zaterdag 16 juni 2012

Dostojevski

Het was werkelijk waar. Commentator Phillip Kooke meldde het met grote stelligheid tijdens een stil moment in de  eerste helft. André Arshavin had een boek. Niet zo maar een boek. Nee, een dik boek. De corner in de wedstrijd van de Russen tegen Griekenland was nog steeds niet genomen, in die extra seconden kregen we te horen dat de aanvoerder van Rusland ook nog zat te lézen in dat dikke boek. Op een vliegveld! Tijdens een rustig moment!
Er is een tijd geweest dat voetballers bekend stonden als dom en niet mondig. De periode van Kees Kist en Koko Hoekstra, zeg maar. Spelers die later ook niet verder kwamen dan het derde hoofdstuk van 'De ontvoering van Freddie Heineken'. Zij moesten het doen zonder opleiding en mediatraining. Een interviewtje  na de wedstrijd ontaardde regelmatig in een spraakverwarring:
"Waar ging het vandaag fout, Kees?"
"Na de wissel. Toen kwam bij hen de aap uit de kist."
"Aap uit de mouw, bedoel je."
"Dat zeg ik."
"Nee; kist."
"Je mag gerust Kees zeggen, hoor."
Het zijn andere tijden. Voetballers beginnen niet langer een sigarenwinkel, maar volgen een opleiding. Hun voetballoopbaan biedt hen alle tijd. Iedereen weet inmiddels dat het bij 'De aanslag' niet om de biografie van Hans Kraay jr. gaat.
Kooke probeerde echter het beeld in stand te houden dat voetballers hun vrije tijd vullen met de PlayStation en de folder over de nieuwe BMW-serie.
Arshavin, de Rus die door de commentator met een dik boek werd betrapt, is een rustig persoon, een denker. Passie in het linkerbeen. Waarschijnlijk zat de aanvoerder geboeid in een Dostojevski, een Russische klassieker. Kooke is meer een man voor de ontvoering van Heineken.
Tot hoofdstuk twéé.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten