vrijdag 8 maart 2013

Onrechtvaardig

Het WK voetbal van 1978 was opmerkelijk. Het werd het toernooi waarin Oranje na een kansloze positie opstoomde naar de finale. In de dug-out zaten twee mannen in een oranje windjack nors voor zich uit te kijken: bondscoach Jan Zwartkruis en Ernst Happel. Dat leek de KNVB wel een goed idee, de excentrieke Oostenrijker meesturen naar het eindtoernooi. 
Maar in ArgentiniĆ« aangekomen werd het bepaald geen aflevering van Laurel en Hardy. Zwartkruis, welbespraakt, enthousiast en vakkundig, stoorde zich aan Happels ondoorgrondelijke houding. Als een militair op een missie probeerde hij door de zwijgzame muur naast hem heen te breken. Bij het ontbijt begon ie over de lange bal van Krol, in de lift van het hotel over het inbrengen van Poortvliet en Brandts en op het trainingsveld legde hij ballen op dertig meter; kon Haan vast oefenen. Het enige geluid uit Happels mond  was een kort, schel fluitje; of er een nieuwe schnapps kon komen. 
Het was in de tweede ronde, tijdens de bespreking voor de wedstrijd tegen West-Duitsland, dat Zwartkruis zijn hand overspeelde:
"Kijk heren, we moeten het gevaar bij Bonhof elimineren. Als we de toevoer naar Rummenigge onderbreken, kan Rensenbrink op de flank toeslaan."
Te veel woorden, volgens Happel. Hij ging staan en veegde met een kort handgebaar het strijdplan van tafel:
"Kein keloel. Fussball spielen."
Zwartkruis' goede bedoelingen dreven Happel naar diens bekendste oneliner. Door aanvoerder Krol, de noeste arbeid van enkele jonge PSV'ers en de knallen van Haan bereikte het Nederlands elftal de finale van het WK. Happel kreeg de roem.
Onsterfelijkheid is als olie. Het wordt oneerlijk verdeeld.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten