woensdag 30 april 2014

Brommen

Met veel vuur sprak Arjen Robben op het veld zijn teamgenoten toe. In een ronde muur van Bayern-spelers balde hij zijn vuist en zei: "Wir schaffen es! Wir schaffen es!" 
Aandoenlijk.
Het deed me denken aan zijn voorzitter Uli Hoeness, een heel eind verderop, ins Gefäng. Die zat ook met gebalde vuist, omringd door een muur, tegen zichzelf te prevelen "Ich schaffe es!"
Die middag had Uli nog een wedje gemaakt met zijn buurman Betonnen Bernd (vastgoedfraude) en Dikke Diedrich uit Hannover (juwelenroof) van het celblok tegenover. "2-0 voor Bayern!" riep Uli, en om zijn overtuiging kracht bij te zetten, kwakte hij een briefje van tien euro op zijn tinnen bord. 
Uli alleen in een kleine cel voor een schermpje met Bayern-Real. De stem van André Hazes zoemde zacht om zijn hoofd. Ik zit hier heel alleen voetbal te kijken. Eenzaamheid had zich, diep in zijn lichaam, met piketpaaltjes vastgezet. Toen Sergio Ramos hoog boven de Bayern-defensie uittorende, knabbelde het aan zijn geweten, de 0-2 van dezelfde speler vrat zijn vertrouwen op. "Jawohl!" schreeuwde Diedrich vanaf de overkant. Hij had ingezet op 2-2.
Na de derde goal van Madrid beeldde Ronaldo met zijn handen het getal vijftien uit, precies het aantal dagen dat Uli nu in hechtenis zat. Hoeveel handen heb ik eigenlijk nodig voor drieëneenhalf jaar, dacht hij.
Stipt om kwart voor elf ging de lamp uit in het celblok. Het enige lichtpuntje was dat de pot bleef staan. Nul-vier, niemand had het geraden.
"Morgen Chelsea tegen Atlético!" schreeuwde Bernd door de duisternis.
"Ik zet 20 euro op Mourinho!" riep Dikke Diedrich.
"1-2 voor Atlético," antwoordde Uli, vanaf zijn dunne brits. "Voor 50 euro!" riep hij erachteraan. 
Je moet iéts om een belastingschuld van 28 miljoen uit te wissen.


maandag 28 april 2014

Uppercut

Het beeld zoemt al enkele dagen prettig door mijn hoofd. Louis van Gaal wandelend door de straten van Manchester. Compleet met bolhoed op het kippenhoofd, een tweedjasje en een opgerolde Sun onder de arm. De bondscoach in Engeland, het kan niet anders; dat wordt smullen. De eerste dag van Van Gaal als nieuwe coach op Old Trafford, het laat zich makkelijk uittekenen.
"Hoezo een kopje thee? Ik zie dat anders. Omdat jullie al 200 jaar een kop thee drinken in de namiddag, zou ik aan de Pickwick moeten? Daar ben ik het niet mee eens. En zo'n rechte pink is slecht voor de bloedsomloop. Een glas chocomel, graag."
Louis van Gaal daalt neer in het land waar ze stoïcijns links rijden en verschrompelde worstjes eten bij het ontbijt. Een eigenheimer die maar in één visie gelooft: die van Louis van Gaal. Hoe zou dat vallen op het trainingscomplex van Manchester, als de stem van Louis er over de velden gaat schallen:
"Goeeed! ..... Jahaaa! Wat een geweldige pass, jongen!....... Met binnenkant voet, ja! Met de binnenkant! ....Jahaa! .... Wat een prachtgoal!!"
Robin van Persie geeft geen krimp. Sinds Brazilië is hij eraan gewend dat je door Van Gaal gezien wordt als een schichtig hertje dat voor het eerst in de wei komt. Maar Rio Ferdinand, Carrick en Evra; hoe gaan zij reageren op de nieuwe hopman? Wat te zeggen van Wayne Rooney?
"Mooie sprint, Roenie! ....Goed! .... En nu schieten! .... Goed gedaan! .... Kom maar hier voor een complimentje van de meester..... Hier! Een plaatje voor vlijt, Ween! Kijk aan!!"
Louis van Gaal als trainer van Manchester United. Ik geef het drie dagen, dan hoeken ze hem neer.

zondag 27 april 2014

In tranen

Door de camera in de kleedkamer van Ajax kon iedereen meekijken: in Nederland vier je de titel met pizza's en een fles cola. Een paar minuten voor het laatste fluitsignaal glipte Frank de Boer de spelerstunnel binnen. Daar stond ie, de Ajax-coach. Boven een urinoir met in de ene hand een folder van de plaatselijke Pizzahut, in de andere zijn mobieltje. 
"De Boer. Ik wil graag pizza's bestellen. Acht Quattro Stagioni, en tien Vegitariana. Met extra ui. Over twinitig minuten graag. Het Polman Stadion. De uit-kleedkamer."
Toch wilde het kampioensfeest van Ajax niet echt van de grond komen. Misschien kwam het wel door Ricardo van Rhijn, die voor de muziek moest zorgen. Het hele seizoen zoekt ie aan de rechterkant al vergeefs naar het juiste ritme.
Ook op het plein naast de Arena wilde het niet vlotten. De Ajacieden zwaaiden naar de fans als een gezin met een abonnement voor de Efteling. Voor de vierde keer in de rij voor de Fata Morgana. Dan weet je het wel. 
Ik had met ze te doen, de Ajax-supporters. Op het eind van een slopend seizoen wil je euforie. Kippenvel. Ontroering doordat het laatste punt voor de poorten van de hel is weggesleept. Maar ondanks de extra ui kwamen er geen tranen. Frank de Boer stapte na het laatste hosnummer van het podium alsof hij in Purmerend nog een buffetmeubel van zijn vrouw ging bezorgen.
De warme emoties kwamen vandaag niet vanuit Amsterdam, maar vanuit de Kuip, waar Jordy Clasie besefte dat ie zonder zijn mentor verder moet. Ronald Koeman zélf, die zijn vader er graag bij had gehad en vanuit de Gelredome waar Theo Janssen zijn vrouw de liefde verklaarde.
Dat is de oogst van het seizoen '13-'14. Natte pizzadozen en een Arnhems straatschoffie verdwaald in een vreemde versie van de Honeymoonquiz. 
En dan moeten we nog een speelronde.

maandag 21 april 2014

Deense lekkernij

Toen Ajax gisteren met Pec en veren de Kuip werd uitgejaagd, zat Viktor Fischer aan de Noorse kust. Niet dat hij zich van een fjord wilde storten, maar de jonge godenzoon heeft wat tijd nodig voor zichzelf.
Diep in de tweede helft, murw gebeukt na verwoestende aanvalsgolven door Zwolsche dadendrang, had ik er genoeg van. "Ajax mist Fischer," stamelde ik. Een vertwijfelde poging invloed uit te oefenen op de geschiedenis die al lang geschreven leek. De reactie van mijn medekijkers was veelzeggend: "Wie?"
Roem blijkt vergankelijk.
Vorig seizoen denderde hij op de linkerflank onze huiskamer binnen. Brutale dribbels. Daarna verscheen hij in menig stadiontunnel met een omgekeerde snelkookpan of een kortgetrimd bonsaiboompje op zijn schedel. Nieuwe hoofdstukken in het boek Modern haar. Op stoelen in dameskapsalons werd volop gesopt bij de gedachte aan de Deense Ajacied.
Nu een onwillige bilspier Fischer heeft geveld, moet Ajax het met andere vleugelflitsers doen. Maar een robuuste IJslander met een naam die doet denken aan glinsterend vulkaangesteente en De Sa, die meer lijkt te verlangen naar een Surinaams broodje kip dan een geslaagde voorzet, zetten de Arena nog niet in vuur en vlam.
Gisteren, bij de stand 5-1, kwam mijn vriendin de huiskamer binnen. Geschrokken overzag ze de ravage. Twee minuten keek ze mee, het was genoeg.
"Doet dat lekker ding niet mee, die blonde uit Denemarken?" vroeg ze verbaasd. Fischer mag opgelucht werken aan zijn revalidatie. Hij is nog niet vergeten.

zondag 20 april 2014

Voetbalfeest

Ik keek de bekerfinale met jongste. Hij had veel vragen.
"Waarom zit de trainer van Ajax in de studio, pap?"
"Dat is zijn tweelingbroer, jongen. Hij heet Ronald."
"Waarom speelt Vermeer, papa? Is Cillissen geblesseerd?"
"Nee, jongen, Vermeer mag de bekerwedstrijden keepen."
Jongste viel even stil toen de wedstrijd tot twee keer toe stilgelegd werd, maar hij had wel nog een vraag:
"Waarom gooien ze vuurpijlen op het veld, pap? Het zijn toch Ajax-supporters?"
Het was een goede vraag. Het was de beste vraag van allemaal. Ik moest er even goed over nadenken.
"Ja jongen," zei ik met het oog op een leeg veld, "ik denk dat ze dat heel leuk vinden. Daar genieten sommige mensen van, maar ze bederven het voor Ajax. Eigenlijk bederven ze zo een heel voetbalfeest voor iedereen die kijkt."
Jongste zweeg.
Hij keek hoe Hans Kraay jr. ons op de hoogte bracht van de ontwikkelingen, hij zag hoe Van der Sar als een kruidvat vol emotie het veld opstapte en een microfoon greep en hij hield zijn ogen op het beeldscherm gericht toen de beide ploegen de bekerfinale hervatten.
Jongste bleef ook gewoon zitten toen PEC Zwolle opeens als een gek ging scoren. De Kuip verkleurde van rood naar blauw, de wangen van Ron Jans werden steeds roder, PEC-fans huilden. Een voetbalfeest leek hersteld.
"Nú hadden ze die vuurpijlen toch af moeten steken?" zei jongste toen de prijs werd uitgereikt.
Zelfs een kind van 7 begrijpt hoe je een beker binnenhaalt.

vrijdag 18 april 2014

Passie

Het was Goede Vrijdag. Op Nederland 2 werd de Matthäus Passion uitgezonden, compleet met koren in galajurk en vlinderstrik, pauken, violen, een hoornsectie en een dirigent die met zijn stokje zwaaide alsof de wereldvrede ervan afhing. 
"Kom, hier kun je nog wat van leren," zei ik tegen oudste en jongste.
Vanaf de bank keken we naar het meesterwerk van Johann Sebastian Bach.
"Waar gaat het over?" vroeg oudste.
"Over het leven en lijden van Jezus Christus, straks gaan ze hem aan het kruis nagelen."
Na een paar minuten keek ik opzij. Oudste en jongste zaten gelaten naast elkaar. Een beetje zoals Louis van Gaal en Robin van Persie op een voetbaltribune naast elkaar zitten: gewichtig kijken naar de wedstrijd alsof je de sleutel tot de WK-finale in handen hebt, maar ondertussen stiekem denken aan de billen van de kantinejuffrouw.
"Duurt het nog lang?" vroeg oudste na een kwartiertje. Er was nog niemand verraden. In de gids stond dat de lijdensweg nog ruim twee uur voortduurde.
"Vooruit, ga maar naar buiten," zei ik gul.
Na een half uurtje vond ik ze buiten op het tuinmuurtje, het shirt bezweet van het intensieve partijtje dat ze speelden. Jongste had zijn arm om de schouders van zijn broer geslagen. Het leek op Steven Gerrard, die na de wedstrijd tegen  Manchester City de andere spelers van Liverpool opzweepte om nu dóór te stomen naar de titel in Engeland.
"Goed gespeeld, man!" zei jongste erbij.
In zijn ogen stond vuur. Nu pas zag ik de passie van Bach.

zaterdag 12 april 2014

Talentvol

Oudste is een bijzonder kind. Hij houdt van lezen, knutselen, tennissen, toneel, dansen, schrijven, verkleedpartijtjes, stoeien, knuffelen, hutten bouwen, computerspelletjes, zingen en gitaar spelen. Het lijkt erop dat alle creatieve talenten in de familie sinds de 18e eeuw zijn opgespaard om bij oudste tot volle bloei te komen. Voetbal neemt in zijn prioriteitenlijstje dezelfde plaats in als een mandarijntje op een volle fruitschaal. In een door de Champions League en Fox Sports gedomineerd huishouden leidt dat tot bijzondere momenten.
Als we op de bank naar een uitzending van Match of the Day kijken en er wordt een vraag gesteld over de doelpuntenmaker, kan het antwoord zo maar uit de knutselhoek komen, waar oudste met de tong uit zijn mond bezig is boven een nieuwe kijkdoos.
"Ryan Giggs, die is al veertig jaar," zegt ie dan zonder op te kijken.
Tussen al zijn creatieve activiteiten stort hij zich ook met regelmaat in de  voetbalpartijtjes van zijn broer en andere buurtkinderen. Ze lachen schamper als ie makkelijk uitgespeeld wordt, over de middenlijn struikelt of een radslag maakt op het moment dat de winnende goal dreigt. Dat zijn talenten overal bruisen, behalve in zijn voeten, voelen we ook in onze portemonnee.
Nadat bij wedstrijden op de inrit al twee regenpijpbeugels, een dakpan, een koffiemok en een jasbeschermer van de postbode sneuvelden, kwam daar deze week een nieuwe trofee bij. Een schot op doel leidde tot een deuk op de achterklep van de auto van de buurman.
"Ga je mee voetballen, papa?" vroeg oudste, toen alle verzekeringspapieren waren ingevuld.
"Eh..., tja,...., denk je dat..." hakkelde ik, maar hij bedoelde binnen, op de  bank, met de veilige Wii. Een potje Spurs tegen United.
Ik vond het een uitstekend idee.


donderdag 10 april 2014

Naaien

Bij thuiskomst trof ik jongste met zijn bal op de inrit. Zijn moeder was er ook. Ze speelden een kaatsspelletje tegen de zijgevel.
"We zijn aan het ezelen," zei jongste met pretogen, "met naais!" 
Met naais
Dat betekende de tegenstander in moeilijkheden brengen. De bal zodanig kaatsen dat ie via de straat of de voortuin van de buren weer tegen de gevel gepasst moet worden. Een keihard spel waarin techniek en tactiek hand in hand gaan.
Ik ging er eens goed voor zitten.
Jongste trok alle registers open. Hij speelde hard en zacht en benutte de hele inrit, maar zijn moeder weerde zich kranig. Geroutineerd viel ze terug op haar jaren in het plaatselijke damesteam. Met links en rechts pareerde ze de aanvallen, maar uiteindelijk rolde de bal achter een geparkeerde auto in een nare hoek.
"Mooie naaibal, hè!" glunderde jongste.
Maar mijn vriendin laat zich niet zo snel uitspelen. Ze keek geconcentreerd van de bal naar de zijmuur. In haar hoofd werd een plan gesmeed dat langzaam indaalde in haar wreef. Wat volgde was een ferme zwaai van haar rechterbeen. Op Van Hanegem-achtige wijze vloog de bal in een boog over het hoofd van haar zoon. Het gezicht van jongste ging in één tel van triomf naar ontzetting toen het schot de zijmuur schampte en met een stuit over de tuinmuur van de buren verdween.
"Wat eten we trouwens?" vroeg ik, toen ze klaar was met juichen.
"Nog niet aan toegekomen," zei mijn vriendin, "ik hoopte dat jij eraan zou beginnen."
Verslagen vertrok ik naar de keuken. Het voelde als een naaibal.

vrijdag 4 april 2014

Etenstijd, part II

Doordat de situatie hier volledig uit de hand liep, heb ik het er maar op gewaagd. Oudste dekt al weken de tafel niet meer, jongste verminkt elke week mijn Voetbal International door de poster eruit te peuteren en mijn vriendin weigert hardnekkig te koken. "Doe het lekker zelf!" antwoordt ze als ik op het kookboek wijs, Eenpansgerechten in een wip. Toen ik 's nachts  wakker werd van de geeuwhonger wist ik genoeg: dit kon zo niet langer.
Vorige week heb ik hem gebeld, Guus Hiddink.
Sindsdien komt ie regelmatig langs, gaan we koffiedrinken. Ik kan dat iedereen aanraden, koffie drinken met Guus. De eerste keer was groots. Twee straten verderop hoorden we hem aankomen, met zijn ronkende knalpot. Een paar tellen later parkeerde Guus zijn motor op de inrit, zette zijn wandelstok in de hoek, gooide een pak koffiekoeken ter grootte van een halve stoeptegel op de keukentafel en kwam meteen ter zake.
"Vertel op, waar wringt de schoen?"
Na mijn klaagzang krabde Guus over zijn buik en staarde uit het raam naar een scholekster, waarbij ie iets in het Achterhoeks mompelde. Iets met potjes en dekseltjes. Hij duwde vervolgens een kwartiertje jongste op de schommel, bakte cupcakes met veel glazuur met oudste en hield een kletspraatje over een Tefalwok met mijn vriendin. Ogenschijnlijke niemendalletjes, maar verdomd als het niet waar is: de zaken in huis veranderden meteen.
Tot gisteren. 
"Ik heb een nieuw koffieadres, daar hebben ze wél espresso," meldde Guus aan de voordeur, met de pothelm nog op. Met verbazing keek ik hoe Guus daarna pruttelend de straat uitreed. Met herwonnen zelfvertrouwen duwde ik die middag jongste op de schommel en bakte de lekkerste cakejes. Hoe moeilijk kon het zijn, die aanpak van Guus?
"Jongens, tafel dekken," verordonneerde ik daarna. Maar het bleef akelig stil.
"Schat, wat eten we?" probeerde ik nog een keer. Vergeefs.
Gelukkig heeft de Albert Heijn veel diepvriesmaaltijden.


donderdag 3 april 2014

De benen van Boer

Thuiskomen is het lekkerst op woensdag. Je jas ophangen, in een rechte lijn naar de koelkast lopen voor een vers stuk jonge kaas en dan met een nieuwe Voetbal International op schoot in de bank neerploffen. Geen groter genot dan een half uurtje wegzakken in zinloos voetbalgeleuter. Eerst de rapportcijfers voor de spelers van RKC, Go Ahead, Ajax, de column van Dijkshoorn, de uitsmijter van Gijp en daarna pas het schillen van de aardappels voor het avondeten.
Deze woensdag verliep anders.
Op het stapeltje post vond ik alleen rekeningen en een leeg cellofaantje. Geen VI te bekennen. Vanuit de huiskamer kwam zacht gemompel. Op mijn tenen sloop ik ernaartoe. Daar zaten ze, de jongens in mijn bank met mijn tijdschrift op schoot. Ze hadden niets in de gaten.
"Kijk hier, Martins Indi."
"Hij heeft druppels op zijn gezicht."
"Dat is zweet."
"Oh."
"Wie staat er op de poster?"
"PEC Zwolle."
"Ze kijken allemaal boos, die spelers van PEC."
"Ja, en Diederik Boer heeft gekke benen."
Met kromgetrokken ruggen hingen ze boven de benen van de keeper van Zwolle. Als muisjes die een blokje kaas naar hun holletje hadden versleept. Er was iets voorgoed veranderd in huis. Ik voelde aan mijn portemonnee en keek door het raam naar de auto. Het moment dat ik die, net als de Voetbal International, zou moeten inleveren, voelde ineens erg dichtbij. Verslagen zette ik me aan het aanrecht.
"Die keeper is ook te dik," hoorde ik oudste nog zeggen, terwijl ik zuchtend de aardappelen schilde.

dinsdag 1 april 2014

Etenstijd


Jongste schaaft al dagen aan zijn dropkick. Keer op keer probeert ie de opgegooide bal op het juiste moment te raken. De kracht van Studio Sport is oneindig; één uitzending en jonge voetballers zijn weer uren zoet.
"Kijk papa, zo trapte die keeper de bal uit!"
Daarnaast is ie in de ban van de kontstop, een trucje waarbij je de bal met je billen stil legt. Hij heeft het op het veldje gezien, maar de timing zet hem voor veel problemen. Jongste draait te vroeg zijn billen boven de bal, zodat ie van zijn heup afstuit, of te láát, waardoor zijn elleboog of zijn maag de bal opvangt. 
"Ik zal het nog een keer voordoen. Kijk zo."
Behendig gooi ik de bal enkele meters omhoog en laat hem, direct na de bonk, tegen mijn bilnaad ketsen. De bal ligt meteen dood op de grond. Ik zie de verwondering in de ogen van jongste: het vaderschap is soms verbazend  makkelijk.
Geïnspireerd probeert jongste het nog een keer, maar hij timet opnieuw verkeerd. De bal stuitert pijnlijk tegen zijn neus. Met betraande ogen gooit hij het daarom over een andere boeg.
"Kom papa, we gaan Wie-scoort-is-kiep doen."
Hij begint op doel. Net op het moment dat ik aan wil leggen voor een hard schot, klinkt er een bekende lokroep: "Het eten is klaar!" Jongste draait zich van mijn pegel af en zwaait naar zijn moeder. Een flits ben ik bang voor ongelukken, maar zijn achterwerk neutraliseert het gevaar. Met een plof valt mijn schot stil voor de doellijn. Zij aan zij rennen we naar de dis. Nog even kijkt ie naar me op.
"Mooie kontstop was dat, hè pap!"