woensdag 1 september 2010

Punniken met Jack

Jack van Gelder en ik zijn goede vrienden. Dat zit zo. Het was ergens in het voorjaar van ’98, ik zat rustig in de tuin. Plotseling ging mijn telefoon.
“Hallo, met Pieter”
“Met Jack, luister, ik reis zo af naar Frankrijk voor het WK. Ik ga de wedstrijden van het Nederlands elftal voor de radio verslaan. Dat loopt meestal wel lekker allemaal, maar ik zoek nog naar een manier om goed te scoren bij het volk. Heb je nog wat tips?”
Dacht Jack dat ie Pieter de la Croix aan de lijn had, de mediagoeroe uit ‘t Gooi. Zijn nummer bleek één cijfer te verschillen met mijn telefoonnummer. Ik had wel zin in een dolletje.
“Nou Jack, goed dat je het vraagt. Jouw performance is altijd wel in orde, het technische gedeelte is meestal ook goed verzorgd, timing, intonatie, niets meer aan doen, maar misschien is de ‘emotionele uithaal’ wel het gouden ei voor je.”
“De emotionele uithaal?”, vroeg Jack.
“Ja, de emotionele uithaal. Gooi een Zuid-Amerikaans sausje over je commentaar. Niet té opzichtig of overdreven, maar wacht op een goed moment. Een historische goal van Kluivert of Dennis Bergkamp, bijvoorbeeld. Jouw emotionele uithaal wordt dan de schreeuw van Bertus uit Weesp en van Gerrit uit Lemmer. De vreugde van het volk gebundeld in jouw emotionele uithaal. Een lekker zomers muziekje eronder en je bent een nationale hit.”
De rest is geschiedenis.
Van Gelder haalde schreeuwend uit bij de beslissende goal van Oranje tegen Argentinië in de kwartfinale. Het doelpunt van Bergkamp wordt beschouwd als nationaal erfgoed en de populariteit van Jack steeg naar het niveau van Gordon en Joling.
Hij was erg blij met zijn nieuwe status, Jack. Het duurde even voordat hij door had dat ík de tip gegeven had, maar sindsdien komen we op elkaars verjaardag en zit ik op zondagavond in Jacks oor. Dat wil zeggen, ik ben thuis vanaf de bank direct verbonden met een zendertje in Jacks oorschelp, zodat ik hem kan sturen tijdens het tafelgesprek in de studio. Een ingebouwd zekerheidje dat ervoor moet zorgen dat Jack op het juiste journalistieke pad blijft, zeg maar.
Het is al jarenlang een vast ritueel hier op zondagavond. Mijn liefje gezellig naast me op de bank, een winterdas punnikend en ik met mijn monologen richting Jack:
“Zorg dat Youri zijn zinnen afmaakt, Jack.”
“Nú aan Hugo de vraag stellen over Van Marwijk, Jack.”
“Even glimlachen in de camera, Jack.”
We vormen eigenlijk een perfecte combinatie: ik zeg wat ie moet doen en Jack wordt een kijkcijferkanon. Omdat Jack zelf die afhankelijkheid ook wel aanvoelde, mocht ik mee naar de grote toernooien van Oranje. Dat wil zeggen, thuis op de bank begeleidde ik hem door de studiogesprekken na de wedstrijden en tijdens de interviews van Studio Sportzomer. Naast mij ontstonden de mooiste punnikcreaties, terwijl ik Jack door zware momenten loodste. Zo wilde hij Dick Advocaat in 2004 vanuit de eerste emotie helemaal neersabelen na zijn Robben-wissel, maar kon ik hem tijdig de nodige nuance bijbrengen. En Van Basten wilde hij vastpinnen op de schoppartij tegen Portugal in 2006. Ik moest alle zeilen bijzetten, maar ook daar kon ik Jack goed doorheen navigeren.
Jack pikte mijn begeleiding goed op. Mijn interventies via de oorschelp werden steeds schaarser. Sterker nog, ik was in de veronderstelling dat Jack zelfstandig verder zou kunnen.
Die overmoed werd genadeloos afgestraft.
Het was afgelopen zomer, op het WK in Zuid-Afrika, na de gewonnen partij tegen Uruguay. Door de spanning tijdens de wedstrijd, had ik mijn plas opgehouden. Dus na het laatste fluitsignaal ging ik naar het toilet. Toen ik terug kwam, zag ik op het beeldscherm Jack in oubollige toestand in de studio met De Jong en Van der Vaart, Sneijder zat tot mijn ontzetting óp zijn schoot en mijn duifje had het microfoontje voor haar mond. Sneijder schoof van Jacks schoot en zei: “Er begint daar iets te prikken”. De jongens van Oranje lachten hard.
“Ik ben al een paar weken van huis”, hoorde ik mijn vriendin er direct achteraan zeggen. Duizenden kilometers verderop zorgde de echo in Zuid-Afrika opnieuw voor hilariteit.
Voordat de situatie helemaal escaleerde, griste ik de microfoon terug en siste tegen Jack:
“Wesley een stoel en gesprek afronden, nu!”
Toen Rafael, Nigel en Wesley de studio verlieten, hervatte mijn vrouw in een lachstuip haar punnikwerkje. Haar onderbroekenlol gooide Jack weer jaren terug. Niet dat hij dat zelf in de gaten had. Hij vond het wel grappig geloof ik, de spelmaker van Oranje op zijn schoot. Volgens mij heeft Jack ook nooit in de gaten gehad dat hij erin is geluisd door mijn vriendin.
Inmiddels heb ik de carrière van Jack weer in rustig vaarwater. Op zondagavond leid ik hem als vanouds langs lastige klippen en zorg ik voor hier een kwinkslag of daar een knipoog. De oude tandem is in ere hersteld. Aan mijn thuissituatie werd zonder pardon gesleuteld: mijn liefje heeft inmiddels verdienstelijk gedebuteerd bij ‘Het vrolijke klosje’, een punnikclub voor creatieve meiden op de zondagavond en in haar plaats ligt er een fles naast me op de bank voor sanitaire noodgevallen. Jack kan gerust zijn; voor vrienden ga ik ver.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten