zondag 5 augustus 2018

Gast

De camping in de Ardennen? Ach ja, die was goed. In de buitenlucht pasta met bospaddestoelen koken en met je voeten in een beekje een mooi boek lezen. Het koele bergwater dat als vluchtig geluk aan je tenen kietelt. De vakantie bracht verder verre wandelingen, verbeten beachvolleyballwedstrijden en een bezoek aan het museum over het Ardennenoffensief in de hongerwinter; het eten van een Bastogne-kaakje bij de koffie zal nooit meer hetzelfde zijn.
Aan de andere kant, jezelf terugvinden bij de bingoavond naast de kantine, dat is geheel andere koek. Zeker toen de omroeper van dienst (“Zevenendertig!....Surtysèven!!”) alle bingoërs opriep om bij de hele tientallen een massaal ‘olé’ aan te heffen. Misschien was het de Ardennenwarmte, die gemengd met een Leffe blond, de scherpte bij me eruit had gehaald. Feit was dat ik bij de jacht op een volle kaart voorop ging in de strijd:”40? Olé, ja!”
Het ging zelfs verder. Nadat we onze klapstoelen versjouwden naar het campingtoneel voor de Mama Mia-musical, uitgevoerd door het animatieteam, vond ik mezelf later op de avond terug onder de luifel. Het begon nog voorzichtig, met het zachtjes neuriën van ‘Dancing queen’, maar toen niet veel later het ABBA-luik in mijn hoofd hardhandig werd opengetrokken en ik “Can you hear the drums, Fernando?” over de Belgische heuvels liet galmen, wist ik genoeg: het was tijd om weer naar huis te gaan.
Tja, en daar wacht naast de was en het wegwerken van twee weken ochtendkrant het nieuwe voetbalseizoen. De aanloop naar de competitie, niets mooiers dan dat. Oefenwedstrijden tegen regioteams, zomertransfers, interviews met de nieuwe trainer (“We gaan voor het linkerrijtje”); het spoelt in zachte golven aan op mijn strandje. En ineens doemt het op in de branding: Louis van Gaal als Zomergast.
Dat laat zich makkelijk uittekenen. Louis van Gaal in die VPRO-studio aan een tafeltje tegenover Janine Abbring, voorheen jakhals bij DWDD. Na de begintune schuift de presentatrice licht ongemakkelijk over haar stoel.
“Goedenavond, Louis. Je wilde graag beginnen met een fragment over....”
“Dank u, maar waarom zitten we hier op het dak van een caravan? Omdat ik van de camping hou? Is dat het? Jullie dachten: een voetbaltrainer, die houdt vast van kamperen. Gaan we ook nog barbecuen, of zo? Nou, ik kan je vertellen dat mijn voetjes omhoog gaan bij het zwembad van mijn vakantiehuis in Portugal. En die van Truus ook.”
En dan die blik van Abbring: hoe kom ik in godsnaam deze avond door?