zaterdag 21 december 2013

Koning Voetbal

We keken naar een filmpje van Soufyane Touzani, de straatvoetballer die met een bal meer trucs uithaalt dan Hans Klok met zijn goocheldoos. De bal balanceerde moeiteloos op zijn voet, knie, schouder en hoofd. Oudste keek naar mij.
"Dat kun jij niet, hè pap?"
Ai, dat was tegen het zere been.
's Avonds, toen de jongens in bed lagen, bekeek ik het filmpje nog een keer. Het was duidelijk: dit vereiste een grondige aanpak. Diep van binnen stond de Gertjan Verbeek in mij stond op. Niemand kon me stoppen.
De volgende ochtend begon ik. Gedisciplineerd stortte ik mezelf in een Spartaans schema van trainen-eten-trainen-slapen. Dat viel nog niet mee. Na een week was ik zo ver dat de bal van mijn ene schouder op de andere wipte. Aardig, maar het was niet genoeg. Ik intensiveerde mijn aanpak. De bal werd mijn beste vriend. Hij balanceerde op mijn hoofd terwijl ik aardappelen schilde, ik hield hem in de lucht tijdens het veter strikken en in de AH woog ik de sperziebonen af met de bal stabiel in mijn nek. Ik was op een missie.
Gisteren, zo voelde ik, was het eindpunt bereikt. Meteen zag ik mijn kans schoon. De jongens speelden met enkele vriendjes een partijtje op de inrit. Ik sprong ertussen, veroverde de bal en liet hem over mijn kruin, elleboog en hak rollen. Vier paar ogen prikten in mijn rug, terwijl ik met de bal de cha cha cha danste. De voorstelling eindigde met een beenklem, ademloos wachtte ik het oordeel af.
Jongste floot bewonderend tussen zijn tanden.
"Die kan wel wat," zei een vriendje. 
Voldaan schreed ik terug het huis in. Ik zat weer op mijn troon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten