donderdag 7 april 2011

De nieuwe trainer

Toen in de Goffert de nieuwe trainer werd gemeld,
werd, terwijl zij zich verkleedden,
door enkele spelers de vraag gesteld:
hoe de nieuwe baas tegemoet te treden?

“Awel”, zo opperde de Vlaamse spits,
“gewoon zijn voornaam,” dat kan mij wel bekoren,
“en als het hem niet bevalt,” zo sprak hij bits,
“heeft ie pech, ik blijf toch wel scoren.”

“Nee,” antwoordde de jonge doelman, “dat is veel te los,”
hij wordt hier wel de technische directeur.”
De Afrikaanse back hield het kort: “Call him boss,
and hou op met dat overdreven gezeur.”

Na een poos zei de aanvoerder: “Luister allemaal,
laten we het woord ‘trainer’ kiezen.
Dat is uiteindelijk het meest neutraal,
en zo heeft niemand iets te verliezen.”

Vanuit een hoekje, met veel schroom,
prevelde toen de stille rechtsvoor,
diepgelovig en heel vroom:
“Ik noem hem het liefst meneer Pastoor.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten