dinsdag 19 maart 2013

Het leven is vurrukkelluk

Woede is als kwik. Bij verhitting zet het uit en zoekt het een weg naar buiten. De supporter naast me leek een rustige magazijnmeester, maar van binnen steeg zijn temperatuur. Jacob Mulenga kwam aan de bal. Ik voelde dat naast me pupillen vernauwden, nekharen overeind sprongen, vuisten balden. Het kwam van diep, als bedorven gal golfde het eruit.
"Tyfusaap!"
Jongste stond naast me. Met grote ogen keek hij naar onze buurman. Met dezelfde blik keek hij naar mij toen ik een half uur eerder gefouilleerd werd en de mandarijnen moest inleveren.
Schaamte is een slang die je langzaam besluipt. Hij kruipt over je rug als je de vragende ogen van je kind wilt negeren als de scheidsrechter wordt uitgescholden voor 'kankerhomo'. Hij meldt zich in je nek als je niemand probeert te corrigeren. Door verbijstering. Door angst voor represailles. Hij knijpt je keel dicht als je gewoon blijft staan. Door woede overmeesterd, verstikt door schaamte.
Woorden kwamen pas terug na afloop, op weg naar de auto.
"Mooi hè, zo'n stadion, er werd prachtig gezongen toch?" vroeg ik laf.
Jongste reageerde niet. Hij keek strak voor zich uit.
"Waarom was iedereen zo boos, ze hebben toch gewonnen?" vroeg ie, toen ik  het autoportier voor hem opende.
De vraag paste precies bij de middag, maar hoe ik er ook over nadacht, een antwoord kon ik niet vinden. Op de heenweg stuiterde opwinding prettig tegen het dashboard, de terugreis was stiller. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten