maandag 23 juli 2012

Ik, Zlatan

De nieuwe spits van Paris St. Germain parkeert zijn Ferrari Enzo in de buurt van de Arc de Triomphe. Door de voorruit ziet hij een drukte van belang. Met wilde gebaren proberen agenten de mensenmassa in toom te houden, nerveus blazen ze op hun fluitjes. Precies het welkom dat Ibrahimovic verwachtte.
Die zondagmorgen vertrok hij uit Milaan, waar hij op de snelweg het gaspedaal diep intrapte. In drie uur had de bolide speels het gat tussen verleden en toekomst overbrugd. Op de snelweg smolten het explosieve karakter van de Zweed en de rode sportwagen naadloos samen. De Fiat Uno's en de Citroën Xsara's op de rechterrijstrook werden gedegradeerd tot decorstukken in het nieuwste hoofdstuk van de ster: 'Hoe verlicht je de hemel boven Parijs'.
Maar als de voetballer uitstapt, is er geen enkele televisieploeg die op hem afstormt, niemand wil een handtekening. Zlatan kijkt verbaasd naar duizenden ruggen die naar de boulevard voor de Arc staren. Dan hoort hij gezoem uit de rijen opstijgen: "...Wiggins..., ...Wiggins...". Op zijn tenen kijkt hij over de menigte heen en ziet waar alle aandacht naartoe gaat; een groep mannen op een wielrenfiets. Sinds hij als kind in de buitenwijken van Malmö fietsen gapte, heeft hij geen rijwiel meer aangeraakt. Werkelijk niemand slaat acht op de lange vent met de haakneus op de achterste rij. Anoniem loopt Zlatan terug naar zijn geparkeerde Ferrari.
"Wie is die Wiggins?" vraagt hij aan een verkeersregelaar.
"De winnaar van de Tour! Vandaag is hij de koning van Parijs," antwoordt de agent niet zonder respect.
Ibrahimovic opent het portier, stapt in en start zijn wagen. Voorzichtig draait hij de auto in tegengestelde richting en geeft dan vol gas.
"Wiggins, my ass," schampert Zlatan, terwijl hij in de achteruitkijkspiegel tuurt. In vier tellen is het Tourcircus uit het zicht.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten