woensdag 25 april 2012

Reclame

Als kind had ik een hond. Zo'n straatmormel waar ik heerlijk mee stoeide. Door de film 'Nummer 14', die maandagavond uitgezonden werd, moest ik weer aan hem denken. In beeld liep, naast JC, ineens Barry Hulshoff. Het slungelige lijf, het lange haar, de kromme rug. Hij was Ajacied, maar ik kende hem vooral van de Sjappie-reclame op tv.  Hulshoff rende met zijn Deense dog over het strand, de hond likte wild over zijn baard en dan kwam het blik hondenvoer in beeld. Wekenlang zeurde ik aan mijn moeders hoofd. Onze hond moest ook Sjappie. Waarschijnlijk redeneerde mijn onderbewustzijn dat ik dichter bij Ajax kwam als onze hond hetzelfde at als het beest van Barry. Ik liep regelrecht in de fuik van de reclamejongens, maar mijn moeder trapte er niet in: "Hij eet morgen gewoon weer de restjes van tafel." Voetballers in televisiereclame, het werd sindsdien een gewoonte. Van Basten schoot in San Siro het dopje van een flesje Bavaria, Gullit rolde een autoband over de A2 en Suarez die 'Ik heb het' prevelde. Vrolijk krabben de voetbalsterren en de commerciële wereld elkaars rug. Het verbond is logisch,  maar de tijd dat ik erin trapte is al lang voorbij. Gisteren keek ik met de jongens naar het Jeugdjournaal. In het reclameblokje na afloop, keerde Edwin van der Sar in zijn achtertuin een schot van zijn dochter.  "Hé, Van der Sar!" juichte de jongste vol bewondering vanaf de bank. In het volgende shot beet de doelman aan de keukentafel in een boterham met kaas. "Milner," las de oudste. De jongens keken elkaar aan. Ik herkende de blik, Van der Sar moest genaderd, maar ik was hen voor: "Morgen gewoon weer pindakaas, jongens." De cirkel is weer rond.

1 opmerking:

  1. Pieter

    Zeer herkenbaar verhaal

    Volgens mij is er trouwens een merk pindakaas, waar heel veel sporters reclame voor hebben gemaakt.

    Groetjes

    Aloys

    BeantwoordenVerwijderen