zondag 4 maart 2012

RVP

De polsen van Billy draaien als een bezetene de worsten op de plaat. Vlak voor het eindsignaal maakt de snackverkoper op het trottoir van Anfield Road, daar waar de lange hoofdtribune overgaat in 'The Kop', zich op voor de stroom van hongerige supporters.
Billy luistert naar het geluid van zijn sudderende saucijsjes. Het vermengt zich vertrouwd met het ritme van de rijen. Liverpool was goed gestart, op weg naar het stadion meldde de autoradio immers een eigen doelpunt van Arsenal, maar nu, diep in de tweede helft, de broodjes zijn gesneden en de ui gebakken, is het opmerkelijk stil op de tribunes.
Billy kent de explosies van Anfield. Diepe golven van vreugde die het veld overstromen na een schot van Gerrard. Geluk dat als een rijpe puist uitbarst na een solo van Suarez. Jaren terug stond hij zelf in het oog van de orkaan als Robbie Fowler en Ian Rush scoorden. Of nog eerder, toen Kenny Dalglish de Reds naar Europese bekers schoot. Nu is het onder de tribune ongemakkelijk kalm en Billy weet wat dat betekent: de fans zijn niet tevreden.
Precies op het moment dat Billy op zijn horloge kijkt, laat de betonnen kolos een nieuw geluid door, een geluid dat Billy hard raakt op de kin. Het is de galm van onheil. Een zware energie lijkt zich in de rangen naar binnen te keren, waar het wild om zich heen woedt. Als een gekooid roofdier dat zich onwillig neerlegt bij het onvermijdelijke. De gesmoorde vloek uit 40.000 kelen is duidelijk: Arsenal heeft gescoord.
Meteen verlaten de fans de vakken. Met het hoofd gebogen, als verslagen soldaten die terugkomen van het front, passeren ze de snackhoek van Billy.
"What happened?" vraagt Billy aan een man in een oud Dudek-shirt.
De supporter kijkt even op, uit zijn mond ontsnappen met tegenzin drie woorden.
"Van Persie, damn!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten