zondag 28 juli 2013

Terug naar de kust

Gisteren liepen mijn vriendin en ik hand in hand over het strandje. Het strandje van toen. We hadden geen aandacht voor de ijskarren met schreeuwende kinderen, we negeerden de badgasten en de surfers alsof ze er niet waren. We liepen, als twee verliefde pubers, door naar het verlaten gedeelte voorbij paal 16. 
Ons plekje. 
Lang geleden, toen de hunkering naar elkaars vlees de poriën uitkroop, kon een zwoele zomeravond op deze plek maar op één manier eindigen: met sex on the beach. Het bruisen van de branding, het mos op de rotsen, de sensatie van de zeehond die met zijn snorharen nieuwsgierig mijn billen kietelden; het mocht eeuwig duren. De herinneringen prikkelden ook mijn vriendin. "Hé lekker ding, als we nu 'ns....?"
Om kort te gaan; we hadden het niet moeten doen. Mijn benen plakten vies aan het zeewier, de zeemeeuwen tetterden in mijn oor en het getij kwam veel te snel. Met natte enkels moesten we onze liefdeskadans onderbreken.
's Avonds, in de eigen slaapkamer, maakten we het karwei af. Het vertrouwde matras, het genot van het briesje door het openstaande raam, mijn vriendin die zacht ademend tegen me in slaap zakte. Als een man die het voor elkaar heeft zapte ik nog even naar Nederland 3 voor Studio Voetbal. Van Gelder begon over Mertens en Van Ginkel.
En over Ji Sung Park.
De Koreaan wil net als Heurelho Gomes dolgraag terug naar PSV. De club waar ze met Van Bommel, Alex en Afellay successen vierden. Dat warme Eindhovense hoekje met dat gezellige stadion waar de mensen jaren geleden juichten als Park over het middenveld zoemde en Gomes met zijn hoofd boven de lat uitsprong. Het voelde alsof zeehonden met snorharen hun billen kietelden.
Park en Gomes hebben het nog niet door: het wordt nooit meer als toen.

Stijlbreuk

In de categorie 'opvallende verschijningen' scoorde Barry Hulshoff gisterenavond in de Arena veel punten. Het zat hem vooral in het kapsel. De haren van Barry zaten als een versleten douchegordijn aan zijn achterhoofd. Hij zou zo aan kunnen schuiven bij de Rolling Stones. Ineens zag je het helder voor je, de oude voorstopper die met een shaggie in de mondhoek een riff uit zijn gitaar slaat, Jagger ernaast met de microfoonstandaard tussen zijn benen. 
Het haar van Hulshoff viel extra op doordat Co Adriaanse naast hem zat. Co is niet zo van de brown sugar. Adriaanse is meer een type voor James Last, twintig sfeermelodieën voor bij het knisperend haardvuur.
Graag had ik op het stoeltje van Co iemand anders gezien. Ed de Goey bijvoorbeeld, met zonnebril en een ZZ Topbaard. Een volledig overwoekerde kin door twintig jaren eenzaamheid. Aan de andere kant van Hulshoff zou ik dan Berry van Aerle willen als Art Garfunkel-lookalike. Met zo'n half afgefikte pruik op zijn kruin. En plateauzolen.
Dat zou een mooi plaatje wezen: nu eens niet de oud-voetballer die net als verlopen trainer ontslagen is en met een te jonge vriendin in de Arena zit, maar drie oude rockers op een rij met scheuren in hun broek. 
Een bekend platenlabel pikt ze op. Hun nieuwe cd 'Crazy soccerrock' breekt alle verkooprecords. In een afgeladen Paradiso wordt de gouden plaat het podium opgedragen. Barry Hulshoff is ontroerd. Siem de Jong mag de prijs uitreiken.

donderdag 25 juli 2013

Bojan

Frank de Boer is er heel content mee, maar een rechterspits met een naam die klinkt als voetstappen op een grindpad; dat is even wennen. In verre uitwaaiers van Oost-Europa doen ze er niet moeilijk over, dat opstapelen van medeklinkers. Landen waar vrouwen met een korte ademstoot 'grnstuvocń' mompelen als ze een blikopener zoeken. Een ei, een eenvoudig woord toch, heet er 'kstándusj'. Donkere oorden met vreemde klanken.
Bij Studio Sport had Schut er weinig moeite mee.
"Ajax huurt Krkic voor één seizoen van Barcelona."
Schut had blijkbaar geoefend. Inmiddels ben ik er ook mee begonnen. Het begon 's morgens voor de spiegel. Mijn huig scheurde al bij de eerste aanspanning en vanuit de onderbuik borrelden grotgalmen omhoog die als distels tegen mijn gehemelte schuurden. Dat beloofde weinig goeds. 
Daarna, toen ik in de Hema de naam als een mantra voor me uit prevelde, vroeg het meisje van de kassa of ik hoestpastilles nodig had. In het park, op een bankje, keek de stadswacht rond of hij ergens een kalkoen zag.
Maar de aanhouder wint, je moet wat als er straks gevraagd wordt wie de bal fraai over Esteban stiftte. In de buurtsuper oefende ik bij het zuivelvak, ik spak de naam talloze keren uit tijdens het strijken van de bonte was. Pas laat in de middag, in de wachtkamer van de tandarts, had ik 'm te pakken.
"Krkic, Krkic, Krkic," riep ik triomfantelijk toen ik aan de beurt was. Henry Schut kon er een puntje aan zuigen. Alsof ik was opgegroeid in het oosten van Europa. "Krkic," zei ik nog een keer. Ik voelde het ook aan mijn tred. Ik liep als een handige jongen uit een buitenwijk van Krakau de behandelkamer binnen. De assistente zag het ook. Haar ogen lichtten op toen de naam weer van mijn tong rolde. Uitnodigend keek ze me aan. Nog voordat het gaatje in mijn kies gevuld werd, stelde ze de vraag. Of ik haar nieuwe keuken wilde stucen.

woensdag 17 juli 2013

Pep

De nieuwe coach van Bayern München is gearriveerd. Ik zag een foto van de persconferentie; Guardiola aan een tafeltje, in de flanken gesteund door Karl-Heinz Rummenigge en Ulli Hoeness. Prachtige plaat, ik heb er een uur naar zitten staren. Alsof ik voor de lunch een blik Frankfurter Bockwursten opentrok en er een chorizoworst tussen vond.
De namen alleen al. Guardiola. Je ziet een glinsterende kreeft in de bocht van een rivier. Langzaam meandert het water door de Sierra Nevada. De zon valt landerig op een veranda, iemand dut weg in de hangmat. 
Rummenigge klinkt naar een fabriekshal in een buitenwijk van Düsseldorf. Ze maken wasmachines. Binnen galmt het geluid van hamers op koud staal. Er wordt gezweet. Hoeness is er de metaalarbeider die na 42 trouwe dienstjaren een zilveren horloge krijgt. Nooit kwam hij te laat.
"Super gemacht, Ulli!"
De foto vertelde nog veel meer. De clubdirecteuren glommen als bolides uit de BMW 5 serie. Het kampioenschap, de DFB-pokal, de Champions League; het spatte uit hun ogen. De angstige blik van de nieuwe trainer daartussenin, het voorspelde niet veel goeds. Ik vrees inmiddels voor Guardiola. Een Spanjaard houdt niet van gepaneerde schnitzels met Sauerkraut. Het onberispelijke trainersblazoen krijgt vetvlekken. 
In de winterstop gaan we een nieuwe foto zien. Na een stroeve start in de Bundesliga en verlies in Europa tegen Sociedad en Bratislava, likt Bayern München de wonden in het verre oosten. Op een strand in Maleisië voetvolleyt Guardiola met Dante en Javier Martinez. Het is snikheet, het zand schroeit de voetzolen. Onder een palmboom schuilt Rummenigge. Naast hem zit Hoeness, met roodverbrande nek. De trotse blik, de successen; alles lijkt verdwenen. Zijn lippen staan in een rare krul. Iedereen ziet de krachtterm uit zijn mond ontsnappen: "Verdammt!"

vrijdag 12 juli 2013

Matchfixing, part two

De krant. Ik lees dat Bauke Mollema hard op weg is naar het podium in de Tour. De koppen zijn helder: Mollema is een atleet gebouwd op stroopwafels en Maasdammer kaas. Melk is zijn motor op de flanken van de Mont Ventoux. Moeder Mollema meldt dat Bauke als baby in een pot met Wieger Ketellapper is gevallen. De lachsalvo's na het cabaret van Boogerd en Armstrong galmen nog na, maar we staan al weer met TI-Raleigh shirtjes en Rabobankpetjes in een file richting Parijs. De Champs Elysees is van ons! De woorden glenbuterol en amfetamine hebben als lemmingen vaste grond verlaten.
"Papa, ga je mee voetballen?" 
Oudste trekt me uit het ochtendnieuws. Opvallend. Hij vulde de dagen tot dusverre bij de tafeltennistafel. Geweldige battles met knapen uit Utrecht en Serooskerke, een tweeling uit Kaatsheuvel. Tussendoor een fraaie duik of een bommetje in het zwembad. Vanuit zijn ooghoek loeren naar Lisanne, de leuke dochter van de campingbaas. Of ze de spetters wel gezien had.
"Natuurlijk gaan we voetballen, jongen!"
Met zijn drieën gaan we naar het veldje.  De strijd op het dorre gras is hard. Oudste met zijn broer tegen mij. Na een intensief half uur en de stand 7-6 in het voordeel van de jongens, staat Lisanne ineens langs de lijn. Ze houdt twee tafeltennisbatjes omhoog. Of ie mee gaat naar de tafeltennistafel. De vogel is meteen gevlogen. Met gehalveerde tegenstand trek ik de partij alsnog naar me toe:  7-15. 
Krachtvoer in de Ronde van Frankrijk, belchinezen in vak C, Lisanne met haar tafeltennisplankjes; matchfixing woekert werkelijk overal.

donderdag 11 juli 2013

Ham

Ik liep over de camping met een ham. Niet van die plakjes in cellofaan, maar een grote gedroogde Serrano ham. Er zijn landen waar ze met zo'n bil zwerfhonden doden. Zo'n droge homp vlees op je arm, dat doet wat met je. Een jongetje met een bal dat me voor de voeten liep, veegde ik als een aangewezen slagman terug tegen het tentdoek. 
Meteen moest ik aan Dries Mertens denken. Aan zijn start in Napels, stad van de hammen. Dartel, als een brugpieper op de eerste dag, staat ie voor de poort van het stadion. Met glimmende nieuwe schoentjes meldt ie zich op het veld. Naast hem staat Edison Cavani, een hyena met lange haren uit Uruguay. Zijn vader joeg hem vroeger elke morgen het bos in. Kwam ie terug met twee wilde zwijnen op zijn schouders.
"Ciao, piccolo," schampert Cavani als ie de Belg naast zich ziet. Na de training, bij de middaglunch laat Mertens zijn versieringen zien. Speciaal voor de Serie A liet ie tatoeages zetten. Twee hijgende labradorpuppy's, achter elk oor één. Cavani kijkt niet op of om. Met een parmaham slaat ie zijn nieuwe collega onder het buffet met licht verteerbare salades. Hyena's laten zich niet likken. 
Nee, dan Strootman.
Strootman weet hoe je zoiets aanpakt. Jezelf zijn is in zijn geval voldoende. Rustig het trainingsveld van AS Roma oplopen. "Bongiorno, ik ben Kevin."
De wenkbrauwen laten hangen, woeste blik. De mond open als een toeareg na twee maanden woestijn. In het eerste duel Francesco Totti, toch al tien jaar keizer in Rome, richting het Collosseum kegelen. Bij een kopduel het oorlelletje van Daniele de Rossi in de mond nemen, hard doorbijten. Nog voor het einde van de training heeft Strootman een bijnaam: 'Hannibal'; de kannibaal uit Holland.
De volgende dag nemen de spelers van Roma cadeaus mee, de nieuwe aanvoerder moet gunstig gestemd. Flessen dure Chianti en veel vlees. Grote hompen Serrano ham. 

woensdag 10 juli 2013

Clubliefde

Tot diep in Frankrijk laat de transferperiode zijn sporen na. "Ik ben Barcelona," zegt jongste als we op het harde gras tegenover elkaar staan voor een nieuw partijtje één tegen één. "David Villa," zegt hij erachteraan, naast Messi is dat zijn favoriet.
"Die speelt niet meer voor Barcelona, hij zit nu bij Atletico," zeg ik voorzichtig. 
Op het voorhoofd van jongste danst een wenkbrauw. "Hoezo?"
"Daar kan hij meer geld verdienen, denk ik."
Een kinderziel is flexibel, snel schakelt hij door.
"Dan kies ik PSV. Ik ben Lens!" Hij gooit de bal hoog op om te beginnen.
"Eh, die zit nu in Rusland..." De bal stuitert enkele keren zonder beroering.
"Dan ben ik Mertens."
"Naar Napoli." 
"Kevin Strootman, dan."
"Staat met één been in Rome."
"Toivonen?" Met elke nieuwe keuze daalt zijn enthousiasme een octaaf.
"Ola Toivonen is klaar bij PSV, hij wil naar Engeland."
Jongste zakt moedeloos in kleermakerszit. Zijn kin rust op beide handen. Het is hem even te veel. Trouw is in zijn kinderwereld een groot goed. Hij gelooft nog in het sprookje van Peter Pan. Mickey hoort bij Minnie. Meneer Aart zal Sesamstraat nooit verlaten. De schaamteloze partnerruil van voetballers in de zomer schaaft aan zijn ankers. Het schuift jongste op richting de grote mensenwereld.
Ineens heft hij het hoofd. "Wijnaldum?" vraagt hij. Hij is op zijn hoede.
"Dat is nog steeds een PSV'er," zeg ik met overtuiging.
Jongste veegt met de rug van zijn hand over het voorhoofd. Energiek komt hij in de benen en rent naar de bal die tegen een struik ligt te wachten. Als Georgino Wijnaldum dribbelt hij op me af. 
Waarschijnlijk speelt de Rotterdammer over een jaar bij Leverkusen, Sampdoria of Swansea. Nog tijd zat om hem dat te vertellen.

 

zaterdag 6 juli 2013

Buurman en buurman

Bizar, het krioelt hier in Les Eyzies van de beroemdheden. Zelfs onze koning heeft zich op de vakantieberg gehesen. Willem-Alexander zat voor me in het busje dat ons naar de kano-startplaats bracht. Compleet met appelwangetjes, drie dochters en zijn eigen Maxima. Deze versie had minder Argentijnse snit. Op de heupen wat meer vet ook.
De eerste campingdagen leverde naast het koninklijk paar nog meer celebrities op. Prins Charles, Mourinho, mevrouw Stemband, Viktor Fischer en Koos Postema vinkten we de eerste dag al af. Daar kwam later de broer van Martin Brozius bij. Het spichtige lijf, het sluike haar, het snorretje. Hij  staat met zijn tent naast onze caravan. "Ren je rot, buurman," zeg ik elke keer als ie voorbij loopt. Ik krijg alleen een norse blik. Waarschijnlijk is de grap te vaak gemaakt. 
Bij terugkomst van de kanotocht werd de lijst opnieuw uitgebreid. Met een veel jongere vrouw haalde hij een tentzak uit de cabrio. Die ondeugende oogopslag, de blonde lokken, de manier waarop hij met zijn jasje smeet toen de stokken in de war raakten; Hans Kraay jr., geen twijfel mogelijk.  Verontwaardigd ging hij op een klapstoeltje zitten. Precies zoals heel het jaar bij Genee aan tafel. Zijn vriendin puzzelde geduldig verder. "Kom even helpen," zei ze, maar Kraay bleef hangen in zijn boosheid.
"Ik ben er even he-le-maal klaar mee!"
Dit schreeuwde om Van der Gijp. "Kom, kom, Hansie Hansie, maak je niet zo druk," sneerde ik naar de overkant.
Dat viel helemaal verkeerd. Wild gebarend stoof ie op me af, voor de zekerheid koos ik het hazenpad. In volle sprint gingen we over de camping, Kraay en ik. We flitsten voorbij het winkeltje en het zwembad. Bij de toiletten stond de broer van Martin Brozius zijn snor te drukken. Op zijn gezicht stond een venijnig lachje. 
"Ren je rot, buurman," zei ie. 

woensdag 3 juli 2013

Coïtus interruptus

We waren er nog lang niet, maar op de achterbank vermaakte oudste zich met het Donald Duck Vakantieboek. Met de tong tussen zijn lippen vulde hij de puzzels in. Jongste had andere prioriteiten.
"Mama, heb je mijn voetbalschoenen meegenomen?" Zijn moeder stelde hem gerust; ze zaten tussen wandelschoenen en teenslippers in de koffer.
Bij aankomst op de camping werd als eerste het sportveldje geïnspecteerd.  Een strook met dor gras, hard als staalborstel, twee ijzeren goaltjes met gaten in de netten en aan de randen stond het onkruid hoog. We waren gearriveerd in Frankrijk.
Jongste legde de bal klaar toen we beiden voor een goaltje stonden.
"Ik ben Clasie," zei hij met bravoure. "Eh, dan ben ik Pellè," antwoordde ik. Mijn buik kon wel een beetje sex-appeal gebruiken.
Na een paar minuten wipte jongste handig de bal op en joeg hem in het kruis. Met gespreide armen sprintte hij terug naar eigen helft. Diep in de Dordogne rende jongste voor een paar seconden door een kolkende Kuip. Hij spéélde niet langer de Feyenoord-middenvelder, hij wás Jordy Clasie.
Mijn antwoord mocht er wezen.
Na een hoog opstuiterende bal volleerde ik richting doel. Net op dat moment liep Cécile, de blondine van de receptie, achterlangs. Haar zomerjurkje danste luchtig om de heupen. Ze streek een lok achter een oor, zoals alleen vrouwen dat kunnen. Via de verroeste paal sloeg de volley binnen. Cécile reageerde met een glimlach, een ogenblik keek ze me diep in de ogen. Net lang genoeg. Voor even was ik geen voetbalvader op een borstelig Frans veld, bliksemflitsen joegen door mijn lichaam, de sensatie van een zwoele Italiaan. Ik was Pellè.
De snelle tegenaanval leidde tot een uithaal van jongste. Ten Napel zou zeggen: "verwoestend!" Het schot raakte vol mijn slaap, de bril tuimelde lullig op de grond. 
Toen was het weer voorbij.

maandag 1 juli 2013

Robin Hood

Dani Alves, Pirlo, Xavi en Fred deden hun stinkende best. Neymar drukte nadrukkelijk zijn neus aan het raam van de wereld. Toch pasten de wedstrijden die zij voor de Confederations Cup speelden naadloos in het rijtje van de KNVB-beker, de Europa League en de John-van-Loen-trofee; het deed er allemaal weinig toe. Eigenlijk kwam het enigste wapenfeit van Romario.
Voor de camera's van de internationale tv-zenders toonde Romario, inmiddels politiek actief, zijn sociale bewogenheid door zich te scharen achter zijn landgenoten die bij de WK-stadions voor betere huisvesting, scholen en ziekenhuizen demonstreerden. Opmerkelijk: een voormalig wereldvoetballer van het jaar als barmhartig hoeder van de armen.
Vele jaren terug stonden we samen op één veld. Ik als doelman van mijn jubilerende amateurclub, Romario als spits van PSV. Zijn reputatie was bekend; hij schuurde die dagen in de Danssalon onnavolgbaar tegen menig vrouwenlichaam. In een confrontatie met houterige metselaars, bankmedewerkers en postbodes had hij minder trek.
Mij maakte Romario's landerigheid niet uit, ik verheugde me op het banket na afloop. Van hem wilde ik horen hoe dat nu werkte, met de vrouwen en zo. Met natte haren haastte ik me naar de kantine. John Bosman, Michel Boerebach, coach Bobby Robson, zij allen schoven gezellig aan. Hun superspits was echter nergens te bekennen. Iemand wees naar het parkeerterrein. Daar zat ie, moederziel alleen in de spelersbus. Het bruine hoofd keek zoekend om zich heen. Het was net alsof hij iets zocht. Nu pas begrijp ik wat hij daar deed. Romario moest zijn betere ik nog vinden.