maandag 25 november 2013

Het verdriet van Marco

Honderd jaar eenzaamheid. Zaterdagavond, net na afloop van de wedstrijd tegen PSV, legde Marco van Basten in één shot uit hoe dat moet voelen. Staren in zwarte leegte. Niet zo maar turen in een wazige mist. Niet kijken of de voorzitter misschien opdoemt met een nieuwe spits. Nee, dit was het hogere staren. 
Het leek even op Pierre Bokma on stage. De dokter heeft net verteld dat je nog maar twee maanden hebt en dan het publiek, soepel vanuit de heupen, laten zien hoe wanhoop eruit ziet. De handen kwamen erbij en gingen door de slapen: radeloosheid kreeg een laatste zetje. Thuis, op onze nepleren bank, keken we ademloos naar het schouwspel. Wij talentlozen ontvingen sidderend de boodschap: dit komt nooit meer goed.
Ik trap er niet in, in de voorstelling van San Marco. Van Basten kómt niet zwaarmoedig thuis na onverwacht puntverlies. Zijn vrouw vindt hem diep in de nacht niet terug aan de keukentafel, met een brilletje op zijn neus gebogen over nieuwe looplijnen voor Van Roon en Ziyech. 
In de catacomben van het Philips-stadion werd het verdriet van de late gelijkmaker van Jozefzoon al snel ingeruild voor de schuldbewuste blikken van zijn spelers. De bewondering voor de wijze waarop hij vroeger de Serie A domineerde, leverde de juiste zalf voor de trainersziel die bij Oranje en Ajax bekrast raakte. De wereld van Van Basten heeft zich sterk vernauwd: ook al is het in Heerenveen, hij is er tenminste nog koning.
De trainer Van Basten staart direct na het gelijkspel tegen PSV geplaagd in de verte, maar bij thuiskomst gedraagt hij zich als de linksback van een lager amateurteam. Achteloos gooit hij zijn tas in de hoek en opent de koelkast.
"Is er nog vla?"

    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten