donderdag 2 januari 2014

Geschorst

Een zespersoons stoeltjeslift met zitverwarming, veel beter wordt het niet. Ik rag hier namelijk de hellingen af met open hol. Het zachte masseren van de kringspier voelt aan als een godsgeschenk.
Mijn snelheid is een absolute noodzaak; ik moet oudste bijhouden. Jongste hijgt hem al in zijn nek. Ze denderen over de Alpenflanken als albums van Die Toten Hosen. Ze gaan hard. Zeer hard.
Studio Sport met het Granny Smith-hoofd van Ron Jans, de fratsen van Cristiano Ronaldo of de avonturen van F9: alle voetbalperikelen lijken hier tussen de bergen te verdwijnen als een duinkonijn in de handen van Hans Klok. Gelukkig houdt jongste me in de stoeltjeslift bij de les.
"Ben je vandaag al onderuit gegaan?" vraagt ie aan zijn broer. Als oudste knikt, trekt jongste zogenaamd een kaart uit zijn borstzakje. Ik maak die armbeweging als hij zijn bord niet leeg eet of een penetrante geur achterlaat op het toilet.
"Vallen is geel. Twee keer vallen is rood. Dan moet je de piste verlaten," zegt ie streng. Een uur geleden moest ie ineens plassen. Niet in het berghutje, maar halverwege een rode piste. Aan de zijkant hield ik hem voorover. In de sneeuw las ik twee letters toen ik hem dichtritste.
"Wat betekent dat, AJ?" 
"Ik had niks meer voor de A en de X," antwoordde ie.
Een andere medereiziger in de lift, een skileraar rechts naast mij, houdt me ook scherp. Op zijn ski-jas staat zijn naam: Lothar. Der Lothar is nogal een zeur. Hij verbiedt zijn leerlingen te zingen ("Ruhe, bitte") en ze mogen unbedingt nicht schaukeln.
Vijf minuten later zien we de skileraar terug op de piste. Hij ligt met zijn snufferd vol in de sneeuw, zijn ski's tien meter lager. Het klasje staat er in een kring omheen. Oudste is al een stip aan de horizon, maar jongste stopt. Hij zet zich in de Makkelie-stand en trekt direct rood. Jongste laat zich niet foppen. 
Meneer Matthäus heeft zich weer eens laten vallen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten