zondag 23 februari 2014

Woede

De traditie begon in Corisi del Piné, een gehucht in het noordoosten van Italië met een klein kerkje waar priester Pietro Piemonti nog steeds stipt om zeven uur de klokken laat beieren. Het zal in 1958 geweest zijn dat Gianni, het zoontje van de slager, zijn rekentoets terugkreeg van signore Valli, de meester van de hoogste klas. Gianni keek naar de rode strepen op zijn blaadje en de dikke onvoldoende die erboven stond. De snotaap zei niets, maar stond op en liep briesend de klas uit en smeet de deur van het lokaal dicht. Het glas in de deur brak. Het gerinkel in de holle gangen van het schooltje van Corisi del Piné klonk zo lekker dat Gianni alle deuren in het gebouw dezelfde behandeling gaf. Thuis, drieëntwintig verwoeste deuren later, gaf de slager zijn zoon een aai over de zwarte haren en sprak de legendarische woorden:
"Bellisimo Gianni, wij pikken dat niet, wij zijn een slagersfamilie!"
Het was de aanzet tot een nieuwe gewoonte. Als de pasta te lang kookte, vloog de deegroller door het keukenraam. Als Lolita niet inging op de hartstochtelijke kus achter het muurtje, werd het uithangbord van de pizzeria van de gevel getrokken en verdwenen alle spiegels van de Fiat. De nieuwe manier van reageren kreeg navolging in buurdorpen en vond druppelsgewijs zijn weg naar de grote stad.
Nu, ruim vijftig jaar later, komt het nog wel eens voor dat een Italiaan, ergens verdwaald in Europa, handelt in de geest van Gianni. Een straatlantaarn die sneuvelt in de straten van Parijs, een deuk in een taxi in Londen, een omgetrapt camerascherm in een stadion in Enschede. 
Zelfs als de woede is ingedaald, zullen de onverlaten zich beroepen op de wijze woorden van Pietro Piemonti, de priester die nog steeds om zeven uur de klokken laat beieren in Corisi del Piné:
"Als je maar niemand pijn doet, mijn jongen."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten