vrijdag 6 september 2013

Bumpen

Voor de interland van Oranje tegen Estland rolde ineens een opvallend woord de huiskamer binnen. Spritzig. Een prachtig woord. Een woord als wulps, ravotten en stracciatellivla; je hoort het één keer en begrijpt meteen waar het voor staat. Ik tuurde naar buiten, over de schutting, en meteen zag ik het. De lucht was spritzig. Prachtig pikant roodoranje.
Ik vond het op meer plekken. Het zat in de lokken van het meisje dat voorbij fietste. Ik hoorde het in het zingen van de goudblonde daklijster op het schuurtje en het zat in de tred van de postbode. Een vrolijk hupje. De ene voet die kwiek de andere vooruit ging. Het zat zelfs in de plof waarmee de streekkrant op de mat viel.
Er was geen houden aan: het kroop als lava bij mij naar binnen. Via het hoofd gleed het naar de buik, waar het zich hitsig in de heupen nestelde. Ik merkte het meteen. Ik stond op van de bank als een Zuid-Amerikaan met warme gedachten. Als een Surinamer danste ik naar de keuken, waar mijn vriendin de bonen stond te doppen. Het rolde als vanzelf uit mijn mond.
"Ik vind je vandaag zo...eh....spritzig."
De billen in haar strakke spijkerbroek gaven geen krimp. Haar hoofd wel. Een koele blik over haar schouder. Het schuurde, de lucht betrok. We werden twee onbereikbare werelden. Twee kemphanen met de veren overeind. Een uppercut hing boven de aardappelen.
Toen proestte ze het uit. "Spritzig, .... doe normaal, man," zei ze luid. Speels bumpte ze tegen mijn been. De lucht kleurde weer roodoranje, een heerlijk moment. Licht in mijn hoofd hupte ik terug naar de bank. Op tv stonden Van Gaal en Hans Kraay tegenover elkaar. Kom op Louis, nu een speelse bump op heuphoogte, dacht ik. Dan stopt het lijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten