vrijdag 17 juni 2011

Zomeravondvoetbal

De pinksterdagen vierden we op de camping. Na de middag in de speeltuin, de salto’s in het zwembad en de derde barbecue, besloten we dat de bal weer moest rollen. Met de buren van ons tourcaravanveldje daagden we mijn zwager uit, die een eindje verderop in een hoekje met stacaravans verbleef. De inzet was een taart.
Op zondag verzamelden we ons op het voetbalveld. De olympische gedachte was zichtbaar; in beide basisopstellingen stonden jongens en meisjes in leeftijd variërend van 8 tot diep veteraan. Sommigen droegen een paarse joggingbroek of teenslippers. Ik mocht op doel.
Mijn zwager had een Bayern-speler opgetrommeld. Althans, de jongen van een jaar of elf droeg een Bayern München-shirt met de naam Ribéry achterop. “Een gezin uit Oberhausen. Ze huren deze week hier een stacaravan,” zei mijn zwager met een knipoog.
Diep in de tweede helft bij een 2-1 stand in ons voordeel, passeerde Gerrit achter het doel dat ik verdedigde. De grappenmaker van de camping, iedereen kent hem. Hij liep scheef door het gewicht van het chemisch cassettetoilet dat hij in zijn rechterhand droeg. Net op dat moment dook Ribéry alleen voor me op. Hij haalde hard uit, maar zijn schuiver ging voorlangs.
“Scheisse!” riep hij hard.
De bal rolde voor Gerrit door. Hij keek naar het draagbare toilet in zijn hand waarin de darminhoud van het gehele gezin klotste.
“Ja, de cake van deze week,” lachte hij. Vervolgens liep hij door naar het toiletgebouw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten