donderdag 28 november 2013

Gracht

Het zijn die woensdagochtend de eerste woorden uit de mond van jongste.
"Hoeveel is het geworden bij Ajax?" 
"2-1," geeuw ik. Ik weet wat de volgende vraag is.
"Wie heeft de doelpunten gemaakt?"
"Serero en Danny Hoesen."
"Cool!"
De vreugde die in zijn ogen kruipt, herken ik. Hetzelfde geluk denderde de avond ervoor als een intercity door mijn lijf:  het spel van Blind, het opkomen van Boilesen, Davy Klaasen die Piqué aftroefde bij de achterlijn. De trein nam hard gas terug toen ik teletekst, pagina 804 opende.
Man valt in gracht Arena.
Een dag later passeren op Facebook en Twitter veel berichten, foto's en filmpjes over de winst van Ajax op Barcelona. Ook over het ongeluk. Ik kan het niet laten en klik er eentje aan.
"Hé, dat is de Arena!" Jongste staat achter me. Ik schrik en vervloek mijn onvoorzichtigheid. Ik klik de beelden weg alsof ik ineens iets anders moet doen, maar het is al te laat.
"Waarom stond daar een ziekenwagen, pap?"
"Oh, er was een supporter gevallen, in de gracht," zeg ik zo nonchalant mogelijk. De reflex van de vader die zijn kind wil hoeden voor het leed van de wereld. Tevergeefs.
"Er lag veel bloed, papa."
Ik denk aan de gracht in de Arena. Breed. Kil. Hard.
Jongste vraagt niet door. Hij vraagt niet naar filmpjes met de goals van Serero en Hoesen, maar pakt een stripboek en zwijgt. De glorie van een historische overwinning op Barcelona is verdrongen door een plas bloed op koud beton.
Het is vreemd. 49.999 mensen kwamen die avond veilig thuis. Eén man ligt met een vreselijke hoofdwond in het ziekenhuis. Het voelt alsof we allemaal in die gracht vielen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten