maandag 9 april 2012

Kampioen

Op het bosrijke sportpark van VV Bergeijk wandel ik naar de wedstrijd. Naast me loopt onze jongste, hij houdt mijn hand stevig vast. In de verte zijn ze al begonnen. We voelen allebei een lichte opwinding: de F3 van Bladella, met neefje Sem in de gelederen, kan vandaag kampioen worden.
Een overdonderende start van F3: als we het veld naderen, frommelen onze favorieten de bal al tegen de touwen. Luchthorens klinken en moeders met spandoeken stuiteren langs de lijn. Een eekhoorn verlaat gehaast het strijdtoneel, geschrokken verdwijnt hij achter een boom. Op het veld zien we de 7-jarigen kriskras door elkaar rennen. Lekker ouderwets juichen met de armen in de lucht. Het clublogo op de borst laten ze gelukkig nog onberoerd.
We nestelen ons tussen de Bladella-ouders. De strijd is daar bijna tastbaar. Gestoken in spijkerbroek en regenjack gaan ze langs de lijn net zo enthousiast de duels aan als hun jongens. Als hun zoon een pass verstuurt, bewegen de ouderlijke benen mee. Als hun kind met wapperende haren naar voren dendert, lijken de vaders naast me net zo hard mee te sprinten.
Onze jongste kijkt steeds naar zijn neefje Sem. Hij staat achterin. Soeverein, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, vormt hij het slot op de deur. Geen muisje komt erdoor. Zijn razende zwarte voetbalschoenen onder dat ranke lijfje, spreken een duidelijke taal: hier groeit een nieuwe Jaap Stam. Eén van de ballen die hij hard naar voren schiet, landt in de buik van een medespeler. Hij stort kermend ter aarde. Niet om tijd te rekken, zoals op tv, maar zijn ontbijt zit zowat letterlijk in zijn keel.
Ondertussen wisselt de leider driftig zijn manschappen. Deze jongens moeten zondagavond toch ook het bord op schoot hebben, maar geen enkele speler meldt zich chagrijnig aan de zijlijn. Zowel de speler die eraf komt, als zijn vervanger focust zich volledig op de high five die ze elkaar mogen geven. Ik laat me prettig onderdompelen in de onbedorven cultuur van de f-speler, het is een genot om te zien.
In de tweede helft lijkt de strijd beslist als de keeper van de thuisclub een schot op de borst stopt, maar vervolgens de bal tussen de benen over de doellijn friemelt. Een Grandelletje, maar niemand gaat over de rooie, er volgen geen scheldwoorden vanaf de tribunes, de doelman krijgt een schouderklopje als de bal naar de middenstip rolt.
“Volgende keer beter, Sjoerd!”
Als de scheidsrechter bij de stand 1-4 voor de laatste keer fluit, gaan de sluizen open. De luchthorens snijden het sportpark doormidden, terwijl de spelers op het veld voorzichtig een polonaise starten. Eenmaal verzameld voor het doel, spuit de leider zijn kudde nat met Jip-en-Janneke-cider, het lied der kampioenen wordt ingezet. Eigenlijk ontbreekt alleen het kanon met de blauwwitte snippers.
Later, op de terugweg, kijk ik in de achteruitkijkspiegel. Jongste staart uit het raam. Weilanden met paarden en koeien trekken aan hem voorbij. Pas als we de eerste huizen van Bladel bereiken, wordt de stilte verstoord. Vanaf de achterbank klinken zacht de indrukken van zijn vroege zaterdag:
"Kámpioenen, kámpioenen, olé olé."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten