maandag 11 november 2013

Brood en banket

Ik stond bij de bakker.
"Twee volkoren?" vroeg de bakker. Hij heet Humphrey. Humphrey is geen goede naam voor een bakker. Een bakker moet Bart heten. Of Bennie.
"Is goed. Twee volkoren graag," zei ik. Ik bestel altijd twee volkoren bij de bakker. En soms een Waldkorn. Als ik grote trek heb.
In mijn rug rinkelde het belletje van de deur. Een man stapte binnen. Vanuit mijn ooghoek zag ik het meteen. Christiano Ronaldo. Gel in het haar, een zwart ski-jack en glimmende schoenen. Zo rook hij ook, naar glimmende schoenen. Terwijl Humphrey mijn twee volkoren sneed, pakte Ronaldo een mueslibol uit een mand en begon ermee hoog te houden. Achteloos wipte het bolletje van de ene op de andere knie.
"Nou, knap hoor," snoefde ik. Ik had hem meteen door; die oude trucendoos probeerde mij te imponeren. Toen pakte Ronaldo er een tweede mueslibol bij. Ik geef toe, hij had mijn aandacht. De broodjes hupten van knie naar borst en schouder. Opnieuw ging het belletje. Zlatan, deze keer. Hij droeg zijn haar in een staartje. 
"Hé, ouwe pik!" zei Zlatan.
"Hé Zlatan," zei ik. "Alles goed?"
Ronaldo was nog steeds druk bezig. Hij hield nu twee mueslibollen, drie tompoezen en een half tarwe in de lucht. Humphrey legde mijn volkorenbroden op de toonbank.
"Wat mag het zijn?" vroeg Humphrey aan Zlatan. Zlatan pakte een bruin stokbrood, ging als een aangewezen slagman voor de toonbank staan en mepte er Ronaldo vol mee tegen het achterhoofd. Daar lag ie op de vloer tussen de halve bakkerij, meneer met zijn glimmende schoentjes.
"Twee volkoren alstublieft," zei Zlatan, "en een Waldkorn graag."
Ik dacht het al te zien. Zlatan had honger.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten