vrijdag 13 juni 2014

Favoriet

De zwetende oksels van Henry Schut in Studio Brasil kondigden het al aan: het WK ging nu toch echt beginnen. Nadat zelfs de tekkel in de studio zijn zegje had gedaan en het zwaar favoriete Braziliaanse elftal in polonaise (het móet een feest worden) het veld was opgekomen, zagen we eindelijk de bal rollen in het stadion van Saõ Paolo, waar muurtjes achter een witte spuitbusstreep stonden en Luka Modric met een veel te kort kapsel verscheen. Tussen al die gekkigheid viel een speler van Brazilië op als een baken van rust. Doe maar gewoon. Alleen die naam al.
Fred.
De man die voor het thuisland de aanvallen moet afronden heet geen Fred Emmer, Fred Racké of Fredje Teeven. Gewoon Fred. Fred heeft geen Asterix-vleugeltjes in zijn nek getatoeëerd en speelt niet op felgele (ja, wat zijn het?) schoen-en-sok-in-één-muiltjes. Fred is gewoon Fred. Hij staat in het veld als de man die in de trein de kaartjes knipt op het traject tussen Zutphen en Vinkeveen. 
"Zware dag gehad, Fred?"
"Twee zwartrijders met praatjes, wat eten we?"
Lang geleden had ik een vriend die zijn huisdier Fred noemde. Het was een knaagdier, een fret. Een tanig beestje met zwart haar en venijnige tandjes. Eigenlijk leek het beestje van mijn vriend veel op Fred. Tijdens het schoonmaken van zijn hok is de fret van het balkon gevallen. Hij kukelde zó over de balustrade van vierhoog, flats op de grond. Een beetje zoals Fred gisteren in het strafschopgebied van Kroatië.
Fred de fret was meteen morsdood. Of Brazilië met Fred de groep overleeft, valt nog te bezien. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten