maandag 16 november 2020

Dag 88

“Kijk! Een leuke trui. Deze week maar 89,- euro!” Mijn vriendin schoof een folder van een damesmodeketen over de keukentafel naar me toe. Iets met knopen en veel azuurblauw. “Mmm,” mompelde ik, duidelijk sfeerverlagend. Diep in mij huist Scrooge: negentig euro voor een truitje, dat doe je niet. Omdat ongelukken nooit alleen komen, legde Jongste het stapeltje met post op tafel. Bovenop een witte envelop met een paarse band: ‘Centraal Justitieel Incassobureau’. Met licht trillende vingers opende ik de brief, een reflex die ik overhield toen ik enkele jaren geleden een vriend naar Schiphol bracht, net nadat de trajectcontrole tussen Utrecht en Amsterdam was aangelegd. Op één horrordag vielen vijf ‘Incassobureaubrieven vanwege flitsmomenten’ op de deurmat; de vriendendienst kostte me 435,-. Gehaast las ik de feiten van de nieuwste aanklacht: dinsdag 3 november, 08.50 uur, Waalre, 11 km/u te hard, boete 107,- euro. Meteen scande ik mijn antecedenten. Dinsdagochtend? Waalre? Dan werk ik op school. Deze jongen ging vrijuit. “Daar had je een leuke blouse voor kunnen kopen,” zei ik. Diep in mij heeft Scrooge een oude cynische buurman. De affaire kreeg de volgende ochtend een verrassende wending. In de krant las ik over de aanleg van een coronateststraat in Eersel. Mijn blik viel op de opengescheurde envelop van het Justitieel Incassobureau dat onafgewerkt op de keukentafel lag. Het artikel en de brief legden in mijn hoofd vervolgens zodanig snel verbindingen dat het bloed in mijn gezicht volledig wegtrok. Mijn laatste coronatest? Dinsdag 3 november in Valkenswaard. Mijn route? Via Waalre. “Staat je echt goed, die trui,” zei ik twee dagen later krampachtig lachend tegen mijn vriendin. Diep in mij huist er in de straat van Scrooge en die cynicus namelijk ook een boer met kiespijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten