondheid van zijn vrouw telt veel meer dan een kampioenschap met United of een vol Old Trafford dat zijn naam scandeert.
“Ik ben blij dat je er vandaag bij bent,” fluistert hij in haar oor.

donderdag 12 mei 2011

Op doel

Herinneringen
aan zes
seizoenkaarten PSV:

de geur van
snert
met draadjesvlees,
‘skiete Willy',
Edström knikt,
René juicht
in volle ren
met één arm,

maar bovenal
Van Beveren:

lange benen
stappen expres
opzij
voor de zweef
naar het schot;

voor het eerst
stond ik
op het veld
achter school
op doel

donderdag 5 mei 2011

Kanaaltunnel

Als een routinier speelt de Opel Astra het spelletje mee. Vriend L. kijkt beteuterd als ik hem via de bumper passeer. Het ontbreken van de laatste auto in ons treincompartiment voor de Eurotunnel schept net genoeg ruimte voor een rondo. Eén keer raken. Vijf bij drie meter, inclusief de mini-troittoirs aan de zijkanten, meer is het niet. Het komt aan op techniek, zeker als de jonge Brit uit de Vauxhall ook aanschuift. Hij beheerst de ruimte als Vaantje in zijn beste dagen. Na elk trucje brengt hij steeds dezelfde regels uit een nummer van Oasis ten gehore, Don’t look back in anger. Zijn kapsel zit ook hetzelfde als dat van Liam Gallagher. Is hij City-fan of toch voor United?
“Great skill Robin vèn Pursie!”
We kennen de klassiekers van Match of the day. Vriend B. becommentarieert zijn eigen actie als de Jabulani dood op zijn voorvoet balanceert. De ‘oohs’ en ‘aahs’ lokken een oudere man in het volgende compartiment uit zijn Franse wagen. Als de stille jongen van het schoolplein komt hij in de kring staan. Hij lijkt een beetje op Sarkozy. Vriend L. speelt hem de bal toe, de integratie is voltooid.
De president van Frankrijk heeft de balbehandeling van een cornervlag. Hij staat veel in het midden, maar wat geeft het, ook hij geniet. Gallagher passeert hem zelfs over zijn hoofd. Het is het hoogtepunt van het half uurtje richting Folkestone.
Onze Europese Unie verspreidt zich weer over de auto’s als de trein langzaam tot stilstand komt. De skills van Robin van Persie en de combinaties van Arsenal in het Emirates, dat is ons reisdoel. Op de achterbank neuriet B. vrolijk het nummer van Oasis. Naast voetbal kruipt ook muziek in je hoofd.
Als moderne ontdekkingsreizigers zetten we wiel aan wal.

dinsdag 3 mei 2011

Huiswerk

Vergeefs leg ik mijn oor tegen de slaapkamerdeur. Gedempt geluid vanuit de huiskamer. Geen radio, maar Nederland 1. Mijn moeder kijkt naar Chiel Montagne, ‘Op losse groeven’. Of ‘Op volle toeren’, dat mag ik kwijt zijn.
Ik pak het studieboek van mijn bureau en plof op bed. Lausanne, denk ik, is dat niet Franstalig?
Het is woensdagavond, Europa Cup. Ajax speelt een uitwedstrijd tegen Lausanne Sports. Zwitserland, dat zijn de hoge bergen van Heidi, edelweiss. Kan daar een bal rollen?
De wedstrijd is al begonnen. Ling speelt. Mijn magere cijferlijst slaat als een zweep door mijn plannen met NOS Langs de lijn. Mijn moeder was erg duidelijk.
“Nee jongen, eerst je proefwerk Frans. Naar boven!”
Ik open bladzijde 52, hoofdstuk 4, paragraaf 5. Werkwoorden. Verslagen begin ik aan de rijtjes.
je suis
tu es
il /elle est
nous sommes … dans la stade de Lausanne Sports. Bienvenue!

Ik sluit mijn boek. Morgen zit ik toch naast Sophie. Sophie, Sophie, ma fille trés jolie. Uit het nachtkastje haal ik mijn oude transistor. Samen met de batterijen van dokter Bibber is het de ontsnapping aan de Tantaluskwelling. Onder de dekens trekt een krakende stem me naar een stadion aan de voet van de Alpen. Het is er klein en knus. Frisse berglucht waait door mijn haren.
“Krol…., naar Schoenaker…, Ray Clarke scoort!” Licht euforisch val ik in slaap.
Ling speelde groots.

zondag 1 mei 2011

Vloeken op Koninginnedag

Ineens heb ik genoeg van de vrijmarkt. Het derde cakeje van het meisje voor de Hema met de oranje boa en de vlaggetjes op de wang, drukt zwaar op de maag. Ook de geluidsinstallatie waaruit James Brown opnieuw schreeuwt soul te hebben (‘with a capital S’) beukt in op mijn gemoed.
Maar misschien weet ik te weinig over het leven in Marokko. Niet begrijpen dat opgroeien aan een uitloper van het Rifgebergte uit overlevingsdrang noopt tot zuinigheid. Het irriteert me als een gesluierde vrouw tussen de spullen op ons zeil voor de tweede keer grijpt naar een Dikkie Dik-prentenboek van twintig cent en probeert af te dingen. Het is het koopje van de week!
“Tien centen?” Ze houdt het boek vragend voor me.
Laf negeer ik haar blik en geef onze jongste een euro. “Hier jongen, kijk maar of je iets leuks vindt.” Ik begin de puzzels, spelletjes, videobanden, prinsessenjurken, boekjes en het geldkistje op te ruimen. Mijn gedachten dwalen af naar de voorlaatste competitieronde van morgen. Overleeft Ajax in Heerenveen? Nekt Willem II Twente? Recht Rutten de rug?
Voor de derde keer verschijnt de sluier voor ons kraampje. Ze haalt het boek uit de doos. “Tien centen?” Over haar schouder zie ik onze jongste zoon terugkeren. Hij draagt een blauw voetbalshirt. ‘Italia’ staat erop. Het azuurblauw vloekt vrolijk met zijn rossige haren.
“Pap, ga je straks mee voetballen?!” De lust spat tussen zijn sproeten door van het gezicht.
Ook de ogen van de Marokkaanse stralen als ik haar het boek voor niks geef.
Ik hou van Koninginnedag.