donderdag 21 maart 2013

Slagerij Pigmans

In de wachtrij voor vier slavinken en sukadelapjes, had de man voor me het helemaal gehad. "De kou? Ik ben er klaar mee," bromde ie, "het houdt maar niet op. Een pond gehakt graag, half om half." Hij knoopte zijn das nog wat strakker om de nek. 
Onderweg naar de winkel zag ik ze lopen, de mensen in het dorp. De schouders omlaag, de grauwe blik naar de grond. Maar op de achtergrond hoorde je de vogeltjes fluiten. En binnen, in de vitrine, glimlachten gemarineerde speklapjes. Nog even en de grillplaat kon weer van zolder.
De aanhoudende winter verlamt de blik, het maakt neerslachtig. We worden langzaam Bert Maalderink. Met een zure kop tegenover Louis van Gaal gaan staan en je ergeren aan die vervelende hangwangen. Diep zuchten bij het megalomaan geneuzel en niet zien dat hij een fris, nieuw Oranje kneedt. Niet doorhebben dat hij Maher bewust in de wachtkamer houdt. Pas in Brazilië mag de jonge middenvelder het orkest dirigeren.
In Friesland kunnen ze het ook, kniezen. Met knoestige koppen, diep weggestoken in de kraag van de jas, staan mompelen dat de sloten niet willen dichtvriezen en dat de fuut nog niet is gezien. Met de handen in de zakken snoeven over Heerenveen, voorheen een fraai skûtsje op het meer, dat nu met een gat in het voorsteven aan wal staat. De balcontrole van de backs laat te wensen over en de voorzitter ligt na een potje Grieks-Romeins worstelen met Johan Derksen in een wurgende houdgreep.   
En niemand die het ziet. Een jongen van de Balkan met een olijk gezicht, die als een ballerina over de velden danst. Fabelachtig lepelt ie ballen in de kruising. Misschien dringt het door, over twee jaar, als Benfica aan de hand van Djuricic door de Champions League dendert. Niet alleen bij Pigmans, ook in Friesland staan ze te mopperen in een weiland, onder de knotwilgen. Door het mismoedig hoofdschudden zien ze niet dat er een mooie roos tegen de stam groeit. Het is doodzonde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten