donderdag 2 oktober 2014

SOS

PSV is definitief ons huis binnengedrongen. De postbode bracht een pakketje dat mijn vriendin via Marktplaats bestelde.
"Kijk eens wat ik hier heb!" zei ze toen jongste thuis kwam van school. Triomfantelijk hield ze het roodwit gestreepte shirt van PSV voor zijn neus. Het zag er nog hartstikke nieuw uit.
Voorzichtig, alsof het in zijn handen als snoeppapier zou kunnen verscheuren, nam jongste het cadeautje aan. Het voelde als 7 op de schaal van Richter, toen hij het tricot met ingehouden adem over zijn schouders trok. Ralf Edström, Willy van der Kuijlen, Romario da Souza Faria; de hele PSV-glorie denderde in kuddes door de huiskamer en trokken diepe sporen in die ooit zo vertrouwde ruimte.
"Pap, wedstrijdje doen?" vroeg ie opgewonden. Hij zag mijn wanhoop niet.
Op de inrit kwam ie uitdagend tegenover me staan, met dat grote wedstrijdshirt over de ranke schouders.
"Ik ben Luuk de Jong, wie ben jij?" vroeg ie.
"Dan ben ik Graziano Pellè," antwoordde ik. De Italiaan, groot, knap, sterk en balvast, zou hem wel eens een lesje leren. Maar vanaf de eerste seconde flitste jongste als een buitenspeler met herwonnen zelfvertrouwen langs me heen. Tien minuten later plofte ik bezweet terug in de driezitsbank.
"Tien-vier voor PSV!" schreeuwde jongste. Hij kreeg een high-five van zijn broer. Nog nooit zo weggespeeld. Vertwijfeld keek ik om me heen. De televisie, de kachel, de gordijnen aan de muur; alles leek nog hetzelfde, maar diep van binnen knaagde het onheilspellende gevoel dat er iets voorgoed veranderd was. Als de kapitein van een schip in de storm zond ik een noodsignaal naar mijn vriendin, die in een fauteuil achteloos door de tv-gids bladerde.
"Pellè?" zei ze niet zonder spot, "Je lijkt niet eens op Pellè." 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten