donderdag 28 februari 2013

Stugge noordenwind

In het land kent niemand haar. Tante Fokje. Haar hele leven woont ze in Friesland, in een klein nuchter kerkdorp. De mensen groeten er elkaar met een korte hoofdknik 's morgens. Frivoler wordt het niet, die dag. 
De dagen van tante Fokje zijn steeds hetzelfde. Bij de houtkachel kijkt ze uit over weilanden met weerbarstige knotwilgen. En ze breit. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat tikken haar breinaalden. Friezen halen de neus op voor de lifjes en lafjes van Victor en Rolf, ze willen tante Fokje. De wintertrui van postbode Tjerk in een rechtse draaisteek: tante Fokje. De wanten van boer Boersma met Noorse sluitknoop of de witte trouwjurk van de molenaarsdochter in Schots schapenwol; het komt allemaal uit Fokjes verrimpelde handen.
Het ritmisch getik van haar naalden wordt alleen onderbroken als AZ voetbalt. Want dan komt ie in beeld, voor de dug-out: de nieuwe buurman met zijn gebreide das. Geen enkele trainer schudt mooier met de kop, volgens Fokje. Ze kan er uren naar kijken, naar dat hoofd met dood sprokkelhout erbovenop. Het schudt prachtig afkeurend, met de mond verwrongen in een glimlach, als de scheidsrechter tegen AZ fluit. Friezen schudden precies zo het hoofd. Misprijzend. Als het over het weer gaat, of over het politieke gezwets uit het westen. En altijd draagt de trainer dan haar das. De grijze das, op een woensdagmiddag in elkaar getikt met een dwarse ondersteek.
Gisterenavond, AZ voetbalde in Amsterdam. Tante Fokje keek weer naar haar buurman. Maar het hoofd wou maar niet schudden. Tante Fokje staarde met grote ogen naar de coach van AZ. Zijn gezicht brak open. Twee keer balde hij vol vreugde zijn vuisten. Hij maakte zelfs een dansje met andere mannen. Tante Fokje zette beduusd de tv uit. Alsof de wind was gedraaid. De stugge noordenwind vervangen door een lentebriesje.
Diep in de nacht kwam de buurman thuis. In de straat was het donker, behalve bij tante Fokje. Onvermoeibaar tikten daar de naalden. Verheugd klopte de buurman op de ruit. Het derde doelpunt verlichtte nog steeds zijn ogen. 
"Heb je het gezien?" vroeg ie.
Tante Fokje keek streng omhoog, knikte kort en richtte zich toen weer op de nieuwe trui voor neef Hidde. Wat denkt ie wel niet, de buurman met zijn rare fratsen uit het westen.


zondag 24 februari 2013

Borrelpraat

Genee: (vilein lachje) "Wat vond je ervan, Johan?"
Derksen: "Waarvan?"
Genee: "Van de column van Paul Onkenhout in de Volkskrant van zaterdag."
Derksen: "Heeft ie een column dan?"
Genee: (met het artikel voor zich) "Hij noemt het dubieus dat een hoofdredacteur van VI hier aan tafel alleen maar mensen schoffeert en zit te gniffelen over sex."
Derksen: "Ach, Wilfred. Daar lig ik niet wakker van. Ook die meneer Onkenwoud mag zijn mening hebben."
Genee: "Onkenhout. Maar hij heeft het ook over je eigen programma op RTL7. Hij noemt je als interviewer een kruiperige, dweepzieke slippendrager die vragen stelt van schoolkrantniveau."
Gijp: "Hihihihi."
Derksen: (licht geïrriteerd) "Ja, Wilfred, zoiets geeft jou veel plezier, maar ik heb er niet zo'n last van."
Genee: "Hans, wat vond je van het duw- en trekwerk van Lens na afloop van Feyenoord-PSV?"
Kraay jr.: "Nou, er was niet veel aan de hand. Eigenlijk moet Le...."
Genee: (blik op monitor) "Moet Lens niet op cursus bij Van der Vaart voor een goede 'corrigerende tik'. Dat vraagt Ingmar Denekamp uit Jubbega."
Kraay jr.: (slecht geacteerd) "Nou laat je me weer niet uitpraten!"
Genee: "Maar wat denk je? Bokstraining?"
Kraay jr.: (nog slechter geacteerd) "Sodemieter op met je bokstraining!"
Gijp: "Hihihihi. Nee, daar gebeurt weinig, joh. Met Lensje en Mathijsen. Ik schrok eigenlijk meer van Engelaar die ertussen sprong!"
Genee: "Waarom dan?"
Gijp: "Nou, die stond vol met bijbelteksten. Daar is niks mis mee. Maar Engelaartje heeft de verzen van Mattheüs op zijn rug staan! Kan ie zelf niks van lezen! Hihihi! Dat kán toch niet! Kom op, hé!"
Genee: "Ben je weer aanspreekbaar, Hans?"
Derksen: (vette grijns) "Of wil je misschien even iets tegen je vrouw zeggen?"
Kraay jr.: "Nee, daar heb ik hé-le-maal geen zin meer in. Jullie bekijken het maar."
Gijp: "Hihihihi. Maar dan....., maar dan.... hihihi, neem ik je toch mee!"
Kraay jr.: "Waarheen?"
Gijp: "Naar Krimpen aan de Lek. Hihihi. Daar is een nieuwe paaldansvereniging. Niks mis mee! Hihihi."
Genee: (in de camera) "Dag dames en heren, dit was Voetbal International. Vrijdag zit Jan Boskamp er weer. Tot vrijdag!"

Against Modern Football

Naast een raar dansje en het kussen van de ring is het één van de trends in het moderne voetbal. De boodschap op het ondershirt. Een speler scoort, loopt naar de camera en trekt zijn shirt omhoog. In de huiskamer moeten we lezen dat Jezus wordt bedankt voor zo veel meeval of dat beterschap wordt gewenst aan een ernstig zieke vriend. 
Alfred Finnbogason scoorde de winnende goal tegen Twente en trok ook het shirt omhoog. Volledig wit. Kraakhelder. Een maagdelijk, onbeschreven shirt. In de herhaling dook ik met mijn oog óp het beeldscherm, maar het textiel bleef Omoschoon.
Daar ging ik.
Wat wilde Finnbogason mij zeggen? Steun aan Van Basten in moeilijke tijden? Een felicitatie aan zijn jarige moeder? Een VVV-bericht om het toerisme in IJsland te stimuleren? Het liet me niet los.
's Nachts in bed. Tollen en draaien. Het ondershirt van de spits van Heerenveen maakte me gek. In gedachte doolde ik door de krochten van het Abe Lenstra Stadion, op zoek naar de wasmand. Ineens zat ik rechtop in bed. Als een bliksemflits op de Sixtijnse kapel, drong het tot me door. De boodschap van Alfred is heel helder: ophouden met die onzin. Stoppen met die egotripperij van gemaakte hartjes. Terug naar de euforie van René van de Kerkhof; een vuist in de lucht en rennen maar, het hek mag open.
Alfred Finnbogason is mijn held.

vrijdag 22 februari 2013

De vliegende Hollander

Natuurlijk vloog Ajax eruit. In Boekarest wees Frank de Boer zijn centrale verdediger aan om de vierde strafschop te nemen. Niklas Moisander komt uit Finland. Alleen maar bossen en meren. Knikkerkuiltjes of struiken waarachter je je verstopt na het belletje trekken zijn er niet te vinden. Kinderen hakken er een wak in het ijs en vissen dagenlang op karper. Urenlang loeren in een zwart gat. Of ze springen erin, om daarna in de sauna, getimmerd van linksgeschaafd mahoniehout uit de tuin van opa, op temperatuur te komen.
Sneeuwhellingen, ook zoiets. Op 4-jarige leeftijd worden Finse kinderen met een rugzakje bovenaan de berg op een paar latten gezet. Dan krijgen ze een duwtje. Met een beetje geluk landen ze midden op het schoolplein. Het kan niet anders, zo'n opvoeding brengt kampioenen voort. Matty Nykänen, veelvuldig wereldkampioen schansspringen. Olympisch goud. Maakt niet uit hoe vaak hij daarna dronken zijn vrouw slaat of als stripper in een discotheek aan een paal hangt; voor eeuwig een held in Finland.
Op een kantoor van SBS6 zagen ze er wel brood in. Een stel gesjeesde b-acteurs, geflopte zangers, een ex-profvoetballer en een transseksueel bovenop een berg een zetje geven. Lachen! Op het eind van de baan zetten we een leeg saunahokje waar ze tegenaan kunnen kwakken. Dit alles onder commentaar van Gerard Joling met een nieuwe bril en een bontmuts.
Net op het moment dat de folklore van zijn land gedegradeerd werd tot een funny homevideo, moest Moisander een beslissende strafschop voor Ajax nemen. Natuurlijk was hij van streek. 
Nog een wonder dat ie de deklat schampte.

donderdag 21 februari 2013

Wonderlamp

Sneijder in Istanbul. Dat is stampij op de bazaar. Een labyrint van honderden overdekte stalletjes met anijs, kappertjes en prullaria, waar fans zich verdringen voor hun nieuwe speler. Mannen die thuis een vrouw hebben met één oog en een pukkel op de wang, willen Wesley aanraken op zijn rechterheup. Daar ligt Cabau in inkt beschreven. Dichterbij de heuvels van Kasbergen zullen ze niet komen. Ook willen ze met de spelverdeler op de foto. Mooi voor later. 
"Kijk, opa met Sneijder voor een schaal met baklava."
In de drukte koopt Wesley nog gauw een oude olielamp. Voor thuis. Het maakt het sprookje van duizendenéén nacht compleet. 
Op zijn balkon aan de rivier die Turkije in tweeën splijt, tuurt Wes naar de wonderlamp. Ineens tollen allerlei wensen rond in zijn hoofd. Een vrouw die kan koken, gewoon kunnen zitten aan het stuur en het WK in Brazilië. Net als Aladin wrijft ie over de olielamp. Meteen verschijnt de geest. Hij heeft een platte neus en priemt zijn vinger op de borst van Sneijder.
"Wat nou Galatasaray? Is dat nou verstandig? Jij was de beste van Amsterdam, Madrid en Milaan! Wat wil je eigenlijk zeggen, met je roodoranje shirt en gedroogd fruit op het balkon? Dat de bondscoach dom is, of zo?"
Als een terechtgewezen kleuter kijkt Sneijder naar zijn schoenen. Snel schudt ie zijn hoofd.
"Nou, dan zijn we het eens. Snel verkassen graag." 
De geest is uit de fles en komt nu goed op stoom.
"Voetbal je wel vanuit de Totale Mens?"
"Doe je iets voor Spieren voor Spieren?"
"Slaap je 's nachts eigenlijk wel lepeltje-lepeltje?"
Uit wanhoop gooit Wesley de olielamp over de reling, maar grimmig blijft de stem door de heldere sterrennacht galmen:
"Noem je dat gooien? Vind je dat een worp? Wat insinueer je n...."
Met een plons verdwijnt de toverlamp in de Bosporus. Het is de enige manier om de kwelgeest tot zwijgen te brengen.


dinsdag 19 februari 2013

Rupsje Nooitgenoeg

Niet dat we dikke vrienden zijn, maar we bellen regelmatig, Cristiano Ronaldo en ik. Dat zit zo. Een tijdje geleden zat ik naast hem in de stoel bij 'Brillantine en Bagels', de kapsalon achter de Lange Lindelaan, waar een kleurspoeling aan een lekkere lunch wordt gekoppeld. Cristiano kwam er speciaal voor de huisgemaakte gel van gesmolten kaas en extract van pauwenbloed, ik meer voor de bagels. Faustino, de eigenaar van de zaak,  boetseerde met zijn gel bij de Portugees enkele golvende lokken. 
"Hoe gaat het eigenlijk? Met het voetballen en zo?" vroeg Faustino. De kapper wapperde met een handje, de andere rustte op zijn heup.
"Nou, ik weet niet," antwoordde Ronaldo zuinig, "de vrije trappen lopen niet zo."
Met opgetrokken wenkbrauwen keek ik opzij.
"Raak 'm eens op het ventiel," stelde ik voor met volle mond. Ik beet net in een bagel met vanillevla. "Of doe iets met je aanloop. Tel je passen af en ga met je benen wijd staan, of zo."
Sindsdien belt ie me regelmatig op. Een ander kapsel na de rust? Een warme coll om de nek tijdens de warming-up? Het komt allemaal uit mijn koker. 
Van de week belde hij weer. Dat ie nog stappen wilde zetten, en zo. Een heel verhaal over te zwakke inspeelballen van Khedira en dat ie nog langer in de lucht wou blijven hangen. Het ging maar door. Ik hoorde het een paar minuten aan en legde toen de hoorn op tafel. Even wat kachelhout klieven en ik sneed een kaas in blokjes. Daarna pakte ik de telefoon weer op.
".... scóór ik drie keer, maakt hij er weer viér! Het is nooit genoeg!" hoorde ik hem nog net zeggen. Ik was het gejammer een beetje zat.
"Cris, ik moet ophangen," zei ik abrupt. 
"Hè? Wat moet je doen dan?" vroeg ie verbaasd.
"Wedstrijdje kijken."
"Wie speelt er?"
"Messi," zei ik.
".........."
Het gesprek viel direct dood. Ronaldo voelde zich in zijn kuif gepikt. Die met gesmolten kaas en extract van pauwenbloed.
 

zaterdag 16 februari 2013

Pavlov

De kracht van televisie is enorm. Ik zie het hier thuis gebeuren. Als in de eindeloze stroom reclame ergens het woord 'Zalando' opduikt, volgt er een gil van oudste, maakt niet uit waar ie zit: "Aaahh, schreeuw van geluk!" 
De tv is een jachtluipaard, je ziet hem niet aankomen, maar voor je het weet ben je erbij. Mij hebben ze ook bij de klauwen. Tijdens Studio Sport hoeft Grueter de bal op het middenveld maar van Elm naar Overtoom te laten gaan en er zit een stemmetje in mijn hoofd: "Den Dolder!" Bloedirritant. Als Immers in de Kuip een kans mist, hoor ik Hans Teeuwen op het podium fulmineren: "daarentégen!" En op het moment dat Janmaat opstoomt langs de zijlijn, plaats ik een vingerplant op tafel, zet mijn mond scheef en waan ik me de voorzitter van de Centrumpartij: "Landgenoten!"
Het gaat zelfs verder dan tv. Ons dagelijks leven raakt ontwricht. Bij sneeuwvlokjes in januari denk ik aan Wembley en jaagt Ronald Koeman een vrije trap achter Pagliuca. En als oudste appelmoes bij de gebakken aardappelen wil, prikt Romario meteen een vorkje mee.
Ik moet echt oppassen. Gisteren liep het helemaal uit de hand. De bel ging. Ik deed open. Er stond een koerier voor de deur. 
Toen ging het snel.
"Mijn schoenen. Dat is Zalando!" riep mijn vriendin vanaf de bovenverdieping.    
"Aaahh! Schreeuw van geluk!" gilde oudste vanaf het toilet.
"Goeiedag, zeg!" zei de koerier, aangenaam verrast door het vrolijke welkom. Onbedoeld drukte hij snoeihard op mijn Evert ten Napel-knopje. Vanuit een onbestemde diepte voel ik het opborrelen. Er was geen houden aan.
"Wat een pegel van die dekselse Mutu! Goeie genade!" Van schrik deinsde de bezorger achteruit. Snel vluchtte hij zijn busje in, de stakker.
We zijn het erover eens, de televisie blijft een maandje uit. Tijd voor rust en bezinning. De spam moet uit het hoofd. We gaan liedjes zingen bij de kachel, scrabblen en monopoly komt weer op tafel. En elke avond een puzzel. Ed de Goey zoekt de hoekstukjes.
 

vrijdag 15 februari 2013

Nieuwe uggs

Royston Drenthe zet zijn carrière voort bij Alania Vladivazkaz. Ik zocht het op. Dat is in Noord-Ossetië, een Russische deelrepubliek in de buurt van de Kaukasus. Ik moest wachten tot Ajax-Steaua Boekarest, voordat ik daar een beeld bij kreeg.
De dertigste minuut. De Roemeense aanvoerder splijt met een tackle de enkel van Eriksen. Botten worden wekelijks gespleten. Niet alleen in de Arena, ook op de bijvelden van de Polderboys, geen bijzonderheid. Het was de gezichtsuitdrukking van Alexandru Bourceanu na zijn aanslag, die me kippenvel bezorgde. Hij wandelde terug naar zijn plek op het middenveld alsof ie net de vuilniszak had buitengezet. 
Ga er ook maar aanstaan, opgroeien in de binnenlanden van de Karpaten. Regen en oostenwind schuren hard tegen het gezicht van vader Bourceanu. Dagelijks brengt hij met zijn ezelkar geroosterde konijnenpoten naar de markt. Zijn standplaats koopt ie met smeergeld. 's Avonds laat komt hij vermoeid thuis. Alexandru moet morgen mee, op konijnenjacht. Handjeklap onder de tafel wint het van een goede dag op school. Jongeren hangen liever bij elkaar op hun Nikes. Met Westerse branie tetteren ze de  oude Ceaucescu-waarheid in hun iPhone: misdaad loont. Corruptie is hun paplepel.
De aankomst van Royston in Noord-Ossetië, inmiddels heb ik een vernietigend beeld. Drenthe parkeert zijn vehikel op de zanderige inrit van zijn nieuwe woning. Harde hiphop waait uit de Hummer. De buurman zet zijn wodkaketel stil en steekt zijn hoofd om de schuurdeur. Zijn vrouw roert in een stoofprutje met mierikswortel en placenta. Met duistere blik gluurt ze uit het keukenraam. Daar  staat hij, de nieuwe buurman, met zijn nieuwe Uggs in een regenplas. Hij lacht zijn tanden bloot, één is er van goud.
De Rotterdammer komt nooit meer boven water.

donderdag 14 februari 2013

Why always me?

Carnaval leek dinsdagavond als een nachtkaars uit te gaan. Het liep al tegen middernacht. Sneu zat ik in het dorpscafé achter een doodgeslagen pilsje in mijn roze trui, pruik met donkere krulletjes en bril met zwaar montuur. Thuis, toen ik voor de spiegel 'verhip' mompelde, leek mijn Van Hanegem-pak veel leuker.
Verdomd als het niet waar is: ineens stapte Mario Balotelli binnen. Geen twijfel mogelijk, zijn haar in een hanenkam, een blik in de ogen alsof de kroeg van hem was en het stond op de rug van zijn Milanshirt: Balotelli.
Onder het bordje 'verboden te roken' kwam hij naast me zitten, pakte meteen een grote sigaar uit zijn zak en stak hem aan. Relaxed leunde hij achterover.
"Hey, Mario," zei ik iets te vrolijk. Ik wilde het ijs breken.
Zijn boze gangsterogen rolden dreigend naar mij.
"Who the hell are you?" 
"I am Wim vèn Heenegem," probeerde ik, "an old scool soccerplayer from Holland."
Het maakte weinig indruk. Hij boog naar voren en blies dikke rookslierten in mijn gezicht.
"Verdikkeme," lispelde ik. Ik bleef goed in mijn rol.
"What's going on, here?" wilde Balotelli weten. Ik praatte hem bij over carnaval. Over confetti en serpentines, het paard in de gang, een bloemetjesgordijn en de verkleedpartijen, en zo. Om ons heen zagen we een bont palet. Een piraat, de kok uit de Muppet Show, Sneeuwwitje, twee New Kids en een vent in een varkenspak. Aan de bar hing Henkie van de slager met zijn blozende appeltjeswangen. Hij was verkleed als Willem-Alexander. Zijn Argentijnse vriendin stond naast hem. Fraai blond en het decolleté koninklijk bedekt, maar het hele café wist dat haar tepelhoven spannend tegen de binnenkant van haar prinsessenjurk schuurden.
Balotelli zag het ook.
"I want her!" riep hij met de intonatie van de verwende vedette die altijd en overal zijn zin krijgt. Hij wees naar Maxima en doofde zijn sigaar. "In five minutes in my Jeep Cherokee, outside. Naked!"
"Maar dat is een prinses!" riep ik quasi-verontwaardigd, "ze wordt onze koningin over twee maanden!"
"No problem," counterde Balotelli met een knipoog, "she will be back in 15 minutes." 

  

woensdag 13 februari 2013

Angstzweet

"Luister, jongens. Vanavond Champions League. Het is uitverkocht, ze komen voor jullie en voor mij, The Special One. Wij zijn koninklijk, wij zijn de besten. Geef de bal aan Cristiano, dan komt het goed. Zijn er nog vragen?"
Mourinho kijkt de kring rond. Hij staat in het midden van de kleedkamer. De handen losjes in de zakken, de borst vooruit, het kraagje van de jas rechtop. Zijn twijfel huist al jaren in een burcht van arrogantie. 
De vinger van Özil gaat omhoog.
"Hoe lossen we het verdedigend op?" 
Mourinho draait zich om naar zijn spelmaker.
"Tegen wie spelen we vandaag?"
"Manchester United, mister," antwoordt Özil.
Mourinho haalt een rode zakdoek uit zijn binnenzak en gooit 'm naar Sergio Ramos.
"Die is voor die Engelse stier, Rooney. Zet het hek maar vast open."
De spelers van Madrid slaan zich van pret op de dure dijen. Die mister toch! Maar de vinger van Özil gaat opnieuw omhoog.
"En Van Persie, mister? Wat doen we met Robin van Persie?"
Meteen verstomt het gelach. Het wordt doodstil in de kleedkamer. Mourinho  loopt naar Özil.
"Speelt Van Persie bij Manchester?" De Duitser knikt.
De coach draait zich om naar Pepe. De sloper zit in een hoek van de kleedkamer. Hij laat een toegeknepen oog over de zool van zijn voetbalschoen glijden. Een vingertop checkt de scherpte van de noppen. 
Secondenlang blijft het stil. Iedereen kijkt naar Mourinho. Op zijn voorhoofd verschijnen zweetdruppels. Het grijs aan de slapen breidt zich uit.
Dan priemt de trainer een vinger naar zijn voorstopper.
"You, Pepe! You take care of Van Persie!" roept Mourinho met venijn. Speeksel vliegt onbeholpen uit zijn mond. Maar alle spelers kijken met open mond naar de hand. Vol ontzetting, als diepgelovigen die vanuit het Godenrijk een teken voor naderend onheil ontvangen, staren ze naar de uitgestoken vinger van hun coach. Het is de hand die hen door alle stormen leidt.
Hij trilt.

dinsdag 12 februari 2013

The art of fielding

Vandaag deed ik boodschappen. Bij het inparkeren van de auto, het muntje zoeken voor het boodschappenwagentje, het wegen van de broccoli; steeds zag ik het voor me. De boogbal van Boëtius. Het zit al dagen in mijn kop. Bij het koelvak stond ik naar een pak vruchtenyoghurt te staren, steeds opnieuw zag ik hoe de bal speels van zijn voet vertrok. Bij de koeken stond ik afwezig met een pak kletskoppen in mijn hand. Zag ik het zijnet weer bollen, doelman Esteban verslagen op de grond.
Als je niet beter weet is het een voetbeweging als duizend andere. Bryan Roy raakte ze vroeger zo, Beckham in Old Trafford, zelfs Darl Douglas is in staat met zo'n boogje de keeper te verschalken. Tientallen buitenspelers draaien de bal in de verre hoek zoals een piloot een Boeing aan de grond zet. Op routine. Maar het doelpunt van het Feyenoord-talent zingt al dagen als een nachtegaal in mijn hoofd, doordat er zo veel meer achter steekt. Lol. Geluk. Het schijnt door in de wijze waarop Boëtius problemen oplost. Levensvreugde. Twee potige middenvelders van AZ voor zijn neus? Hup, even frivool de bal onder de voetzool door. Een panna op een pleintje of een wedstrijd in een stadion? Voor Boëtius is het een manier van leven. 
Precies zoals in 'The art of fielding', een roman van Chad Harbach. Hierin beschrijft hij hoe Henry, een spichtige honkballer, langzaam vergroeit met zijn handschoen. Door de liefde voor zijn sport en volledige toewijding leert hij alle geheimen van het honkbal en het leven kennen. 
Bij de kassa plaats ik de afwastabletten en de schnitzels op de lopende band. Rustig wacht ik op mijn beurt. In gedachten zie ik Boëtius in blessuretijd weer het middenveld oversteken. Het Legioen veert in vertrouwen op: hun jongeling bezit de kunst van het veldspel.
"Zegels erbij?" hoor ik de caissière vragen.
"Huh?"
"Wilt u zegels?" verzucht ze geïrriteerd. Ze kijkt me aan als een vermoeide linksback die te vaak gepasseerd is. Ze snakt naar het eindsignaal, maar ze moet nog tot zes uur.
Niet iedereen beheerst de kunst van het veldspel.

zondag 10 februari 2013

Zondagochtend

De huiskamer ruikt naar versgebakken broodjes. Samen met jongste nestel ik me op de bank voor de herhaling van Match of the Day op BBC. Hij kruipt tegen me aan, zijn hoofd op mijn borst. Zijn moeder en oudste slapen nog.
Tottenham Hotspur speelt tegen Newcastle United. In smetteloos wit komen de Spurs het veld van White Hart Lane op. Naast de tv kijken we de tuin in. Een verse laag sneeuw op de terrastafel en de takken van de acasia. De ochtendzon zet de tuin in een prachtig licht. De Winterefteling thuis. Een koolmees landt op de vetbol die we gisteren in de pergola hingen. Na het pikken van het zaad, draait het vogeltje gehaast zijn hoofd. Beducht voor de kat van de buren. Hij lijkt ver weg deze ochtend.
Jongste neemt een hap van zijn broodje als Gareth Bale aanlegt voor een vrije trap, net buiten de zestien. De bal draait over de muur voorbij de graaiende handen van Tim Krul. De Spurs vieren het openingsdoelpunt, het stadion juicht.
"Mooi!" zegt jongste met volle mond.
Ik voel het kloppen van zijn hart door zijn pyjama heen op mijn borst.
"Ja, mooi," zeg ik.

donderdag 7 februari 2013

Malle babbe

Mensen vinden het leuk feestjes te verzieken. Met zijn knal op de kin van Sylvie gaf Rafaël van der Vaart met oudjaar het startsein. Sindsdien melden trainers zich ziek bij een zuchtje tegenwind, horen we oerwoudgeluiden in De Vliert en schieten beperkte backs in eigen doel, omdat een Aziatisch goksyndicaat dat wil.
De lijst wordt nu uitgebreid met de laserpen. Dat moet je kunnen, vanuit de tweede ring van de Arena aanleggen als een sluipschutter uit de Golfoorlog, terwijl een dikke banketbakker uit Waddinxveen in je oor zit te tetteren.
Pang!
Voor de rest van je leven heb je een verhaal voor inzakkende verjaardagsfeestjes. Voldaan hang je achterover, de kin omhoog en de duimen achter de bretels.
"Ik ben ooit nog beslissend geweest voor het Nederlands elftal."
"Heb jij gescoord voor Oranje?"
"Nou nee, meer vanaf de zijlijn."
"Heb jij het Nederlands elftal gecoacht?"
De kin zakt al wat lager. De duimen trommelen nu onrustig op tafel.
"Nee, ik zat op de tribune en raakte Balotelli, ... met mijn laserpen."
"Moest ie eraf dan?"
"Eh, nee... hij kon gewoon verder."
In de pijnlijke stilte die valt, komt het erop aan. In één beweging gooi je de kan ranja in zijn schoot en haal je de slagroomtaart door zijn gezicht. Dan een koptelefoon op zijn kanis. Iets van Rob de Nijs, volume op tien. 
"Iemand nog koffie?"

zondag 3 februari 2013

Knuffelen

Deze week was ik in Rotterdam. In een zijstraat van de Coolsingel kwam ik Giovanni van Bronckhorst tegen. Bij een terrasje stond ie een beetje te pielen met een bal en een olifant. Hij was groot, de olifant.
"Gio!" riep ik. Ik mag Gio zeggen.
"Hallo," zei Van Bronckhorst.
Ik keek met verbazing naar het beest naast de Feyenoord-trainer. Hij klemde  de bal onder het grote lijf. Hij had kleine slagtanden en op de plek van zijn ogen zaten twee knopen. Van die witte, mijn vader had ze vroeger op zijn pyjama.  Giovanni las mijn gedachten.
"Dit is Ollie. Mijn knuffel van vroeger. Ooit viel ie in het water. Ik was ontroostbaar, maar vorige week stond ie ineens weer voor mijn neus! Nu zijn we onafscheidelijk." Van Bronckhorst leek erg gelukkig.
Ik vond hem maar raar, Ollie. Egoïstisch ook, nog steeds klemde hij de bal onder zijn grijze buik.
"Is dat nou niet lastig," wilde ik weten, "Koeman assisteren met zo'n olifant? In de kleedkamer en zo?"
"De oudjes keken wel even op," zei Gio, "Mathijsen en zo. Kende ie niet in Malaga. Maar de jonkies zijn dol op Ollie."
"De jonkies?" vroeg ik.
"Ja, Boëtius en Clasie. Vilhena ook. Ze zouden Ollie graag een nachtje mee naar huis nemen. Van Koeman mag het als ze twee keer scoren."
Vandaag won Feyenoord bij Willem II. Tony Vilhena scoorde twee keer. Hij ontweek zijn ploeggenoten en rende juichend naar de camera. Met zijn handen maakte hij een hartje en verzond hij een kus. Vilhena wil niet juichen met Pellè en Verhoek.
Hij wil knuffelen met Ollie.

zaterdag 2 februari 2013

Ted en Fred

"Weet je het zeker?"
"Ja."
"De pers gaat erbovenop duiken."
"Ze doen maar. Kom, start de auto."
Terwijl de spelers één voor één worden opgeslokt door de Vitesse-bus, verlaat de auto het stadionplein in Emmen. Lang blijft het stil. Pas op de snelweg draait de trainer zijn hoofd naar de technisch-directeur.
"Hoe zit het met Chanturia?"
"Gaat weg."
"Hofs?"
"Verhuurd aan Willem II."
"Bony?"
"Nog niks concreet. Wordt waarschijnlijk Rusland."
"Ik ben er doodziek van."
"Van de 0-4?"
"Nee, van Kasakowski. En van Jordania. Van de hele bende."
"Stop je ermee?"
"Fiftyfifty. Morgen meld ik me ziek."
"Merab twijfelt ook, Fred."
"Hoezo?"
"Of hij verder wil met jou."
"Dan kap ik ermee, Ted."
"Okay, maar je weet het, hè?"
"Wat?"
"Je hebt het niet van mij."