maandag 23 augustus 2010

Dubbele schaar

Het was een mysterie. Onderhuids, nauwelijks merkbaar, was het mijn elftal binnengeslopen. Het leek wel een virus, dat willekeurig onschuldige mensen meesleurt en vanuit het niets meedogenloos kan toeslaan.
De ochtend was gisteren normaal begonnen. Het licht opgewonden gevoel, het voetbalseizoen ging beginnen. Ik mocht me weer aansluiten bij die prachtige groep voetbalbandieten, die mooie bende van totaal verschillende persoonlijkheden die doordeweeks hilarische mails op het web gooit en op zondag, jaar in jaar uit, op onnavolgbare wijze laat zien hoe een mooie sport beleefd dient te worden: het vijfde van Bladella.
Met een fris humeur was ik op mijn fiets naar de Smagtenbocht gegaan. Ouderwetse begroeting aan de vaste hangtafel. Geen gedoe, zoals korfbalmeiden, die werkelijk elk detail uitgeplozen willen zien. Niets is langdradiger dan een groep vrouwen die bijkletsen.
“Maar wat deed je dan, die derde dag in Toscane, na het bezoek aan dat museum en voor de lunch in dat nieuwe restaurantje?”
Nee, dan wij, de mannen van het vijfde.
“Hoe was het? Oh, Italië, leuk. Nog koffie?” We waren weer volledig op de hoogte en pakten de draad op waar we hem hadden laten liggen. Dat wil zeggen, een kopje koffie van Harrie Korsten en aan de hangtafel namen we actuele zaken door. Zoals de videoclip die Harold via de mail rondstuurde. Het is een kwestie van tijd: zijn vrouw Tatjana wordt de nieuwe Beyoncé.
We ginnegapten rustig door toen we onze vaste plekken in het kleedlokaal opzochten. Ik keek even rond. Ik zag een timmerman, een politieagent, een directeur van een grafisch afwerkingsbedrijf, de lijfwacht van een bekende Nederlander; de hele maatschappij wordt samengebald in het vijfde.
Naast mij. Roy met zijn gouden linkerbeen, vergelijkbaar met die van Theo Janssen. Maar Roy’s energie wordt verdeeld tussen bruikbare inswingers over links en zijn verbouwing thuis die in ’98 begon. Aan de andere kant zat Jack, die het elftal in totale vertwijfeling achter kan laten. Tactische aanwijzingen in de rust als ‘we moeten meer druk zetten, je weet wel, zoals de Polynesische bidsprinkhanen in paringstijd’, gooit hij er zonder voorbereidingstijd achteloos uit. Op die momenten moet hij zich voelen als het genie Mozart; miskend en pas na zijn leven op waarde geschat. Tegenover me zat Robbie, onze speersnelle buitenspeler, maar de laatste sprint die hij won, dateert uit het jaar dat Roy aan zijn huis begon te knutselen.
We misten nog een paar late vakantiegasten en Harold, onze briljante invaller voor de laatste acht minuten. Dat hij zo weinig bijdraagt op het veld maakt niet uit, hij zorgt voor sfeer. Geblesseerd afzeggen doordat je in de Jumbo van achteren aangereden bent door een winkelwagentje. Hij raakt continu verzeild in de meest bizarre situaties, ver voorbij de grenzen van de fantasie, waardoor hij voor ons een bodemloze inspiratiebron is voor grappen en kwinkslagen. Hij is óók bezig met een verbouwing. Alleen maar nieuwe munitie voor hilarische lachsalvo’s. Coach Hugo meldde dat het vergroten van zijn huis voor zijn lieve Nigeriaanse prinses de oorzaak was van zijn afwezigheid: hij kon in de garage, achter een hoge stapel bouwmaterialen, zijn voetbaltas niet vinden. De ogen van nieuwe spits Louis vielen uit hun kassen. Welkom in de wereld van het vijfde, het zoveelste hoofdstuk in de dramaserie ‘De doldwaze avonturen van een dekselse knaap.’
In de wedstrijd tegen het vierde, bleek dat het opnieuw geen goede beslissing was, om drie maanden niets te doen in Toscane, op de Spaanse stranden en in de Turkse all-inclusive-resorts. De vrienden van het vierde drongen ons de hele partij terug. Met de tong op onze schoenen kregen we klop met 1-3. De komende weken mogen zij het hoogste woord voeren in de kantine tussen de geur van frikadellen en verschraald bier.
Na de wedstrijd ploften we vermoeid op de banken van het kleedlokaal en al snel gingen we over tot de orde van de dag. Wie heeft de portemonnees en tegen wie speelt Ajax vandaag? De eerste zondag van het nieuwe seizoen verliep eigenlijk geheel normaal. Niets nieuws onder de zon.
Totdat ik naar de doucheruimte liep waar het water ouderwets naar beneden kletterde.
Dáár, in het blauw-wit betegelde hoekje van het kleedlokaal, werd ik nietsvermoedend gegrepen door het mysterie. Het raadsel dat het vijfde in zijn greep heeft gekregen, maar waar door niemand over gesproken wordt: de geschoren schaamstreek. Voor de zomerstop zag ik al een ‘Jan Joost zonder krullen’, ik herkende het gevaar niet. Nu zag ik verschillende Jossies zonder bossies, Flippers zonder zeewier en zelfs een fakir die voortaan moet vliegen zonder tapijt. En iedereen waste, alsof er niets aan de hand was, gewoon de moddervlekken van het lijf. Het leek verdorie Avro’s WiekentKwis wel: ik zag zo Fred Oster, maar dan zonder de marmotten.
Het pakte me bij de keel. Wat was hier aan de hand? Had de asbest in de grond naast het hoofdveld hier zijn tol geëist? Was het de wens van de vriendinnen vanwege bepaalde sensuele technieken? Of toch gewoon een epidemie van schaamluis? Niemand praatte me bij over deze vreemde ontwikkeling, dit verbond van kale vlaktes onder de navel.
Coach Hugo had het laatste woord: “We spelen volgende week om 12.00 uur tegen Marvilde 3. 11.00 uur vertrekken. We zijn met 13 man, met 14 als Harold zijn voetbaltas weet te vinden achter de cementzakken. Ook de kanonnen zijn er weer bij”, zei hij achteloos.
De woorden dreunden na in mijn hoofd. De kanonnen. Hoe zouden zij terugkeren in het vijfde, bedacht ik me. Waren zij al lid van het verbond? Erwin? Had zijn slijptol nog een afdakje? Brandweerman Mark? Moet zijn spuit zonder jasje de winter door? Zit de reiger van Kox aan de slootkant, ontdaan van het riet? Over Jordi, Patrick en Put durfde ik niet eens na te denken. Het zweet brak me uit.
Afgelopen nacht droomde ik. Ik stond alleen onder de douches tussen de blauw-witte tegeltjes. Plotseling verschenen twee gigantische heggenscharen. Hun messen klapten dreigend op en neer. Ineens een zware stem die eerst zachtjes, maar al snel luid door de wasruimte galmde: “Je bent aan de beurt… Je bent aan de beurt!” De scharen bewogen langzaam naar mijn schaamstreek.
Ik schrok wakker en controleerde meteen de toestand in mijn onderbroek. Gelukkig. Mijn Willie had zijn toupetje nog. Daar zat ik, met allerlei nieuwe vragen. Wanneer word ik opgeëist? Wanneer word ik ingewijd en bruut geschoren? Kortom: wanneer neemt het mysterie van Het Geheime Genootschap mij te grazen? Het hing als een molensteen om mijn nek. De rest van de nacht waakte ik angstig over mijn vertrouwde pruikje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten