zaterdag 15 november 2014

Boek

Jongste verveelde zich stierlijk. Buiten viel de schemer in rood en oranje, binnen was het nog te vroeg voor de tv. Zijn broer las in Geronimo Stilton en toverde allerlei popliedjes uit zijn gitaar, maar jongste hing als een gewisselde spits in een keukenstoel. 
"Ik heb niets te doen, pap." Op het fornuis kookte ik de asperges.
"Je mag de tafel wel vast dekken," zei ik.
"Mmm, ....neuh."
Dat schoot niet op. Op de keukentafel graaide zijn hand naar een stapeltje met post en reclamefolders. Onderop vond ie een verdwaald exemplaar van De hoeken van Luigi Ferraris. Hij legde het boek voorzichtig op schoot en las de titel.
"De....hoeken.....van.....Lui....," begon ie.
"Loewiedjie Ferraris." Zijn broer kwam erbij staan en maakte de zin af. 
Jongste ging rechtop zitten en bladerde door de verhalenbundel.
"Gaan deze verhalen over mij?" vroeg ie.
Ik schudde mijn hoofd.
"En ik?" Ook oudste informeerde nieuwsgierig.
"Nee, jongens. Misschien in een volgend verhalenboek," zei ik sluw.
Jongste was nu volledig wakker. Hij zat gespitst aan de keukentafel, alsof de meester in de rekenles de kans berekende van een strafschop op Jasper Cillissen.
"Echt? Wat moeten we dan doen?" vroeg ie.
"In ieder geval niet in een stoel gaan hangen." In een pan liet ik de slavinken sudderen. Twintig seconden later stond ik alleen in de keuken. Het ritmische gebonk van de bal tegen de zijgevel klonk vertrouwd in de oren.
"Waar zijn de jongens?" vroeg mijn vriendin die door de achterdeur binnenstapte.
"Ze werken aan een nieuw boek," antwoordde ik voldaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten