zaterdag 31 mei 2014

Bevlogen

Vrijdag kwam nichtje J. logeren. Jongste is erg gesteld op J. Hij geniet ervan als ze samen een rondje fietsen, een verstopplek zoeken of gewoon naast elkaar op de bank zitten en giechelen.
Deze keer hadden ze in de kast een velletje met speelgoedtatoeages gevonden, een souvenir van een kinderfeestje. Enthousiast gingen ze met een nat washandje aan de slag. In no time had jongste een zwarte rechterarm. 
"Kijk J., net zo'n arm als Wesley Sneijder."
"Wie is Wesley Sneijder?" vroeg J.
"Hij voetbalt voor Nederland."
"Oh."
"Ik moet morgen ook voetballen. Kom je kijken?"
De volgende dag had jongste een verenigingstoernooi: alle F'jes werden door elkaar gegooid in teams die Ajax, Feyenoord en FC Twente heetten. Jongste was geladen. Met zijn versierde rechterarm denderde hij over het gehele veld, alsof er een WK te verdienen was. Als Wesley Sneijder loerde hij naar gaatjes om een medespeler in weg te sturen. Tussen zijn moeder en mij stond zijn Yolanthe. Na elk passje keek ie naar de zijlijn. Had ze het gezien?
"Hij heeft er zin in vandaag," vertelde zijn leider.
Jongste speelde in de vijfde versnelling. Hij was voor en achter, veroverde ballen, passeerde twee, drie man, haalde ballen uit de sloot, schoot vol overgave op doel. Terwijl zijn haar in slierten op het voorhoofd plakte, leidde jongste zijn team naar een glorieuze overwinning. 
Omdat zijn meisje keek.

vrijdag 30 mei 2014

De tranen van Louis

Een prachtige tirade over schuld en boete, dat was het. In aanloop naar het WK herhaalde Andere tijden sport de persconferentie van de KNVB in 2001 waarin Van Gaal zijn aftreden bekend maakte. Het hoofd van De Bondscoach liep steeds roder aan, terwijl hij legendarische oneliners het perszaaltje ingooide: 
"En nou moeten jullie niet meteen een foto maken als ik aan mijn neus zit."
Achter zijn ogen woedde een oceaan van emotie, maar de tranen kwamen niet. Een man mag niet huilen, volgens Van Gaal.
Louis is een man van bezieling en volledige overgave, trots ook. Tranen horen daar niet bij. In ieder geval niet voor de lenzen van de krant en televisie die met zijn gevoelens een andere kant op willen dan hij voor ogen heeft. 
"Media: minmin."
Verdriet bewaart Louis voor thuis. Dáár, met zijn neus in de veilige boezem van Truus, schokschoudert Louis de ellende van zich af. 
Die handrem van Van Gaal, het gaat hem dwarszitten deze zomer. Ergens, onderweg naar de finale, gaat Oranje zijn Waterloo vinden. Na een heroïsche wedstrijd van het Nederlands elftal verdampt de WK-droom van Van Gaal in de zinderende Braziliaanse zon. Aan de zijlijn vangt hij als een generaal zijn manschappen op. De coach van de tegenstander krijgt een oprechte felicitatie. Trots en beheerst verdwijnt hij in de catacomben. Verslagen, op zoek naar de boezem van Truus.
Veel liever zie ik Louis op zo'n moment eenzaam in de dug-out. Geknakt, met de handen in het haar, tranen stromen als een Alpenkreek in de lente. De camera's vangen zijn wanhoop. Microfoons registreren zijn gedempte vloek.
"Zo dichtbij, klote." 
Louis zet de deuren open. Hij wordt weer mens onder zestien miljoen bondscoaches. 
Wat zouden we van hem houden.

donderdag 29 mei 2014

Juichen!

Ineens lag er een pak op tafel. Een oranje pak, met zwarte biezen. 
"Wat is dat?" vroeg ik.
"Een juichpak," zei mijn vriendin, "een juichpak van Roy Donders. XL."
"Ja, en?" Het klonk als een vegetariër die een rookworst op zijn bord vindt.
"Die heb ik voor jou bij elkaar gespaard. Met zegels."
"Wat moet ik ermee dan?"
"Nou ja, eh, juichen," zei mijn vriendin gehaast. Ze moest gaan werken.
Daar stond ik, in de huiskamer, starend naar een pak om in te juichen. Ik vroeg me af of ik het nodig had als Van Persie zou scoren tegen Chili, zo'n oranje trainingspak met glitters op de mouw. Tot nog toe had ik steeds gejuicht in een spijkerbroek en T-shirt. Ging eigenlijk best goed.
Ik haalde het cellofaan eraf en trok het pak aan. Ik voelde het meteen. Een prikkel. Het begon ter hoogte van mijn linkerknie. Mijn rechter bewoog meteen mee. Toen volgden mijn heupen het ritme. Daarna mijn armen en de rest van mijn lichaam. Het juichen borrelde in golven omhoog: ik swingde door de huiskamer als een gesjeesde nicht uit een Tilburgse volkswijk. 
Dat schreeuwde om meer.
Ik ging naar buiten en zag de postbode. Ik juichte met hem mee, van gleuf tot gleuf. In de buurtsuper slaakte ik licht verhitte kreetjes toen een man zes handperen woog. Daarna de slager. Stralend stond ik naast de gehaktmolen toen hij worsten draaide. Ik was om. Te gek, zo'n juichpak. Ik liet me helemaal gaan. Na juichend ramen wassen in een hoogwerker, de juichgym in de bejaardensoos en het assisteren van de wijkagent (samen gaven we iedereen op hun Donders), kwam ik laat in de middag thuis. Helemaal high.
Mijn vriendin was er ook. Ze zette net boerenkool op tafel, mijn lievelingsgerecht. Schreeuwend van geluk sprong ik op een stoel. Ik juichte zoals ik nog nooit gejuicht had.
"Wat doe jij nou," zei ze geïrriteerd.
"Nou ja, eh, juichen," was mijn antwoord.
Maar dat was dan weer niet helemaal de bedoeling.

zondag 25 mei 2014

Sixpack

"Real? Met 4-1?"
De jongens fronsen de wenkbrauwen als ze zondag de slaapkamer binnenkomen. Ze gingen gisteren naar bed bij de 0-1 voorsprong voor Atlético Madrid.
"Heeft Bale gescoord?" wil oudste weten.
"Ja, met een kopbal." Dat zijn favoriete speler twee grote kansen liet liggen,  laat ik maar achterwege.
"En Cristiano?" vraagt jongste. Hij heeft andere voorkeuren.
"Ja, Ronaldo scoorde ook," antwoord ik, "uit een penalty. En daarna juichte ie als een bodybuilder." Jongste probeert het zich voor te stellen. Zoiets kan bruikbaar zijn op het veldje, een doelpunt vieren als Ronaldo. "Hoe gaat dat, juichen als een bodybuilder?" 
Daar ging ik.
Met een sprong sta ik naast mijn bed, trek mijn T-shirt over mijn hoofd, zwaai mijn armen in de Hulk-stand, span al mijn spieren aan en kijk alsof ik net een grote hap heb genomen van een Mexicaans broodje met te veel rode pepers.
Het leidt tot grote beroering. Jongste stuitert door de slaapkamer en oudste timmert met zijn vuisten op mijn buikspieren. Het tafereel zie ik terug in de spiegel van de klerenkast: een gorilla. Op de apenrots wordt ie besprongen door uitgelaten aapjes. Het lijkt precies op Cristiano Ronaldo en zijn vrienden van Real.
Het is mijn vriendin die alles weer terugbrengt tot de juiste proporties. Ze trekt geel met een uitgestreken Kuipers-gezicht. Voor het onnodig uittrekken van het pyjamashirt.
"Die buik wil niemand zien," zegt ze streng.

maandag 19 mei 2014

In volle glorie

Met de jongens keek ik naar de eerste helft van de oefeninterland tegen Ecuador. Het bleef niet zonder gevolgen.
"Ga je mee voetballen?" vroeg jongste zondagmorgen in zijn replica-shirt van het Nederlands elftal. In zijn ogen stond het met hoofdletters geschreven: inspiratie.
Op het veldje was jongste uitstekend op dreef. De gehele interland kwam voorbij. Hij schreeuwde als Memphis Depay na een gemiste kans en kermde van de pijn als Janmaat na een tik op zijn enkel. In dit geweld kon ik niet achterblijven. Er kwam een hoge pass. In een flits ging het door me heen, de Van Persie-variant tegen Ecuador. Geconcentreerd controleerde ik de bal op mijn borst. Dit ging mijn moment worden. Ik zou jongste eens leren hoe je dat doet, een interland naspelen. Langzaam daalde de bal naar mijn verwoestende linker. De omgeving verstarde, alles leek zich te voltrekken in slow-motion. Ik zette mijn lichaam in de juiste stand, keek naar de bovenhoek, daar zou mijn actie in volle glorie belanden. De bal was nu ter hoogte van mijn navel, mijn linkervoet ging dreigend naar achteren. Ik haalde uit, zoals ik nog nooit uitgehaald had. Vol.
Doordat ik alleen maar lucht raakte, buitelde ik voorover in het zand. De bal eindigde na drie lullige stuitjes in een vlierbessenstruik. Haastig zocht ik naar een gat in de grond om in weg te kruipen. Op de achtergrond hoorde ik  jongste naderen. Hij boog zich over me heen.
"Niks gekneusd, pap?" vroeg ie bezorgd.
Langzaam tilde ik mijn hoofd op. In mijn mond voelde ik een graspol.
"Ja, mijn zelfvertrouwen," zei ik.

zondag 18 mei 2014

Toernooi

Na afloop van de competitie had jongste met F9 zijn eerste toernooi. Op de woensdag ervoor kwam hij naast me op de bank zitten.
"Wat is dat eigenlijk, een toernooi?" vroeg hij.
Ik dacht terug aan lome zaterdagmiddagen in mei, met je team hangend tussen een berg sporttassen ergens langs de lijn, terwijl de gezinszak paprikachips, worstenbroodjes en halfbevroren tosti's rondgingen. De strijd tegen Wilhelmina Boys om de zevende en achtste plek begon pas over een half uur.
"Dan speel je een paar korte wedstrijden achter elkaar. Je kunt een beker winnen," antwoordde ik.
"Goh."
Het klonk niet echt als André Kuipers op weg naar zijn eerste ruimtereis.
Doordat F9 vroeg op het toernooi aanwezig was, introduceerde leider A. rattekeutel, een afvalspelletje op één doel, waarbij elke speler voor zichzelf moet scoren, totdat er uiteindelijk een winnaar overblijft. F9 vond het een leuk spelletje. De wedstrijden tegen Unitas F14 en Haarsteeg F7 waren eigenlijk hinderlijke onderbrekingen van hun afvalrace. Na elk laatste fluitsignaal haastten de pupillen zich naar een leeg doel om hun strijd te hervatten. F9 pakte op het toernooi uiteindelijk de 14e plek. Er deden 16 teams mee. Jongste kwam thuis met een lolly, een vaantje en een Paniniboek, de prijzen voor elke deelnemer.
"Was het leuk?" vroeg zijn moeder.
"Ja, heel erg," glunderde hij.

zondag 11 mei 2014

Worst

Als Georgios Samaras het songfestival kan winnen, dan is er alles mogelijk. Royston Drenthe terug naar Real Madrid, Umberto Tan met haar, Kees Luijckx wint een kopduel, een fusie in Limburg, een originele zin van Van Peperstraten, promotie voor Sparta. Op het Kasteel kijken Jules Deelder en Hugo Borst deze dagen hoopvol naar Nordin Boukhari, een speler die meer worsten scoort dan doelpunten. Ik geef het je te doen, als 16e eindigen in de Jupiler League, maar via de nacompetitie schaamteloos de Eredivisie binnen denderden.
"Yo, daar zijn we weer!"
De winst van de spits van Celtic op die scharrelkermis in Kopenhagen opent alle deuren. Ook die van het WK in Brazilië. Ik sluit niets meer uit. Costa Rica, een land vol zwaarbebaarde worstendraaiers, laat Italië en Uruquay de hielen zien en stoot door naar de laatste vier. Ook in het hoofd van Louis van Gaal moet inmiddels een storm woeden. Niets is te gek, zo leerde de zege van Oostenrijk. Het strijdplan met Robben en Van Persie als speerpunten, het kan zo in de prullenbak. De sleutel, zo weet de bondscoach nu, zit hem in het bizarre, het onverwachte. Ook Louis gaat gek doen. In Brazilië laat Van Gaal de goals niet maken door Van Persie (te broos), Dirk Kuijt (te oud) of Huntelaar (te eigenzinnig). Het is een spits uit Overijssel die ons door de poulefase leidt. Het is de midvoor van Go Ahead Eagles die Nederland de weg wijst naar de finale waar Costa Rica ons een worst voor ogen draait.   
Het is Kolder.

dinsdag 6 mei 2014

Analyseren

Ik ging met jongste naar de markt. Bij de groentekraam keken we verlekkerd naar de kisten met rode kool, sla en vers fruit. "Daar is die meneer van Fox," fluisterde jongste. Ik keek opzij. Verdomd, hij stond naast me, Jan van Halst. Met glimmende schedel en in vlekkeloos kostuum. Hij pakte prompt een stift uit zijn binnenzak en tekende een cirkel om een sinaasappel.
"Kijk, hier zie je het gebeuren. De navel. Die draait te kort, waardoor de ruimtes te groot worden." Nu tekende hij een pijl boven de appels. "Je ziet het meteen aan de Granny Smiths. Te weinig druk."
Van Halst keek me aan met de Jan van Halst-blik. De triomfantelijke blik die je ook in de studio ziet als hij verklaard heeft waarom Bram van Polen zijn directe tegenstander heeft laten glippen. Een blik alsof ie elk moment de Nobelprijs voor moderne wetenschappen verwacht.
Toch had ik nog wat vragen.
"Vind je dat niet wat makkelijk?" vroeg ik een beetje kribbig.
"Hoezo?" zei Van Halst.
"Nou, achteraf een koe in de kont kijken met die cirkeltjes en die pijltjes."
Dat zag ik toch echt verkeerd, volgens meneer. Iets met jarenlange ervaring bij Ajax en een cursus bij de LOI. Van Halst rekende zijn zak paprika's en bleekselderij af, maar jongste wilde ook nog wat weten.
"Wat gaat het Nederlands Elftal doen? Op het WK?"
"Oh, dat gaat goed komen. Zeker een finaleplaats," zei Van Halst.
Jongste trok een sip gezicht, een beetje het gezicht van Fledderus na degradatie.
"Wéér een finaleplaats! Dat is toch mooi!" zei ik opbeurend.
"Dat wel, maar die meneer heeft het nooit bij het rechte eind."
Knap. Twee turven hoog, en nu al heeft ie Van Halst door. 
 

zondag 4 mei 2014

Coppa Cabau

Studio Sport keek terug op een seizoen Eredivisie. Joep Schreuder was naar de coach van Ajax gestuurd. Als meester Frank Visser zat hij met De Boer aan de keukentafel. Streng keek ie over de rand van zijn brilletje naar de verdachte.
"Meneer De Boer, wist u dat uw rododendron over de schutting woekerde?"
Er wordt sowieso volop geacteerd op de Nederlandse televisie. Een paar dagen geleden zag ik al het programma over het leven van Wesley en Yolanthe, hun reallifesoap op SBS6. Geweldig. Eindelijk weten we hoe het er aan toe gaat in huize Sneijder aan de Bosporus. Een vakantiehuis ontwerpen op de computer, even stoeien op de bank en een partijtje in de pannakooi op het dakterras. Maar het absolute hoogtepunt was de strijd om de Coppa Cabau. Om die trofee te bemachtigen moesten alle familieleden iets opvallends laten zien. Wesley deed Al Pacino. Dat moet je kunnen, met 1.56 meter en onschuldige hertenogen voor je schoonmoeder gaan staan en een gangster nadoen.
"Listen fuckface, here's the money, so gimme the merchandise!"
Die Wesley. Altijd en eeuwig op zoek naar manieren om zijn geringe lengte te compenseren. De Hummer, al die tatoeages, stoeien met de mooiste lipjes van Nederland en nu dus Scarface. De confrontatie met Van Gaal kan niet lang uitblijven. Ergens in de buurt van hotel Huis ter duin tikt Wesley (strak in het pak en gleufhoed) met een Magnum op de heup van de bondscoach:
"So what's it gonna be, scumbag, do you need me in Brasil or what?"
Van Gaal deinst geschrokken achteruit. Dat pikt de bondscoach niet, intimidatie en bedreiging. Louis doet aangifte. Over een week is de uitspraak van de rijdende rechter.

donderdag 1 mei 2014

The One

"Beste mensen van de pers, graag wil ik iets tegen u zeggen. Ik ben ver gekomen in deze jaargang van de Champions League. Daar wil ik veel mensen voor bedanken. Op de eerste plaats natuurlijk mister Rizolli. Hij is hier gekomen om een goede wedstrijd te leiden. Dat is hem gelukt. Hij heeft het uitstekend gedaan. Niet iedereen ziet in zo'n dive van Diego Costa een penalty. Mister Rizolli wel. Ik wil hem feliciteren met een perfecte wedstrijd.
Ook wil ik mijn spits bedanken, Fernando Torres. Ik geef het je te doen, een wedstrijd spelen tegen je geliefde. Zijn opofferingsgezindheid en zijn wil om vanavond tot het uiterste te gaan zijn onovertroffen. Fernando is great, een inspiratie voor alle kinderen hier vanavond aanwezig in Stamford Bridge en thuis voor de televisie. Als tegenprestatie krijgt Fernando morgen een vrije dag, nee wacht, om ervoor te zorgen dat Torres volledig herstelt en al zijn kwaliteiten weer in dienst kan stellen van Chelsea hoeft hij dit seizoen niet meer terug te komen.
En naast het bestuur van de UEFA, alle vrienden van Porto, Arsène Wenger met zijn lege prijzenkast, mijn vriendin Joan met mijn creditcard, ons hondje Peebles met zijn winderigheid en onze groundsman Bob met zijn penaltystipkraters, wil ik tot slot een dankwoord richten aan mijn zeer gewaarde collega Diego Simeone.
De wijze waarop hij Atlético Madrid heeft geleid naar de finale is indrukwekkend. Ik wil hem feliciteren met de manier waarop hij zijn spelers, de arbitrale leiding, de fans op de tribunes en de mensen van de media weet te beïnvloeden. Zijn performance langs de lijn is fantastisch. Good haircut. Ik noem het zelfs special, hij heeft goed naar me gekeken. Veel succes in Lissabon, Diego. Ik zal naar de finale kijken thuis, tegen die losers van Real. Met sloffen aan mijn voeten en Peebles op schoot zal ik toekijken wie mijn beker mag optillen. See you next year."