woensdag 8 januari 2014

Panna

"Kierkiets!" schreeuwt jongste als hij de bal handig door mijn benen tikt. We spelen buiten een partijtje één tegen één.
"Wie?" vraag ik, ook om de aandacht van de hoon af te leiden.
"Bojan Kierkiets!" De rechtsbuiten van Ajax is zijn pannakoning. Sinds kort is het een hot item. Je mag een partijtje met dubbele cijfers verliezen, hoog over schieten voor open doel of verdedigen als een kameel met woestijnvrees zoals Bruma; het is allemaal geen probleem. Als de bal maar niet door je benen gaat. Dan ben je het haasje en rolt de hoon in vloedgolven over je heen. 
"Vandaag open huis, meneer?"
"Koopavond?"
"Zegeltjes erbij?"
Er staat ook weer een straf op. Eén panna is de vaatwasser uitruimen, twee keer vernederd worden betekent zelfs een week de tafel dekken voor het avondeten. Ik zie het aan de ogen van jongste als hij weer op me afstormt: hij is erop uit. Als een bankdirecteur met voorinformatie sluit ik behoedzaam mijn benen en wacht zijn actie af. Dan gaat de voordeur open, ik kijk een nanoseconde op. Zijn moeder, ze richt zich op jongste.
"We gaan zo eten. Wil je even de tafel dekken?"
Jongste maakt meesterlijk gebruik van de consternatie, met zijn linkerteen tikt ie de bal tussen mijn stokken door. 
"Nou, kom je nog?" vraagt zijn moeder, terwijl jongste met het shirt over zijn hoofd een vliegtuig imiteert. Met gebogen hoofd loop ik langs haar naar binnen.
"Laat hem maar," zeg ik verslagen. "Het is weer eens mijn beurt."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten