vrijdag 18 april 2014

Passie

Het was Goede Vrijdag. Op Nederland 2 werd de Matthäus Passion uitgezonden, compleet met koren in galajurk en vlinderstrik, pauken, violen, een hoornsectie en een dirigent die met zijn stokje zwaaide alsof de wereldvrede ervan afhing. 
"Kom, hier kun je nog wat van leren," zei ik tegen oudste en jongste.
Vanaf de bank keken we naar het meesterwerk van Johann Sebastian Bach.
"Waar gaat het over?" vroeg oudste.
"Over het leven en lijden van Jezus Christus, straks gaan ze hem aan het kruis nagelen."
Na een paar minuten keek ik opzij. Oudste en jongste zaten gelaten naast elkaar. Een beetje zoals Louis van Gaal en Robin van Persie op een voetbaltribune naast elkaar zitten: gewichtig kijken naar de wedstrijd alsof je de sleutel tot de WK-finale in handen hebt, maar ondertussen stiekem denken aan de billen van de kantinejuffrouw.
"Duurt het nog lang?" vroeg oudste na een kwartiertje. Er was nog niemand verraden. In de gids stond dat de lijdensweg nog ruim twee uur voortduurde.
"Vooruit, ga maar naar buiten," zei ik gul.
Na een half uurtje vond ik ze buiten op het tuinmuurtje, het shirt bezweet van het intensieve partijtje dat ze speelden. Jongste had zijn arm om de schouders van zijn broer geslagen. Het leek op Steven Gerrard, die na de wedstrijd tegen  Manchester City de andere spelers van Liverpool opzweepte om nu dóór te stomen naar de titel in Engeland.
"Goed gespeeld, man!" zei jongste erbij.
In zijn ogen stond vuur. Nu pas zag ik de passie van Bach.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten