dinsdag 8 maart 2011

Carnaval in Bilbao

“Barçelona – Zaragoza? Si!”
De tengere vrouw achter de toog verzekert me dat de wedstrijd in de koffiebar wordt uitgezonden. Opgelucht keer ik met drie biertjes in de hand terug naar mijn vrienden aan het tafeltje van de koffiebar in het oude centrum van Bilbao. Mijn voeten doen zeer. We hebben net een uur door het centrum van de Noord-Spaanse stad geslenterd. Morgen aanschouwen we in het stadion Athletic de Bilbao, maar voor vanavond was een Irish pub het doel. Eerder ondernomen voetbalreizen wezen uit dat een Ierse kroeg in veel steden de beste plek is om een wedstrijd op televisie te bekijken.
Barça staat op het punt te beginnen, zodat we het moeten doen met dit koffiebarretje. Okay, het beeldscherm aan de muur is groot, maar het bijbehorende geluid is uitgeschakeld. Uit de boxen schallen oude krakers van Talk Talk en Bruce Springsteen. Daar komt bij dat ook Bilbao carnaval viert. In het café waar ik oude Basken met een zwarte alpinoschijf op het hoofd verwachtte, knauwend op brood met serrano-ham, zitten nu een kip, een monnik, twee sumoworstelaars en een man met een mes in zijn hoofd. De vrouw tegenover ons springt het meest in het oog. Ze is verkleed als het piratenmeisje uit Pirates of the Carribean. Maar het pakje kan haar mollige vormen niet verhullen. Ongehoorzaam puilt haar lichaam er links en rechts uit. Aanmonsteren bij het schip van kapitein Jack Sparrow lijkt voor haar een kansloze missie.
Mannen hebben weinig nodig. Een paar vrienden, een tafeltje met enkele biertjes en een televisiescherm zonder geluid waar de eerste plaatjes uit Camp Nou op binnen rollen. De vlinders tintelen onhoudbaar door onze buiken. Het mooie stadion geeft het juiste decor, uiteindelijk gaat het ons natuurlijk om de voorstelling op het veld. De vonken vanaf het middenveld die het licht van Messi ontsteken. Even lijkt het erop alsof wij ons als enigen focussen op het combinatiespel, maar na de derde aanvalsgolf op het Zaragoza-doel voel ik een hand op mijn arm. Ik draai me om en kijk in een doorleefd gezicht. Een oude Bask, klein en gedrongen. Hij wijst naar het scherm en gooit er een heel betoog uit over de voorzet van Messi. We begrijpen niks van zijn verhaal, maar vinden het wel vermakelijk. We lachen beleefd terug en mompelen iets als ‘non comprende’, het deert de oude man niet. Met bewonderende handgebaren becommentarieert hij voor ons het spel van de Spaanse kampioen. ‘Si’ is het enige woord dat we thuis kunnen brengen. Door het éénrichtingsvoetbal wordt de situatie steeds herhaald: de Barcelona-aanvallen golven op het doel van Real Zaragoza en de oude Spanjool vertelt ons wat hij ervan vond. Zijn bovengebit zit een beetje los. De tanden dansen mee op zijn onverstaanbare woordenstroom die telkens eindigt met een krachtig ‘Si!’. Het vrolijke optreden van de oude baas die schouderophalend de taalbarrière neemt, werkt aanstekelijk. We gaan geheel mee in de wonderlijke conversatie met onze grijze vriend. Terwijl op het scherm doelman Toni de Barcelona-schoten verijdelt, houden wij een hilarisch geprek waar zowel het Hollandse als het Baskische kamp geen touw aan vast kan knopen.
“Barcelona heeft een mooi stadion!”, vertellen we in het Nederlands.
“Si!”, antwoordt de bejaarde Spanjaard na een lange klankenbrei.
“Nederland had de WK-finale anders moeten spelen, maar de Spanjaarden hebben terecht gewonnen.”
“Si!”
“Afellay is een goede aankoop, een heerlijke pingeldoos. Daar gaan ze nog veel plezier aan beleven.”
“Si!”
“Alberto Contador is een leugenaar, paëlla is smerig voedsel en een siësta houden is een teken van luiheid.”
“Si!”
Welk onderwerp we ook aansnijden, de oude Bask beantwoordt alle voorzetten vrolijk met een ratelende woordenstroom die zijn tanden net binnenboord houden. Hij maakt ons duidelijk dat hij Daniël heet. We vormen met zijn vieren een vreemde enclave in het cafeetje. Een zee van verklede Basken met daartussen het kwartet voetballiefhebbers dat de Spaans-Hollandse betrekkingen nog eens aanhaalt. We bieden onze nieuwe vriend een biertje aan, maar zijn woordenstroom eindigt deze keer met het wijzen op zijn trouwring. Hij bedankt beleefd. Blijkbaar heeft ons verzoek ook zijn plichtsbesef geactiveerd, want na enkele minuten wijst hij opnieuw op de ring aan zijn vinger en verlaat hij de kroeg. We nemen omstandig afscheid en hervatten het staren naar het beeldscherm, waar de Blaugranas door Keita inmiddels afstand hebben genomen. Regelmatig schieten we in de lach door de herinnering aan Daniël.
Ver na afloop van de wedstrijd, als duidelijk wordt dat in Bilbao de carnavalstorm al voor middernacht gaat liggen, duikt de oude Bask ineens weer op voor de raam van het cafeetje. De huwelijkse plichten werden blijkbaar alsnog verdrongen door de gezelligheid van de oude wijk. Enthousiast zwaait hij naar binnen. Flarden van onze opmerkelijke dialoog moeten zich toch in zijn hoofd hebben genesteld. Als er nog stadgenoten zijn die de nieuwe samenstelling van de selectie in Camp Nou niet helemaal hebben meegekregen, worden ze door Daniël op hun wenken bediend. Met een luide schreeuw wordt de nieuwe middenvelder van Barça in de verlaten straten van Bilbao geïntroduceerd:
“AFELLAY! PINGELDOES! SI!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten