zaterdag 15 februari 2014

Opvoeding

"Wat heeft PSV gespeeld?" 
Als de jongens zich in onze slaapkamer melden, is de wedstrijd van PSV het eerste wat jongste bezig houdt. Gisteren ging hij naar bed in de rust, bij een 1-1 stand.
"Goeiemorgen jongen, 2-1 voor PSV."
De winst brengt licht in zijn ogen. Zijn weekend begint op een bijzonder prettige manier, maar hij aast op meer.
"Wie maakte het tweede doelpunt?"
"Ruiz. Met een kopbal."
Het leven is af. Als een spinnende kater nestelt ie zich in onze sponde.
PSV? In ons huishouden was dat jarenlang braakliggend terrein. Een rafelrandje aan de zijkant van ons bestaan. De club uit Eindhoven was zoiets als curling, sushi en Ivo Niehe: we wisten wel dat het bestond, maar lieten het links liggen. We gebruikten de opvoeding om die situatie zo te houden. Elke avond poetsen de jongens hun tanden met een borstel van Feyenoord. Tijdens alle lunchuurtjes op school staren ze naar het Ajax-logo op hun broodtrommels. 's Avonds slaapt jongste onder een dekbed van Messi.
We hebben ons best gedaan.
Met zijn vieren kijken we vanuit bed naar de ochtendtelevisie. Buurman en Buurman. Gelukkig, de aandacht is afgeleid. Het doemscenario van bezoekjes aan een training op de Herdgang, een poster van Bruma op de kamer, een tocht naar het stadion waar Your simply the best als een gesel op mijn rug slaat: het lijkt ver weg. Maar nog voordat de twee buurmannen alles in het honderd laten lopen is die hoop verdwenen.
"Pap, mag ik een shirtje van Depay?" vraagt jongste vanuit het niets.
"Ja, en ik van Park," zijn broer geeft het nekschot erachteraan.
We kijken elkaar aan, mijn vriendin en ik, en we weten het.
De strijd is verloren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten