maandag 26 augustus 2013

Roze

Het roer moest om. Tweeëntwintig jaar met een Andries Knevel-hoofd door het leven struinen; ik geef het je te doen. Het begon, ergens in de zomervakantie, met haargroei op mijn wangen. Diep in de binnenlanden van Frankrijk besloot ik, in navolging van Ruud Gullit en de gebroeders De Boer, een baardje te laten staan. Lekker, zo'n vogelnestje op de kin. Het genot van laat-maar-gaan.
Het werd gevolgd door meer haar op mijn kruin. Ik liet het, net als Viktor Fischer, in een grote lok groeien. Een grote bos wuivend riet dat eigenwijs naar de Vinkeveense plassen wees. Ik geef toe, het was even wennen. Maar snel nam ik de proef op de som. Met mijn nieuwe look ging ik naar de winkelstraat. Dat is niet iedereen gegeven, als Justin Timberlake een slagerij binnenstappen en met een dode cavia op de kaken een paar slavinken bestellen. "Ook een pond gehakt, graag," zei ik er overmoedig bij. De slager gaf geen krimp. Hij stopte stoïcijns een gratis bakje zult in mijn tas.
Gisteren, vroeg in de morgen, vond ik het tijd voor een nieuwe stap. Aangemoedigd door de sokken van Ajax trok ik een oude broek uit de kast. De broek die ik droeg toen in de buurt een feest werd georganiseerd, met als thema 'Pink is flink'. Wat goed is voor de kampioen van Nederland, is goed voor mij. Het stond me goed, die roze broek. Terwijl de rest boven sliep, huppelde ik als een bonte kievit door het huis. Ik bakte broodjes in de oven en danste vrolijk op een liedje van Nick en Simon. Ik had een topochtend.
Pas na een uur werd de rest wakker. Ineens stond mijn vriendin op de trap, in haar nachtgewaad. Met grote ogen keek ze de kleurenpracht aan. "Wat zie jij eruit! Is jouw  midlifecrisis begonnen, of zo?" Het was meteen gedaan met de pret.
Mijn besluit was snel gemaakt. Morgen neem ik een nieuwe vriendin.

zaterdag 24 augustus 2013

PEC tegen Cambuur

Op televisie hoorde ik een vreemde opsomming: "Saymak, Achenteh, Klich, ... Mokhtar." Het was een aanval over vier schijven van PEC Zwolle in de wedstrijd tegen Cambuur. Het was goed dat ik voetballers op een veld zag, voor hetzelfde geld denk je aan nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Beelden van muren vol kogelgaten. Woedende burgers verdringen zich voor de camera, met veel vuur spuwen ze hun woede mijn huiskamer in.
"...tot zover de onrust in Mokhtar. Terug naar jou in de studio, Philip."
Een tegenaanval van Cambuur leverde het volgende rijtje op: "Nienhuis, Van der Laan, Bakker, Oebele Schokker."
Oebele.
Dat dringt je terug naar de binnenlanden van Friesland. Tachtig stuks bontvee herkauwend in de wei. Met Fokke, Tjitske en Lieuwe slootje springen achter de boerderij van Steensma. In de namiddag met zweet op het voorhoofd thuis komen, waar een glas melk klaar staat. Verrukt vertellen over je avonturen en dan je melksnor schoon likken.
PEC won met 2-0 van Cambuur en werd daarmee de nieuwe koploper in de Eredivisie. Dat is hartstikke leuk, maar mijn oog bleef hangen bij de 68e minuut. Toen werd hij vervangen, Oebele. De camera ving hem op, hij liep recht mijn huiskamer in. Het zweet parelde op zijn voorhoofd, met een trainingsjack liep hij meteen door naar de kleedkamer.
Ik weet het bijna zeker: daar zat zijn moeder te wachten. Met een glas melk.

donderdag 22 augustus 2013

Snotneus

Feyenoord arriveerde deze week in de noordelijke Kaukasus. Met nul uit drie  naar het Oostblok, met op de landingsbaan zwarte beren die aan een half verteerd konijn snuffelden; dramatischer kan een seizoen niet beginnen. In de Kuip droomden ze in de zomer van een trotse Engelse club of een reis naar Spanje, maar het werd een stad in Rusland die schuurt als nagels op een schoolbord.
Prachtige beelden, de selectie van Koeman op een vrije namiddag dolend door de binnenstad van Krasnodar. Schouder aan schouder slenteren over een groot plein. Hand in hand kameraden op z'n Russisch. Bij het metershoge standbeeld van een oude Tsaar stoot Erwin Mulder Mathijsen aan. "Is dat Poetin?" De doelman van Feyenoord lijkt meer op Ed de Goeij dan hem lief is.  
Of de jacht op souvenirs. Martins Indi in een oud winkeltje met een bontmuts voor de spiegel. Wesley Verhoek lacht luid. Of Jordy Clasie, die  twijfelt tussen een blikje kaviaar of een cd van het Tsjevalni-koor, maar zich uiteindelijk met een fles ouderwetse wodka bij de kassa meldt. Krepkaya, pure wodka van de oude communisten. Dat zal zijn vader leuk vinden, met van die Russische letters op het etiket. De winkelmevrouw, een babouschka met meer snorharen dan Clasie, is echter onverbiddelijk. Het stampvoeten van de kleine middenvelder maakt geen indruk op Svetlana. Met veel handgebaren en drie woorden Duits maakt ze het duidelijk: hier wordt geen sterke drank aan pubers verkocht.
En dat Ronald Koeman dan tegelijkertijd een persconferentie houdt in een veel te kleine ruimte onder de hoofdtribune. In een peloton microfoons verkondigt hij  zijn nieuwe waarheid:
"Ja, ook op het middenveld. Jordy Clasie bijvoorbeeld. Hij moet stappen zetten. Hij moet anders het duel ingaan. Mannelijker."

zaterdag 17 augustus 2013

De nieuwe Bakkali

Jongste speelde vandaag zijn eerste wedstrijd. Een dorpsderby met F9. Gisterenavond kroop ie in bed met zijn broekje en scheenbeschermers, zijn blauwwitte sokken eroverheen. Zijn voetbaltas stond ingepakt aan het voeteneind; hij was er klaar voor.
De pupillenwedstrijd voltrok zich op klassieke wijze, alle spelers verplaatsten zich groepsgewijs met de bal over het veld, de ouders in een lange rij achter het hek. Vier meter verder hing een luidruchtige vader op een reclamebord: 'Bloemisterij Rozemans, voor als u van bloemen houdt'. Rode jeans, stoere riem, op de wangen een Ronald-de-Boer-zomerbaard. Hij vond zichzelf een kenner.
"Dat jochie kijkt niet over de bal."
"Jammer, die nummer 5 is stijf rechts."
"Die doelman heeft een matige trap."
Hij hing me al snel de keel uit, met zijn analyses. Als zijn zoontje aan de bal kwam, rolden de complimenten van zijn lippen. Daar heb je er weer zo'n vader, stelde ik vast. Heeft een blauwe maandag in het eerste elftal gespeeld, zag zijn profcarrière verdampen door een gescheurde knieband en ziet nu in zijn zoon de nieuwe Bakkali: alsnog in een rechte lijn naar Zuid-Europa voor een contract met veel nullen. 
Tegen het einde van de wedstrijd wees hij naar nummer 7.
"Kijk, die kan er wel wat van. Overzicht, techniek, fysiek sterk. Dat spelertje maakt steeds de juiste keuzes. Die heeft mogelijkheden."
Hij had het over jongste. 
"Hoe vond je het gaan," vroeg ik, toen hij van het veld stapte.
"Het ging wel," zei hij schouderophalend, "maar ik kan veel beter."
Het kroop als een dief in mijn hoofd. AC Milan, dacht ik. Of anders Inter. Voor een contract met zes nullen.

woensdag 14 augustus 2013

De top van de piramide

We kunnen het inmiddels uittekenen. De voetballers die met een zonnebril op de neus hun bolides het parkeerterrein opsturen. Het uitstappen. Bert Maalderink die, onder de klep van de kofferbak, zich niet meer kan inhouden: "Hoe is het bevallen, de eerste weken bij Torpedo Tsjernobyl?"
Als voetballers vervolgens met een rolkarretje naar de hoofdingang van hotel Huis ter Duin wandelen, weet je genoeg: er komt weer een interland aan.
De angstige blik naar de draaideur als de laatste handtekening op de arm van de fan is gezet, daar mag ik graag naar kijken. Achter de draaideur wacht namelijk De Hand. De Hand van de bondscoach.
"Goedemiddag, Rafael! Ik vind het fijn dat je er bent! Maar wat is dat? Een blauw rolkarretje? Wat zeg je? Van Sabia? Wat hadden we afgesproken? Wat stond er in de regels? Inderdaad, een zwart rolkarretje! Wat ga jij nu doen? Inderdaad, naar de Blokker. En snel!"
Onze internationals telefoneren wekelijks met Louis van Gaal. Dat ie zo gezellig op die boot stond, over hun fysieke gesteldheid en of hun transfer naar Oezbekistan een Oranjeselectie niet in de weg staat. Natuurlijk, ze doen alles om een Sneijder-schrobbering te voorkomen. Maar na één gesprek in Huis ter Duin komt het aan op angermanagement. Het liefst proppen ze hem meteen in de meterkast, de bondscoach met zijn malle fratsen. 
Als voetballiefhebber zou ik graag zien dat Van der Vaart, Robben en Van Persie toegeven aan hun verontwaardiging. Dat ze hun boosheid de vrije loop laten. Ik hunker al maanden naar de volgende interlandbeelden: Hans Kraay jr. rent radeloos door de catacomben van het stadion, Kees Jansma veegt zich het zweet van het voorhoofd, in de studio zit Van Gangelen met zijn handen in het weelderige haar: de bondscoach is zoek. Als het Nederlands elftal met een lege dug-out aan de wedstrijd begint, worden in Noordwijk de suites van de internationals gepoetst. Pas op het moment dat de stofzuiger stopt, dringt het geluid tot het kamermeisje door; een zacht bonzen vanuit de bezemkast in een verre hoek van de gang. Dan het roodaangelopen hoofd als de sleutel is gevonden:
"Dit stond niet in het manifest! Nu moet ik weer reageren!"

maandag 12 augustus 2013

De ziekte van Hedel

Kenneth Vermeer voelde zich in de catacomben niet zo lekker. In de rust van de wedstrijd AZ-Ajax, onderweg naar de kleedkamer, wreef de doelman van Ajax over zijn maag. Gertjan Verbeek wist er wel raad mee.
"Buikklachten, Kenneth? Last van een wilo?"
"Wilo?" vroeg de doelman van Ajax met een pijnlijk gezicht.
"Een drol van drieëneenhalve kilo," antwoordde de coach van AZ met pretoogjes.
Sinds gisteren kennen we de humor van Gertjan Verbeek. Tijdens het interview na afloop van de wedstrijd onthulde Verbeek het dossier met medische geheimen van Jan van Halst. Nou ja, medische geheimen. Verbeek meldde hoe het zat, met dat lichaamshaar van de voetbalanalyticus. 
Het moment was louterend.
Met één zinnetje plaatste Verbeek zichzelf bij een groepje bekende trainers. Dick Advocaat op het EK, met zijn Robben-wissel tegen Tsjechië en Gerard Kemkers, die Sven Kramer de verkeerde bocht instuurt tijdens de Olympische Spelen. Sporttrainers die tot dat moment de wind mee hadden, maar door de uitglijder weet je: die nemen we nooit meer serieus. Gertjan Verbeek probeerde een kritische journalist op zijn plaats te zetten met een lullig woordgrapje. Uit 1412. 
Tot dit weekend zag ik Verbeek als een interessante voetbaltrainer met zinnige teksten en raar haar. Na de onthulling over de ziekte van Van Halst is dat veranderd. 
Gertjan Verbeek is alleen nog maar raar haar.

zondag 11 augustus 2013

De Materazzi van Zuid

Stefan de Vrij moet meedogenlozer worden. Een vent, een beest, een Laseroms. Op televisie reageerde de centrale verdediger op de kritiek van Ronald Koeman. De blik in zijn ogen zei genoeg: de golden retriever van mijn tante Bertha.
De verdediger van Feyenoord is een aardige jongen. Vroeger nam hij een appel mee naar school voor de juf, elke zaterdag doet ie boodschappen voor zijn bejaarde buurvrouw en hij stopt stiekem zelfgeschreven gedichten onder het kussen van zijn vriendin. Stefan de Vrij die in de eerste minuut van de wedstrijd een vliegende tackle eruit gooit, is hetzelfde als Albert Verlinde die na het bericht over de liefdesbaby van Rafaël van der Vaart en Sabya een keiharde boer laat. "Zwaar spul, die sushi!"
Ronald Koeman, ooit een talentvolle verdediger die volgens kenners te traag was voor de top, zou beter moeten weten. Koeman concentreerde zich op zijn sterke punten, een goed positiespel en traptechniek. Barcelona won er de eerste Champions League mee. 
Verdedigen als Theo Laseroms en Israel. Tja. Dat is slopen als natuur. Op een bulldozer een vinexwijk inrijden en grijnzend de zaak platwalsen. In de disco acht bier bestellen en een leuk meisje op de rug slaan: "Hé! Zal ik mijn tonglap eens in je bek proppen?" Zulke types zijn uitgestorven in de Eredivisie. Tommie Beugelsdijk is misschien de laatste.
Stefan de Vrij is de volgende voetballer in het rijtje Aad Mansveld, Ruud Krol, Ronald Koeman, Frank de Boer. Verdedigen met grandeur. Imponeren door je overzicht en een verre splijtende bal. Als vanmiddag in de Kuip ineens Luc Castaignos doormidden wordt geschopt omdat Koeman het wil, weten we genoeg: Stefan de Vrij heeft zichzelf verloren.

vrijdag 9 augustus 2013

Opvoedkunde

Zomeravond in Nederland. Onder de luifel in de achtertuin met een koel pilsje. Het is er aangenaam. De geur van verschroeid barbecuevlees vermengt zich met vertrouwde geluiden die door de terrasdeuren naar buiten waaien.
"...Badstuber, ......Schweinsteiger, ....mooie pass naar Ribéry."
In de huiskamer speelt jongste met zijn Wii. Sinds de laatste Champions League-finale is Bayern München favoriet. De commentaarstem van Ten Napel maakt het geluidenspel compleet. Ik hoor het gejoel van de toeschouwers aanzwellen, Evert komt met een onvermijdelijk cliché:
"Olic, goeie genade!"
Als jongste met gespreide armen naar buiten komt gerend en op zijn knieën richting de schommel glijdt, weet ik genoeg: Bayern heeft gescoord.
"2-0!" roept jongste met de Wii-joystick in zijn hand. Snel haast hij zich weer naar binnen, op jacht naar de winst. 
Enkele minuten later, met in de hand een nieuw biertje uit de koelkast, passeer ik jongste op de tweezitsbank. 
"En? Heeft Bayern gewonnen?" vraag ik, terwijl ik het dopje van de fles wip. 
"Bayern is al afgelopen, dit is Vitesse," zegt jongste. Hij wijst naar de televisie. Ik vind ze verrassend realistisch, die computerspelletjes. Op het scherm zie ik geelzwarte spelers op een rijtje. Een muurtje voor een vrije trap, net buiten de zestien. Het Gelredome op de achtergrond, Velthuizen op doel, Theo Janssen met zijn tatoeages; niet van echt te onderscheiden. De vrije trap gaat erin. Linksboven verandert de stand: vit-pet 1-2.
"Je laat Vitesse verliezen, jongen! Tegen wie spelen ze?" 
"Een club uit Roemenië," antwoordt jongste.
"Welke club? Steau Boekarest?"
"Petrolul."
Hij kon meteen naar boven, jongste. Met zijn brutale praatjes.

donderdag 8 augustus 2013

Homofoob

Woensdagavond ging de bel. Toen ik open deed, glipte een man naar binnen. Gehaast sloot hij de deur. Kalend, zwaar brilmontuur, spleetje tussen de boventanden, dat kon niet missen: René van der Gijp. Hij hijgde als opgejaagd wild. Buiten denderde een woedende menigte voorbij. 
"Ssst, even niks zeggen, ouwe pik," zei Gijp tussen het hijgen door.
Toen de rust in de straat was wedergekeerd, wandelde ie naar de huiskamer en plofte op de bank. "Aha, Zulte tegen PSV, hoeveel staat het?"
Samen keken we naar de wedstrijd. Een speler van Zulte Waregem stopte op de doellijn een inzet met zijn hand. Matavz maakte de penalty.
"Goed ingeschoten van Timmetje. Niks mis mee!" zei Gijp. 
Na de volley van Bakkali keek ie eerst naar het lege bakje op tafel en daarna naar mij. "Zijn er nog nootjes, ouwe reus?"
Ik vulde het schaaltje bij. Beiden graaiden we een handjevol uit het bakje. Alsof we wekelijks samen Champions League kijken, Gijp en ik. 
"Zeg, wie zat er daarstraks achter je aan, toen je aanbelde?" vroeg ik na de analyse van Jack en Van Hintum. Gijp mompelde iets over op hol geslagen journalisten en boze dj's. Hij pakte de afstandsbediening en begon te zappen.
"Knevel en Van den Brink, mooi man."
We vielen net in het begin van de uitzending. Van den Brink was op vakantie,  Antoine Bodar, een man met een Christelijke boord, zat in zijn plaats aan tafel. Knevel begon over zakkenrollers in Amsterdam. Daarna stelde Bodar vragen aan een PVV'er die tot de islam bekeerd was en over Poetin en de positie van homo's in Rusland. Gijp leek aandachtig te luisteren, maar ineens zette hij de tv uit.
"Allemaal moraalridders," zei Van der Gijp, terwijl hij geeuwend achterover leunde.  "Hé pik, wat zullen we nu eens gaan doen?"

vrijdag 2 augustus 2013

Vergane glorie

Sjaak Swart was ooit een marmotje. Zo'n pluizig zwart bolletje wol met tandjes. Aan het einde van de Wiekentkwis op tv moest Sjaak aan de slag. Dan kwam een man in een stofjas de studio binnenlopen met een doos. In die doos zat Sjaak, naast Mieke Telkamp, Rita Corita, Simon Tahamata, Jos Brink en André van Duin. Onder een vrolijk muziekje werden ze in een getimmerd doolhof gezet. De mensen in het publiek klapten mee. Trillend van angst zocht Sjaak dan de uitgang. 
Tegenwoordig is Sjaak Swart een gepensioneerde Ajacied. Tijdens de wedstrijd van Ajax tegen Roda zat hij schuin voor me, aan de andere kant van het gangpad. Hij zat naast Dino, van Dino's dartborden, ook voor bingoavonden en buurtbbq's. Hij was niet zo tevreden, Sjaak. Dat begon al tijdens de warming-up. "Blind moet naar de kapper." Sjaak stootte Dino aan en wees naar het veld. Ook tijdens de wedstrijd stootte hij Dino vaak aan.
"Die Makkelie is te dik."
"Sigthorrson is te traag."
"Het dak moet verder open."
"Fischer draagt verkeerde schoenen."
Steeds wees Sjaak dan naar het veld. Toen het bord de lucht in ging voor de wissel van Krkic, stond Sjaak op. Hij wilde een broodje bal, maar rekende niet op de maat 46 van Dino. Sjaak struikelde en viel op het middenpad, met het gezicht op mijn slippers. Op mijn voet lag een hulpeloos hoopje zwartgrijs dons. Ik zag het meteen. Na alle tirades toonde Sjaak zijn ware aard. Er is niets veranderd: Sjaak Swart is een lief klein marmotje, verstrikt in zijn eigen doolhof.





donderdag 1 augustus 2013

Graceland

PSV besteedde de zomervakantie aan een kliniek voor plastische chirurgie. Het cynische kreng met hangtieten dat zich aan de balie meldde, onderging de nodige behandelingen. Onlangs liep ze weer naar buiten. Met fraaie blonde krullen en spannende borsten. 
Tegen Zulte Waregem keken alle mannen om naar de ploeg van Phillip Cocu: jonge krijgers achterin, een speels middenveld en een gretige voorhoede. 
Op links lopen de aanvallen via Depay. De linkerspits van PSV is nogal ijdel. Elke morgen checkt ie zichzelf in een grote spiegel. Het geblondeerde matje op zijn kruin en zijn nieuwste tatoeage, het zinnetje 'Ik ben de wereld'. De woorden van zijn favoriete muzikant DJ 2kan Majistic BoogieWoogie zijn als een levensmotto rondom de linkertepel gekerfd. 
Depay speelt met zijn voornaam op zijn rug. Memphis. Ontroerend beeld: vader en moeder Depay op vakantie in de Amerikaanse stad. Hand in hand wandelen ze langs de graftombe van Elvis. Vader Depay is onder de indruk. In de woonkamer van The King zet hij de kraag van zijn overhemd rechtop. Voor de open haard doet ie het malle knieëndansje, moeder Depay giechelt. 's Avonds, in de motelkamer langs de snelweg waar zacht Love me tender klinkt, verwekken ze hun zoon. Na een zwoele vakantie in Toscane volgt een tweeling: Verona en Siena.
Zij allen sprongen in de tweede helft verheugd op na de donderknal van Depay, waarmee hij de score tegen Zulte Waregem opende. Zo ook het jongste zusje, een nakomertje dat minder gelukkig was. Ze kwam voort uit een regenachtig weekendje in Enschede.