zondag 17 juli 2011

De appelboom

Op de camping trok mijn zoon aan mijn hand.
“Ga je mee voetballen, pap?”
Meteen legde ik mijn boek terzijde en met zijn knuistje in mijn hand liepen we naar het veldje. Hij droeg de leren bal. Het ene doel was leeg.
“Jij gaat erin staan, papa.”
Hij liet de bal een paar keer kaatsen en haalde toen met opengetrokken mond uit. Ik liet het boogje via de lat terug stuiteren.
“Goal! Hij zat erin!” Zijn vuisten gingen juichend de lucht in. Krap vier jaar en nu al de mentaliteit om het te redden. Eerlijkheid is een zwakte in de voetbalwereld.
“Nu mag jij een doelpunt maken,” we wisselden van plek. Daar stond hij, met zijn T-shirt met een kikker erop. De lat bevond zich als een onbereikbare streep ver boven hem. Voorzichtig plaatste ik de bal in het gapende gat links van mijn zoon. Hij wierp zijn benen richting het schot. Via zijn voet rolde de bal naast.
“Net als jij, papa!”
Vanaf een bankje aan de zijlijn zag hij dit seizoen enkele keren hoe ik het doel van het vijfde verdedigde.
“Ja, jongen, net als ik,” lachte zijn vader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten