donderdag 29 mei 2014

Juichen!

Ineens lag er een pak op tafel. Een oranje pak, met zwarte biezen. 
"Wat is dat?" vroeg ik.
"Een juichpak," zei mijn vriendin, "een juichpak van Roy Donders. XL."
"Ja, en?" Het klonk als een vegetariër die een rookworst op zijn bord vindt.
"Die heb ik voor jou bij elkaar gespaard. Met zegels."
"Wat moet ik ermee dan?"
"Nou ja, eh, juichen," zei mijn vriendin gehaast. Ze moest gaan werken.
Daar stond ik, in de huiskamer, starend naar een pak om in te juichen. Ik vroeg me af of ik het nodig had als Van Persie zou scoren tegen Chili, zo'n oranje trainingspak met glitters op de mouw. Tot nog toe had ik steeds gejuicht in een spijkerbroek en T-shirt. Ging eigenlijk best goed.
Ik haalde het cellofaan eraf en trok het pak aan. Ik voelde het meteen. Een prikkel. Het begon ter hoogte van mijn linkerknie. Mijn rechter bewoog meteen mee. Toen volgden mijn heupen het ritme. Daarna mijn armen en de rest van mijn lichaam. Het juichen borrelde in golven omhoog: ik swingde door de huiskamer als een gesjeesde nicht uit een Tilburgse volkswijk. 
Dat schreeuwde om meer.
Ik ging naar buiten en zag de postbode. Ik juichte met hem mee, van gleuf tot gleuf. In de buurtsuper slaakte ik licht verhitte kreetjes toen een man zes handperen woog. Daarna de slager. Stralend stond ik naast de gehaktmolen toen hij worsten draaide. Ik was om. Te gek, zo'n juichpak. Ik liet me helemaal gaan. Na juichend ramen wassen in een hoogwerker, de juichgym in de bejaardensoos en het assisteren van de wijkagent (samen gaven we iedereen op hun Donders), kwam ik laat in de middag thuis. Helemaal high.
Mijn vriendin was er ook. Ze zette net boerenkool op tafel, mijn lievelingsgerecht. Schreeuwend van geluk sprong ik op een stoel. Ik juichte zoals ik nog nooit gejuicht had.
"Wat doe jij nou," zei ze geïrriteerd.
"Nou ja, eh, juichen," was mijn antwoord.
Maar dat was dan weer niet helemaal de bedoeling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten