dinsdag 18 juni 2013

Intimidatie

Toekijken bij een wedstrijd, dat kan niet iedereen. Bij de meesten lijkt het al gauw op voorover op je knieën leunen en nagelbijten. Met twee vingers voorzichtig een fluitconcert beginnen. Een clubdas boven je hoofd spreiden en roepen dat de moeder van de scheids een hoer is, het is opgaan in de massa.
Ik oefen het vaak op het veldje in de straat, dat toekijken. Tijdens een partijspel relaxed tegen het hek leunen met een hand nonchalant in de zij. Zogenaamd gefocust naar een Vlaamse gaai in de boom staren, maar dan opeens 'knijpen!' schreeuwen en wijzen naar de doelman van de tegenpartij. Ze kijken niet op of om, de kinderen uit de straat.
Louis van Gaal kan het wel. Hij is een ervaren toekijker. Louis beheerst het vak tot in de puntjes. Zaterdagavond keek hij, achterover leunend in zijn kuipstoeltje, naar de warming-up van Jong Oranje. Het leek alsof hij wel een ijsje zou lusten. Maar als je goed keek, zag je het. De kippennek van Louis liet er geen twijfel over bestaan, zijn prikogen schreeuwden het uit:
"Hoezo Van Ginkel? Clasie zei ik je toch. Moet ik nou helemaal vanuit China komen om je dat uit te leggen? Dus omdat meneer een jonge vriendin heeft, moet Van Ginkel ineens spelen. Werkt het zo? Nou precies! Dan begrijpen we elkaar. En Van Aanholt op rechts graag."
Cor Pot zat met zijn rug naar de tribune, maar hij was meteen verloren. Al voor de aftrap wist hij: hier valt geen eer meer te behalen. Zonder een woord van Van Gaal stond de winst van Italië al vast.
Dan ben je als toekijker een hele grote.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten