donderdag 1 maart 2012

Wembley

Ze zat naast me in de klas. Ik was elf jaar en durfde niet te vragen of ze verkering met me wilde. Daarom begon ik over de wedstrijd van die avond. Van mijn ouders mocht ik de hele wedstrijd zien. Opgewonden vertelde ik over Cruijff, Rep, Rensenbrink; het Nederlandse elftal op Wembley! Over de Engelsen, met Ray Clemence in het doel. Met Liverpool had hij de Europa Cup 1 gewonnen in een groen keepersshirt. Alle Engelse keepers droegen in die tijd een groen keepersshirt. Ray Clemence droeg daaronder het rode broekje van Liverpool. Hij was de reden dat ik in de gymles in een groen shirt met een rood broekje verscheen.
Ze was niet onder de indruk.
Maar toen, in ’77, werd het de wedstrijd van Jan Peters. In het oude Wembley-stadion schoof de middenvelder van NEC vanaf de zestien twee keer de bal voorbij de doelman. Een onvergetelijke avond, maar roem blijkt vergankelijk.
Vijfendertig jaar later oefent Oranje tegen Engeland. Wembley zit in een geheel nieuwe jas. Aan de zijlijn verschijnt een grijze man met een invaller voor de Engelse ploeg. Ray Clemence is een kleurloze assistent geworden. Terwijl de hoofden van Huntelaar en Smalling kraken en Arjen Robben Nederland naar een mooie overwinning krult, zit Jan Peters ergens in een Groesbeekse huiskamer. Hij schuift driftig over tafel met bierglazen en viltjes. In zijn ogen zit vuur.
Nog één keer mag hij uitleggen hoe hij Wembley veroverde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten